Kaurischelpen

Kaurischelpen zijn schelpjes uit de Indische Oceaan die via Zeeuwse handelscompagnieën over de hele wereld zijn verspreid. Ze dienden onder meer als betaalmiddel voor slaven. De West-Indische Compagnie (WIC) en de Middelburgsche Commercie Compagnie (MCC) namen kaurischelpen als ruillading mee op reis naar Afrika.

Herkomst

Kaurischelpen (Cypraea moneta) zijn afkomstig uit de Indische Oceaan. De kauri is gemiddeld ongeveer 2,5 centimeter groot en lijkt haast van porselein gemaakt. De beestjes in deze schelpjes worden dan ook porseleinslakken genoemd. De kaurischelpen hechten zich aan bundels palmbladeren die met dat doel in zee worden gelegd. De kaurischelpen deden aanvankelijk dienst als ruilmiddel op de Malediven en op Sri Lanka. Deze betaalmethode verspreidde zich van daar over Voor-Indië en een groot deel van Afrika en zelfs over Suriname en Nederlands Nieuw-Guinea.

Kaurischelpen.

Betaalmiddel

De WIC en MCC namen kaurischelpen als ruillading mee op reis naar Afrika om er onder andere slaven mee te kopen. Een slaaf kostte 50.000 tot 100.000 schelpen. In de loop van de achttiende eeuw werd de kauri minder belangrijk als betaalmiddel.

Gevonden voorwerpen

Regelmatig spoelden kaurischelpen aan op de Zeeuwse kust. Vooral bij de Kaloot, langs de oever van de Westerschelde, bij Ritthem en bij Westkapelle zijn veel kaurischelpjes gevonden. Waarschijnlijk zijn ze afkomstig van handelsschepen die voor de kust zijn vergaan. In Westkapelle worden de kauri’s boesters genoemd, elders op Walcheren heten ze keutjes.