Twee geloven in één dorp
Protestants en katholiek in IJzendijkeDe eerste eredienst in de protestantse kerk in IJzendijke, die naar zijn vermoedelijke stichter de Mauritskerk wordt genoemd, werd in 1614 gehouden. Hoewel dit vanaf het begin een kerk was voor protestanten, bleven katholieken een rol spelen in zowel de geschiedenis van deze kerk als in die van IJzendijke als geheel.
Net niet de oudste
De Mauritskerk in IJzendijke is een van de eerste kerken in Zeeland die voor de protestantse eredienst werd gebouwd. Voor zover we kunnen nagaan is Colijnsplaat de eerste. Daar verrees vóór of in 1607 een kleine kerk, waarin de protestantse bevolking de eredienst kon bijwonen. Korte tijd later volgden Hoek (1608) en Koudekerke (vóór 1617). In Willemstad, waar naar verluidt de eerste protestantse kerk in Nederland werd gebouwd, heeft prins Maurits zich persoonlijk met de bouw bemoeid. Onzeker is of hij dat ook in IJzendijke deed.
IJzendijke was in de middeleeuwen een welvarende plaats geweest, maar na stormvloeden rond 1400 teniet gegaan. De naam ging over op een buurtschap in de omgeving. Daar legden de Spanjaarden in 1587 een vierkante schans aan. Staatse troepen onder leiding van prins Maurits veroverden deze in 1604. Maurits liet de schans uitbouwen tot een voor die tijd moderne vesting. Er werd een omvangrijk garnizoen gelegerd. Kort na de verovering door Maurits deed het protestantisme hier zijn intrede. In 1605 kregen de inwoners van IJzendijke toestemming om een predikant te benoemen. In veel dorpen en steden kregen protestanten de beschikking over de middeleeuwse, voorheen katholieke kerk. Maar IJzendijke had zo’n kerk niet. Aanvankelijk kerkten de gelovigen dan ook in een gewoon huis.
Meer dan zes jaar na de predikantsbenoeming werd de bouw van een kerk ter hand genomen. Deze werd betaald met bijdragen van de Staten-Generaal, de Staten van Zeeland en de inkomsten uit accijnzen op bier en meel, die de plaats IJzendijke mocht heffen. De kerk was in 1614 gereed.
Centraalbouw
Het gebouw had een achtzijdige grondvorm. De inrichting van deze en andere vroege protestantse kerkgebouwen week door zijn oriëntatie op het midden sterk af van de middeleeuwse katholieke kerken. We noemen dit ‘centraalbouw’. Het grondplan van zo’n kerk heeft de vorm van bijvoorbeeld een cirkel, vierkant, kruis of achthoek. De gerichtheid op het midden past bij de liturgie van de protestanten, waarin het Woord centraal staat. De preekstoel heeft een centrale plek en de gelovigen kunnen op niet al te grote afstand daarvan in de banken plaatsnemen. Los daarvan sloot centraalbouw goed aan bij de renaissancearchitectuur, die ook in deze contreien navolging had gekregen.
Nog geen vijftig jaar na de bouw, in 1656, werd besloten tot uitbreiding. De drie westelijke zijden van het achtkant werden gesloopt, de kerk werd daarop met twee traveeën verlengd en daarna opnieuw met drie zijden gesloten. Aan die ingreep dankt de kerk zijn langgerekte plattegrond. Men handhaafde de oude kap en het nieuwe deel kreeg een zadeldak.
Vlaamse abdij betaalt mee
De financiering van de uitbreiding geschiedde onder meer met geld van de Sint-Pietersabdij in Gent. Waarom financierde een katholieke instelling een protestantse kerk? Vlakbij IJzendijke was in deze jaren de Generale Prins Willempolder ingepolderd en de Gentse abdij kon daar tienden gaan heffen. Aan het tiendrecht was de verplichting verbonden een bijdrage te leveren aan de bekostiging van de pastorale zorg in dit gebied. Daarom betaalde de abdij mee aan de bezoldiging van de predikant en schoolmeester in IJzendijke.
Katholiek garnizoen
IJzendijke was een garnizoensplaats en bood rond 1700 plaats aan vele katholieke huursoldaten. Omdat de commandant bang was dat de soldaten zonder katholieke zielzorg zouden deserteren, kreeg hij in 1703 van de Raad van State toestemming om voor hen een eigen legeraalmoezenier aan te stellen. Dit druiste in tegen de toen algemene bepaling dat katholieken hun geloof niet in het openbaar mochten belijden. De twintig katholieken die al in IJzendijke woonden, profiteerden mee. Het aantal katholieke inwoners steeg daarna voortdurend. In 1776 mochten zij een eigen kerkschuur bouwen. In 1840 werd een nieuwe rooms-katholieke kerk gebouwd.
Oorlogsgeweld en restauratie
De Tweede Wereldoorlog had rampzalige gevolgen voor de twee kerken in IJzendijke. De katholieke kerk werd volledig verwoest en de Mauritskerk raakte zwaar beschadigd door oorlogsgeweld. De restauratie van de protestantse kerk nam drie jaar in beslag. Van de gelegenheid werd gebruik gemaakt om de preekstoel, die in de negentiende eeuw verplaatst was, zijn oorspronkelijke plaats tegen de lange zuidzijde terug te geven.
De katholieken kerkten in een noodgebouw totdat de nieuw gebouwde kerk, gewijd aan Maria Hemelvaart, in 1951 klaar was. Deze kerk deed meer dan zestig jaar dienst. Begin 2017 is hij buiten gebruik gesteld, omdat er te weinig kerkgangers overbleven. Naar een nieuwe bestemming voor dit gebouw wordt nog gezocht. En de katholieke gelovigen? Zij kerken nu om de week in de eens voor de protestanten gebouwde Mauritskerk.
Literatuur
H. van Damme, Tienden in West-Zeeuws-Vlaanderen, in: Tijdschrift, bulletin van de Heemkundige Kring West-Zeeuws-Vlaanderen, 8 (2013) 4, 25-30.
Peter Don, De hervormde kerk van IJzendijke, in: Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken 6 (maart 1981), 6-8.
Arno Neele, Katie Heyning, Clasien Rooze-Stouthamer, Religie en cultuur, in: Geschiedenis van Zeeland II: 1550-1700, Utrecht/Zwolle 2012, 199-295.
Arno Neele, Religie en cultuur, in: Geschiedenis van Zeeland III: 1700-1850, Utrecht/Zwolle 2013, 221-305.