Rob Ruggenberg maakt geschiedenis tastbaar

door Jan Kuipers

Rob Ruggenberg is de auteur van historische jeugdromans waarin de harde werkelijkheid niet wordt verbloemd. Sommige, zoals de eersteling Waterdunen (2006) en Haaieneiland (2015), hebben stevige Zeeuwse connecties. In 2016 ontving hij in het kader van de Zeeuwse Boekenprijs de Prijs van de Zeeuwse Boekhandel, een oeuvreprijs voor een met Zeeland verbonden auteur.

Naar zee

“Ik was altijd al gek op de zee”, vertelt Rob. “Ik ben opgegroeid in Wassenaar, als arbeiderskind tussen de rijken. Mijn zomers bracht ik door op het strand, tien minuten op de fiets. Ik werd lid van het Zeekadetkorps en ik spaarde plaatjes van zeeschepen. Maar écht naar zee ging ik pas in Zeeland. Bij de marine werd ik als beginnend telegrafist geplaatst op het squadron mijnenvegers dat in Vlissingen was gestationeerd. Aan boord van zo’n klein schip, in die tijd waren mijnenvegers nog van hout, kreeg ik mijn zeedoop. Ik zie me nog aan dek staan, die allereerste keer, ’s morgens vroeg de Westerschelde uit, die verdwijnende duinen, de vuurtoren van Westkapelle in de ochtendzon, zo verschrikkelijk mooi. Op die mijnenveger maakte ik mijn eerste windkracht 9 mee, zag ik voor het eerst dode mensen, een vissersboot die was omgeslagen. Ik hou van Vlissingen, van die eeuwige wind daar, die ranke Sint-Jacobstoren die je al vanuit zee ziet. De zee die er altijd dichtbij is.”

Rob Ruggenberg met de Westkappelse toren op de achtergrond.

Rob Ruggenberg met de Westkappelse toren op de achtergrond.

De geur van de rivier

De overgang van zeeman naar schrijver verliep via een lange loopbaan als journalist, die begon in 1969. “Na mijn marinetijd van zes jaar ben ik gaan reizen”, aldus Rob. “Op eigen houtje, met een rugzak de wereld in. In Israël werkte ik in een kibboets, ik liftte door Afrika, werkte onderweg op vliegvelden als telegrafist. Toen ik terugkeerde in Nederland, met een notitieblok vol verhalen, rolde ik zo de journalistiek in. Er waren jaren bij dat ik meer in buitenland rondreisde dan dat ik thuis was. Ik noteerde alles wat ik zag. Die man met de knobbelneus, die slagschaduw op de kasteelmuur, de geluiden in de jungle, hoe die rivier rook ’s ochtends vroeg. Indonesië, China, Japan, de poolgebieden, de Amerika’s, de indianen, kindsoldaten – je vindt ze nu terug in mijn jeugdboeken.”

Overal Zeeuwen

Die historische jeugdboeken kwamen jaren later. Ruggenberg: “Als je van de zeventiende eeuw houdt zoals ik, kun je niet om Zeeland heen. Waar je ook kijkt in onze snel groter wordende wereld, overal kom je Zeeuwen tegen. Dat avontuurlijke, die nieuwsgierigheid, die durf, dat doorzetten, dat spreekt mij aan. Zo vloeien dus mijn liefde voor Zeeland en de zee en de onderwerpen waarover ik schrijf naadloos in elkaar over. In vrijwel elk boek komen Zeeuwen voor.”

Rob Ruggenberg leest voor (opname 2011).

Rob Ruggenberg leest voor (opname uit 2011).

Tastbaar maken

Bij de presentatie van Haaieneiland in het Omnium in Goes in 2015 verscheen Rob Ruggenberg met een musket; bij een bijeenkomst van jeugdauteurs in Middelburg hanteerde hij jaren geleden met verve een fors zwaard. Zulke voorwerpen maken de geschiedenis tastbaar, voelbaar. “Ik sleep de gekste dingen mee naar de scholen waar ik lezingen geef. Inmiddels heb ik meer dan tweehonderdvijftig scholen bezocht, een paar duizend klassen, van noordoost-Groningen tot het zuiden van Limburg, en ik merk overal welke impact deze dingen hebben. Kinderen vinden dat geweldig. Ook kleine voorwerpen hebben dat effect. Bij elke lezing deel ik kauri-schelpjes uit. Ooit vond ik er een op het strand van Westkapelle. Jongeren luisteren met open mond naar het verhaal dat achter zo’n schelpje zit, en na afloop wil iedereen het boek Slavenhaler lezen, waarin kauri’s een rol spelen.”

