Microscoop in kast

door Katie Heyning

In de tweede helft van de achttiende eeuw werden op veel plaatsen in Nederland genootschappen opgericht waarbinnen de leden zich op de hoogte konden stellen van de jongste ontwikkelingen in de natuurwetenschappen. Niet om nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen te doen, maar voor het verrichten van eenvoudige waarnemingen waarmee wetmatigheden in de natuur konden worden aangetoond en de almachtige hand van God in de schepping herkend en bewonderd kon worden. Niet voor niets luidde de zinspreuk van het Zierikzeese natuurkundig genootschap in de late achttiende eeuw: ‘De kennis der natuur, door dwazen slechts bespot, veradelt ’s mensen ziel en leid haar op tot God’. Daarbij kwam dat het uitvoeren van experimenten natuurlijk gewoon leuk was. Met behulp van een magneet of elektriseermachine konden spectaculaire proeven worden uitgevoerd. Het waarnemen door een microscoop van krioelende beestjes in een druppel water of bloed bracht een voor velen totaal onbekende wereld aan het licht.

In Middelburg werd in november 1780 het ‘Natuurkundig Gezelschap’ opgericht, vijf jaar later volgde de oprichting van het ‘Natuurkundig Genootschap der Dames’. Ook in Vlissingen en in Goes waren dergelijke gezelschappen te vinden, die eenmaal per maand op een vaste dag bijeenkwamen. De oprichtingsdatum van het Zierikzeese natuurkundig genootschap is helaas onbekend, wel staat vast dat dit ‘Physisch Collegie’ in maart 1794 in verband met de politieke strubbelingen werd opgeheven. Nauwelijks een jaar later werd het weer in ere hersteld en op 9 februari 1795 werd opnieuw een ‘eerste les’ gehouden. Tijdens dergelijke lessen werden voordrachten gehouden en experimenten gedaan, die vervolgens uitvoerig besproken werden. Een eigen collectie instrumenten was hierbij onontbeerlijk. Luchtpompen, elektriseermachines, microscopen en dergelijke kon men bestellen bij de Amsterdamse instrumentmaker Johan Cuthbertson, die uitvoerige catalogi van zijn artikelen uitbracht. Maar ook dichter bij huis bij de firma Possoli in Middelburg, op veilingen en zelfs op de jaarlijkse Middelburgse kermis waren dergelijke objecten te koop.

 

Microscoop in kast, eerste kwart negentiende eeuw, Stadhuismuseum Zierikzee (foto Ivo Wennekes). Afmetingen: kast 48 x 19 x 19 cm, microscoop 33,5 cm hoog. Materiaal: mahonie- en grenenhout, ijzer, messing, glas. Herkomst: particuliere schenking, 1911. Restauratie 2007: Stefan Schelling, Kamperland (kast) en Bart Molenaar, Museum Boerhaave, Leiden (instrument).

 Microscoop in kast, eerste kwart negentiende eeuw, Stadhuismuseum Zierikzee (foto Ivo Wennekes). Afmetingen: kast 48 x 19 x 19 cm, microscoop 33,5 cm hoog. Materiaal: mahonie- en grenenhout, ijzer, messing, glas. Herkomst: particuliere schenking, 1911. Restauratie 2007: Stefan Schelling, Kamperland (kast) en Bart Molenaar, Museum Boerhaave, Leiden (instrument).

Het heropgerichte Zierikzeese genootschap nam in 1796 een collectie instrumenten van het inmiddels opgeheven Goese gezelschap over. Voor duizend gulden wist men een luchtpomp, een elektriseermachine en diverse mechanische en optische werktuigen te verwerven. De belangstelling was zo groot dat men op 28 mei 1804 zelfs een eigen pand aan de Oude Haven (nu Havenpark 14) kocht voor het houden van de bijeenkomsten en het veilig bewaren van de instrumenten. De interesse liep echter terug en in november 1821 werd in de krant aangekondigd dat het genootschap werd opgeheven. Instrumenten en meubels werden op 3 december openbaar verkocht. Twintig jaar later werd voor de derde keer een natuurkundig genootschap in Zierikzee opgericht. Het succes van de bijeenkomsten – nu bij de leden thuis – stond of viel echter met de bezielende leiding van lector P.H. van der Weijde. Toen deze eind 1848 naar Amerika emigreerde, was het snel gedaan.

Een aantal instrumenten afkomstig van de Zierikzeese natuurkundige gezelschappen bleef bewaard. Sommige bevinden zich in het Professor Zeeman College in Zierikzee. De microscoop die in 1911 aan de oudheidkamer (nu Stadhuismuseum) van Zierikzee werd geschonken, is een zogenaamde samengestelde microscoop waarin door verschillende makers vervaardigde onderdelen bijeen zijn gevoegd. Dit type werd in het eerste kwart van de negentiende eeuw in grote hoeveelheden in Engeland gemaakt. Een massief mahoniehouten kast beschermt het kwetsbare instrument dat staat op een gefineerd onderstel waarin een laatje voor preparaten, lenzen en dergelijke. Bij onderzoek bleek dat de microscoop niet meer compleet was. De preparaathouder ontbrak en er was nog maar één lens aanwezig. De kast die op diverse plaatsen beschadigd was, dreigde uit elkaar te vallen. Doordat een deel van de bodem ontbrak, kon de microscoop ook niet meer rechtop staan. Na de restauratie van kast en instrument in 2007 kan dit boeiende object weer zonder bezwaren tentoon worden gesteld.

Bekijk ook andere microscopen op de pagina Collecties.

Literatuur

Katie Heyning, Zeeuws Behout: Behoud van houten voorwerpen in Zeeuwse musea, Steunfonds voor de Zeeuwse Musea, Middelburg 2007.