Vissershuisje in Arnemuiden

Als je wilt zien hoe de Arnemuidse vissers vroeger leefden kun je een bezoek brengen aan ’t Uusje van Eine, tegenover het voormalige stadhuis in de Langstraat in Arnemuiden. Henk (Eine in het plaatselijk dialect) Maljaars was de laatste bewoner en naar hem is deze eenvoudige woning uit het begin van de twintigste eeuw genoemd.

Fuiken drogen in Arnemuiden, 1966. (Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, foto I. Lamain)

Fuiken drogen in Arnemuiden, 1966 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto I. Lamain).

Krantenpapier

Op de begane grond is de woonkamer met bedstede en kasten te vinden en daarachter de keuken. De kelder is door vrijwilligers uitgegraven, waarbij aardige bodemvondsten bovenkwamen. In de tuin staat ook een ‘uusje’, een kleine vrijstaande wc. Daar is zelfs het wc-papier ouderwets: stukjes bijeengebonden krantenpapier. De zolder is in drie ruimten verdeeld: naast de overloop twee voorkamers met poppen in streekdracht, die het dagelijks leven uitbeelden.

ARM

Aanvankelijk werd een woning in de Spoorstraat als vissershuisje ingericht. Al snel werd deze te klein. Daarom verhuisde men naar de Langstraat. Mevrouw Bliek was beheerster in de Spoorstraat. Zij wist nog dat de ‘gewone werkmanshuisjes’ in vroeger tijden maar één kamer kenden, met daarachter een schuur en een ‘opene zolder’. Later kwamen er twee kamers op de begane grond. Meestal woonde er een gezin per kamer. In een groot huis met vier kamers woonden dan ook vier gezinnen en in die kamers werd ‘gekookt en gesmookt’. De ‘Erremuënaars’ hadden het niet breed en dat staat zelfs op de zeilen van de vissersschepen: ARM.

Alleen de gegoeden hadden een vloerkleed in de voorkamer liggen. De meeste mensen hadden een rieten mat of helemaal niks, alleen een bruin of paars geverfde planken vloer.

Truien

Het Oudheidkundig Museum Arnemuiden bezit ook een collectie truien. In vroeger dagen was het mogelijk daaraan af te lezen waar de vissers vandaan kwamen. Iedere plaats had zijn eigen motief. Wanneer een verdronken visser dan aanspoelde, was hij aan de hand van zijn trui te identificeren. Truien met ‘slangen’, rondom gebreid, zijn daarbij typisch Arnemuids.

Haven, vissersbootjes en werf... Lange tijd beeldbepalend voor Arnemuiden. Foto van omstreeks 1972. (Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, foto A. van Wyngen)

Haven, vissersbootjes en werf… Lange tijd beeldbepalend voor Arnemuiden. Foto van omstreeks 1972 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto A. van Wyngen).

Garnalen

Karakteristiek voor Arnemuiden is ook de garnalenvisserij en de garnalenpellerij, hoewel de pellerij intussen uit het plaatsje is verdwenen. Lange tijd was het de gewoonste zaak dat de mannen met hun hoogaarzen uitvoeren om garnalen te vangen, deze aan boord al kookten en dat de garnalen thuis verder verwerkt werden. Het hele gezin werkte daar dan aan mee. Dus ook de kinderen moesten garnalen pellen, al vonden ze dat niet zo’n leuk werkje. Dat pellen gebeurde op een houten plankje of op een zeiltje als ondergrond.

Thuis garnalen pellen. Mevrouw M. de Ridder-Buijs omstreeks 1960. (Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland)

Thuis garnalen pellen: mevrouw M. de Ridder-Buijs omstreeks 1960 (ZB, Beeldbank Zeeland).

Regelgeving

In de jaren tachtig van de twintigste eeuw werd het thuispellen in Nederland vanwege aangescherpte regelgeving uit hygiënische overwegingen verboden. Nu gaat het heel anders. De Nederlandse garnalen worden in grote koelwagens naar Marokko gereden, daar gepeld en komen vervolgens gepeld weer terug naar ons land.

Rivalen…

Middelburg en Arnemuiden zijn van oudsher rivalen van elkaar geweest. Zo kon de Zeeuwse hoofdstad het niet verkroppen dat haar voorhaven aan de monding (mui of muiden) van de kreek de Arne onafhankelijk wilde zijn. Toen de Spanjaarden tijdens de Tachtigjarige Oorlog in 1572 Arnemuiden plunderden, bevonden zich grote groepen Middelburgers onder de aanvallers.

Twee voorgangers van het huidige Arnemuiden verdwenen in de golven. Maar het derde plaatsje van die naam, dat uit de vijftiende eeuw dateert, wist zich te ontworstelen aan het water én de wurggreep van Middelburg. In 1574 verleende Willem van Oranje stadsrechten aan Arnemuiden. Aan het eind van de zestiende eeuw beleefde Arnemuiden dankzij handel, scheepvaart en de zoutindustrie een bloeiperiode. Later werd het vooral een vissersplaats. En het kan verkeren: in 1997 werd het bijna aan het Veerse Meer gelegen Arnemuiden samengevoegd met de oude rivaal Middelburg.

De stad Arnemuiden met op de voorgrond allerlei visserijactiviteiten, zoals afgebeeld in de 'Speculum Zelandiae' van Nicolaas Visscher, 1660

De stad Arnemuiden met op de voorgrond allerlei visserijactiviteiten, zoals afgebeeld in de ‘Speculum Zelandiae’ van Nicolaas Visscher, 1660.

Smalsteden en ‘goede steden’

Zeeland kende het bijzondere fenomeen van zogenoemde ‘smalsteden’ (Arnemuiden, Brouwershaven, Domburg, Kortgene en Westkapelle). Deze stadjes waren niet vertegenwoordigd in de Staten van Zeeland en hadden zo dus ook geen invloed op het bestuur van het gewest. Dit in tegenstelling tot de zogeheten ‘goede steden’ of stemhebbende steden (Middelburg, Zierikzee, Goes, Tholen en Reimerswaal), die wel in de Staten van Zeeland vertegenwoordigd waren en daar letterlijk hun stem konden laten horen. Vanaf de zestiende eeuw werden ook Veere en Vlissingen opgenomen onder de ‘goede steden’.

Entree van Museum Arnemuiden, het voormalig stadhuis van Arnemuiden. (foto Museum Arnemuiden)

Entree van Museum Arnemuiden, het voormalig stadhuis van Arnemuiden (foto Museum Arnemuiden).

Meer over Museum Arnemuiden via de website museumarnemuiden.nl.