Rob Ruggenberg in kimono, bij het herbouwde VOC-handelshuis in Hirado, Japan (foto Remco Vrolijk).

Rob Ruggenberg in kimono, bij het herbouwde VOC-handelshuis in Hirado, Japan (foto Remco Vrolijk).

Botsing van culturen

Ruggenbergs reislust is verweven met de thema’s van zijn fictie: “Wat mij in onze geschiedenis intrigeert is eigenlijk een heel actueel onderwerp: de botsing van culturen. In de zeventiende eeuw, als Nederland zich in korte tijd ontplooit tot wereldmacht, speelde dat dagelijks. Ineens kwamen we in de vreemdste uithoeken, ontmoetten we culturen waarvan niet eens wisten dat die bestonden. Onze bibliotheken staan vol met de verslagen, de dagboeken en de scheepsjournalen waarin die ontmoetingen worden beschreven. Maar altijd gezien door ónze ogen. Ik vind het interessant om die ontmoetingen ook vanaf de andere kant te beschrijven. Hoe keken die anderen naar ons? Wat vonden ze van de Nederlanders? In mijn boeken vind je dus altijd ook een hoofdpersoon uit die andere cultuur.”

Geen sprookjes

Ruggenbergs boeken zijn verschillende keren in de prijzen gevallen. Het Historisch Nieuwsblad noemde ook zijn website uniek in Nederland, vooral omdat er zoveel achtergrondinformatie voor scholieren en anderen op wordt geboden. Maar het gaat allereerst om het verhaal. “Dat moet goed zijn, dat moet de lezer meeslepen. Als de lezer vervolgens ook belangstelling krijgt voor de geschiedenis is dat extra. Ik hoop dat hij of zij – ik schrijf heel bewust voor jongens én meisjes – nieuwsgierig wordt naar de achtergronden, naar de realiteit, maar het hoeft niet. Ik herinner me zelf weinig van de geschiedenislessen op school. De mooie verhalen die de leraar erbij vertelde, dié weet ik nog. Die rol ambieer ik. De verhalenverteller.”

Omslag van Waterdunen.

Omslag van Waterdunen.

Mochileros en ‘Turcken’

Robs eerste jeugdroman Waterdunen speelt zich af in 1572 rondom het bijna in zee verdwenen eiland Waterdunen (nu West-Zeeuws-Vlaanderen). In dit spannende verhaal weet de jongen Robbe te ontsnappen aan de moordpartij op zijn ‘ketterse’ gezin. Hij wordt verkocht aan Spaanse soldaten als mochilero, een soort soldatenslaafje. Ook het op stapel staande boek Morenzoon (werktitel, het boek werd later als Piratenzoon gepubliceerd – red.) heeft een West-Zeeuws-Vlaamse connectie: het speelt zich af tussen 1600 en 1604, deels bij de buurtschap Turkeye, in een harem in Noord-Afrika, op Spaanse galeien en in het stadje Sluis. Hoofdpersonen zijn een Zeeuws meisje dat iedere avond het slagveld afzoekt naar kostbaarheden en een Noord-Afrikaanse jongen met een Nederlandse moeder en een Ottomaanse (Turkse) vader. Historische achtergrond is de verovering van Sluis en omgeving door prins Maurits (1603), waarbij hij vijftienhonderd galeislaven bevrijdde. Onder hen waren veel moslims uit het Ottomaanse Rijk, die kortweg werden aangeduid als ‘Turcken’. Ze werden vrijgelaten, maar een aantal bleef achter in de Nederlanden en vocht mee tegen de Spanjaarden.

Rob Ruggenberg op onderzoek in Turkeye voor Piratenzoon.

Rob Ruggenberg op onderzoek in Turkeye voor Piratenzoon.

Meer weten?
Dit verhaal is een bewerkte en ingekorte versie van: ‘Schrijver Rob Ruggenberg: ‘Wie van de zeventiende eeuw houdt, kan niet om Zeeland heen’’, in Zeeuws Erfgoed 2016 nr. 4 (december), 3-6, door Jan Kuipers.
De romans van Rob Ruggenberg zijn Waterdunen (2006), Slavenhaler (2007), Manhatan (2009), IJsbarbaar (2011), De boogschutter van Hirado (2013), Haaieneiland (2015), Piratenzoon (2017).
De website van de auteur: www.ruggenberg.nl.

Rob Ruggenberg overleed op 26 oktober 2019. Hij werd 73 jaar.