Handmatig klompen maken

De klompenmakerij is een bedreigd ambacht. En dat terwijl Nederland er toch een sterke traditie in heeft. Oost-Zeeuws-Vlaanderen was het Zeeuwse centrum van de klompenmakerij. In de jaren dertig werd de bedrijfstak gemechaniseerd. Nog steeds is voor het maken van een paar goed passende klompen veel vakkennis vereist.

Schoenen van de armen

Klompen waren vroeger goedkoper dan schoenen. Daarom werd de klomp ook wel de schoen van de armen genoemd. En klompen zijn comfortabel, praktisch en veilig werkschoeisel. Een voet in een klomp raakt nooit bekneld: die kun je er altijd weer uit halen.

Klompenmaker in Goes, 1964 (ZB, Beeldbank Zeeland, fotoarchief PZC).

Klompenmaker in Goes, 1964 (ZB, Beeldbank Zeeland, fotoarchief PZC).

Bijverdienste

In tijden van armoede was de klompenmakerij voor landarbeiders en kleine boeren een welkome bijverdienste. Binnen Zeeland concentreerde de klompenmakerij zich in Oost-Zeeuws-Vlaanderen – met Clinge als centrum – en op Zuid-Beveland. Veel klompenmakers in de grensstreek kwamen uit België. In 1889 telde Zeeland 300 klompenmakers en dertig jaar later 675. Bijna tweederde van hen was gevestigd in Oost-Zeeuws-Vlaanderen. Zij maakten 10 procent van alle Nederlandse klompen, in 1950 zelfs 20 procent.

Handwerk

Klompen maken leer je in de praktijk. Het duurt jaren voordat iemand het vak onder de knie heeft. Met wat handgereedschap maakte een geoefende klompenmaker op een lange werkdag zo’n zes tot acht paar klompen.

De klompenmaker zaagt eerst de door hem aangekochte boomstam(men) – populieren of wilgen – in stukken en verdeelt deze weer in wigvormige stukken. Daarna hakt hij elk stuk met de dissel (een bijl met een lemmet dwars op het handvat) in de ruwe vorm van een klomp.

Klompenmaker in Kapellebrug zaagt de blokken hout in wigvormige stukken (ZB, Beeldbank Zeeland, coll. Dagblad De Stem, foto C. de Boer).

Klompenmaker in Kapellebrug zaagt de blokken hout in wigvormige stukken (ZB, Beeldbank Zeeland, coll. Dagblad De Stem, foto C. de Boer).

Deze belandt daarna op het snijpaard – een breed stuk hout op poten waaraan bovenop een zware kram is bevestigd met daarin de haak van een lang mes (krammes). Omdat het mes in de kram scharniert, werkt het als een hefboom en kan er bij het hakken veel kracht worden gezet. Zo krijgt de klomp verder vorm.

Klompenmaker B. de Couwer in Clinge met krammes, 1965 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto C. Kotvis).

Klompenmaker B. de Couwer in Clinge met krammes, 1965 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto C. Kotvis).

Daarna zet de klompenmaker de klomp met de neus naar beneden vast in de werkbank om hem uit te boren. Met het bodemmes werkt hij de bodem af en snijdt hij de binnen- en buitenkant glad. Hij maakt een linker- en een rechterklomp die elkaars spiegelbeeld zijn. Als ze zijn afgewerkt, moeten de klompen een aantal weken drogen.

Klompenmaker De Couwer boort een klomp uit, 1965 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto C. Kotvis).

Klompenmaker De Couwer boort een klomp uit, 1965 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto C. Kotvis).

Mechanisering

In de jaren twintig daalde de vraag naar klompen, groeide de concurrentie en stegen de kosten doordat de boomstammen van verder moesten worden aangevoerd. Mechanisering was noodzakelijk om grootschaliger en goedkoper te kunnen werken. Het mechanisatieproces voltrok zich in snel tempo. Van de 350 klompenmakers in Zeeuws-Vlaanderen werkten er in 1950 nog maar 50 handmatig.

Bedreigd ambacht

Het aantal klompenmakers is de laatste decennia flink afgenomen. In Zeeland is Boyd Rotteveel uit Groede de enige die nog handmatig klompen maakt.

In de jaren zeventig leefde de vraag naar klompen kortstondig op. Hier staan op de Markt in Middelburg vele maten uitgestald. Foto uit 1976 (ZB, Beeldbank Zeeland, PPD, foto A.P. Maas).

In de jaren zeventig leefde de vraag naar klompen kortstondig op. Hier staan op de Markt in Middelburg vele maten uitgestald. Foto uit 1976 (ZB, Beeldbank Zeeland, PPD, foto A.P. Maas).

Souvenir en meer

Met de klompenmakers verdwijnt ook hun vakkennis en dat brengt het voortbestaan van de klompenmakerij in gevaar. Tegenwoordig is de klomp in de hele wereld een gewild souvenir uit ‘Holland’. En in bepaalde beroepen, zoals dat van stratenmaker, zijn een paar goede klompen nog steeds onmisbaar. Maar om hun ambacht voor de ondergang te behoeden, zijn klompenmakers naarstig op zoek naar nieuwe toepassingen.

Literatuur

Ambachtelijk klompenmaken; de kennis over het maken van een icoon van Nederland dreigt te verdwijnen, in: Immaterieel Erfgoed 2 (2013) 1, 14-18.
P. Brusse en W. van den Broeke, Provincie in de periferie; de economische geschiedenis van Zeeland, 1800-2000, Utrecht 2005.

Websites
Handmatig klompen maken is geplaatst op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Koninkrijk Nederland. Zie de website immaterieelerfgoed.nl.
Machinaal klompen maken is geplaatst op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Koninkrijk Nederland. Zie de website immaterieelerfgoed.nl.
Website van het Internationaal Klompen Museum.

Website van de Nederlandse Vereniging van Klompenfabrikanten, die de belangen behartigt van de machinale klompenmakerijen.
Website van klompenmakerij Traas in Heinkenszand.
Weblog van klompenmaker Traas in Heinkenszand.
Website van Het Klompenatelier Groede van Boyd Rotteveel.