Johannes Goedaert: de ontdekker van de metamorfose

Verhalen Kees Beaart

De Middelburgse insectenkundige en kunstschilder Johannes Goedaert (1617-1668) heeft zijn leven lang maden en larven opgekweekt en nauwkeurig beschreven en afgebeeld wat hij waarnam. Goedaert beschreef als eerste de metamorfose van insecten en gaf veel soorten een Nederlandse naam. Met zijn boeken bevorderde hij de belangstelling voor insecten en gaf hij velen de aanzet tot verder onderzoek. Johannes Goedaert moet beschouwd worden als de grondlegger van de entomologie.

Portret van Johannes Goedaert, afgebeeld naast de titelpagina van de Franse vertaling van Metamorphosis Naturalis (Goedaert Collectie, Krimpen a/d IJssel).

Portret van Johannes Goedaert, afgebeeld naast de titelpagina van de Franse vertaling van Metamorphosis Naturalis (Goedaert Collectie, Krimpen a/d IJssel).

Leven

Goedaert werd in 1617 geboren als zoon van de Statenbode Pieter Goedaert en Judith Pottier. Vanaf zijn vroege jeugd had Johannes Goedaert grote belangstelling voor alle diertjes die hij in en om zijn woonplaats Middelburg vond. In glazen, potten, flessen, houten en benen doosjes kweekte hij, bijna zijn leven lang, allerlei verschillende larven op. Bij dag en ’s nachts bij kaarslicht bekeek hij de ontwikkeling van zijn rupsen en maden.

Vanaf 1635, dus toen hij achttien jaar oud was, documenteerde hij zijn waarnemingen. Niet alleen in woord, maar ook in beeld. Goedaert, als fijnschilder lid van het Middelburgse Sint-Lucasgilde, maakte waterverftekeningen van de veranderingen van de diertjes die hij verzorgde. Tekeningen van de maden die pop en vlieg werden en van de rupsen die pop en vlinder werden, of die veranderden in een groot aantal vliegjes. Nog niemand had geschreven over de gedaanteverwisselingen van insecten. Zo’n boek uitsluitend gebaseerd op eigen waarnemingen en niet op boekenwijsheid, zou uniek zijn. Steeds meer vrienden en kennissen van Goedaert drongen erop aan dat hij zijn bevindingen publiceerde. Daarom vervaardigde Goedaert op basis van zijn tekeningen ook etsen ter illustratie van zijn waarnemingen.

Eerste gedocumenteerde waarneming van Goedaert in 1635: paeuw ooge (dagpauwoog), door Goedaert ingekleurd (Goedaert Collectie, Krimpen a/d IJssel).

Eerste gedocumenteerde waarneming van Goedaert in 1635: paeuw ooge (dagpauwoog), door Goedaert ingekleurd (Goedaert Collectie, Krimpen a/d IJssel).

Metamorphosis Naturalis

In 1660 gaf Jaques Fierens, gildevriend van Goedaert en uitgever, het eerste werk van Goedaert uit. Er zou tijdens zijn leven nog een tweede deel volgen. Tot zijn plotselinge dood in 1668 zette Goedaert zijn studie van de diertjes voort. Goedaerts vriend, de wetenschapper/theoloog Johannes de Mey, die ook al diverse bijlagen in het eerste deel geschreven had, verzorgde op verzoek van Fierens met de laatste bevindingen van Goedaert nog een derde deel. Dat verscheen op 1 januari 1669, bijna een jaar na het overlijden van de auteur. Het werk zou ook in het Latijn, Frans en Engels verschijnen.

Titelpagina eerste druk Metamorphosis Naturalis (Goedaert Collectie, Krimpen a/d IJssel).

Titelpagina eerste druk Metamorphosis Naturalis (Goedaert Collectie, Krimpen a/d IJssel).

Voor wie dat wenste, kleurde Goedaert de zwart-wit etsen in. Er bestaan wel oudere boeken met gekleurde illustraties, maar het werk van Goedaert is het eerste boek in Nederland dat bij de uitgever in kleur besteld kon worden. Zo’n door Goedaert “afgeset” boekje was niet goedkoop. Volgens een door Fierens ondertekende rekening aan de Staten van Zeeland in het Zeeuws Archief kostte het in 1660 één Vlaamse pond en 10 schellingen, of 6 zilveren daalders. Zo’n bedrag konden alleen de rijkeren betalen.

Spontane generatie

In de tijd dat Goedaert leefde, gingen wetenschappers ervan uit dat kleine diersoorten spontaan, meestal door verrotting, konden ontstaan. Dit noemt men wel spontane generatie. Goedaert heeft als eerste onderzoek verricht naar dit proces. Bij bevinding 51 in deel 1 beschrijft hij een proef waarbij hij een papieren trechter over urine plaatste: “Also ick begeerich was om te vernemen watter uit de pisse der menschen mochte te voorschijn komen.” Binnen de vouwen van het papier groeiden enkele wormen, die we nu maden noemen, waaruit na verpopping vliegen kwamen. Natuurlijk weten wij, met de kennis van nu, dat een vlieg eitjes op het papier gelegd moet hebben. Maar Goedaert meende dat deze “pisworm” de spontane generatie van vliegen bevestigde. Overigens wist Goedaert wel degelijk dat bij veel soorten paring noodzakelijk was voor voortplanting. Zo schrijft hij bijvoorbeeld in deel 1 op blz. 39: “…, ende de eyeren verdrooghden, om datter gheen manneken by geweest en was.”

Ook van muggen werd in de zeventiende eeuw gedacht dat ze uit dauw ontstonden. In het derde deel van de Metamorphosis (blz. 40-47) beschrijft Goedaert zijn waarnemingen over de herkomst van muggen, waarvoor hij een groot glazen vat liet maken. Door heel nauwkeurige waarneming toonde Goedaert aan dat muggen niet uit dauw ontstaan, maar dat ze zich ontwikkelen uit zaad/eitjes, die in “bloedt-roode Wormkens” veranderen. Daarmee leverde Goedaert het bewijs dat hier geen sprake was van spontane generatie en legde hij de bijl aan de wortel van het spontane generatie-denken. Pas na het overlijden van Goedaert zouden publicaties verschijnen over de verdere onjuistheid van spontane generatie.

Dit exemplaar van de Franse vertaling van Goedaerts werk bewijst dat de Franse uitgave al bij de in 1669 overleden Fierens in Middelburg gedrukt werd. Tot voor kort werd aangenomen dat deze pas in 1700 verscheen. (Goedaert Collectie, Krimpen a/d IJssel)

Dit exemplaar van de Franse vertaling van Goedaerts werk bewijst dat de Franse uitgave al bij de in 1669 overleden Fierens in Middelburg gedrukt werd. Tot voor kort werd aangenomen dat deze pas in 1700 verscheen. (Goedaert Collectie, Krimpen a/d IJssel)

Succes Goedaert

De Metamorphosis bleek een groot succes. Er werden veel exemplaren verkocht. De belangstelling voor insecten groeide. Verzamelaars van planten en dieren, naturaliën, wensten het werk in hun kabinet en/of bibliotheek. Goedaert inspireerde onder andere Martin Lister, Stephan Blankaart en Maria Sibylla Merian. Zij schreven op soortgelijke wijze over insecten. Linnaeus verwijst in zijn stelsel van het dierenrijk naar 70 tekeningen van Goedaert.

Meer informatie over Goedaert is te vinden via de website van de RKD.

Lees Metamorphosis Naturalis, ofte historische beschryvinge … via:
archive.org
europeana.eu
books.google.nl