De tiran van Reimerswaal

door Jan Kuipers

Adriaan van Reimerswaal (1480-1534), heer van Lodijke, is vermoedelijk de meest beruchte figuur in de geschiedenis van de verdronken Zuid-Bevelandse stad Reimerswaal. Hij verwierf zijn postume beruchtheid door zijn houding gedurende de rampzalige Sint-Felixvloed van 5 november 1530. Adriaan meende dat de doorbraak bij Lodijke een haventje voor hem zou uitschuren. Maar helaas: het Gat van Lodijke werd een van de belangrijke ‘scheppers’ van het Verdronken Land van Zuid-Beveland, waardoor de kaart van dit eiland drastisch veranderde. Reimerswaal werd in 1631, na een doodsstrijd van een eeuw, door zijn laatste inwoners verlaten.

Messen en een zwaard

Behalve heer van Lodijke was Adriaan dijkgraaf van de Brede Watering Beoosten Yerseke en baljuw in Reimerswaal; in de jaren rond 1515 terroriseerde hij een groot deel van de stedelijke magistraat. Omkoping, bij voorkeur tijdens de mis, bedreiging, mishandeling en aanranding waren de middelen waarvan Adriaan zich bediende. Zijn bastaardbroer Cornelis uit Gent en zijn neef Govert uit Holland knapten veel van het vuile werk op. En de schout, Adriaans stroman Cornelis van der Meere, perste marktkooplui af. Adriaan zelf was een van de machtigste ambachtsheren in de omgeving, maar ook een man met schulden aan ingelanden van de Brede Watering. Hij paradeerde vaak door de stad met broodmessen aan zijn gordel en begeleid door gewapende knechten. Achter hem werd een groot slagzwaard meegedragen, om belagers uit de kringen van ingelanden en de magistraat te ontmoedigen.

Bedreiging in de gelagkamer

Doelwitten van Adriaans gramschap waren onder anderen schepen mr. Jan Hendriksz, schepen en oud-baljuw Martin Baeck en Pieter Govertsz, vertegenwoordiger der ingelanden. De laatste werd door Cornelis in de volle gelagkamer van Den Olifant bedreigd met de woorden dat hij Pieter met een “cleerbesem”, een groot slagzwaard, zou “cappen gelijck vlees ter banck in duysent sticken”. Ter verhoging van de pressie verrichtten Cornelis en schout Van der Meere een huiszoeking en begingen een aanranding, door de vrouw des huizes “zeere oneerbaerlicken ende ontamelijcken te tastene ende mitten handen te grijpene an hueren live ende lichame, ter plaetsen ende steden daer men niet en betaemt eenige vrouwen in huwelicken state zijnde oft anders te tastene oft te gripene oft ten ware tenminsten wel hueren wille, danck ende consente.”

Deel van Zuid-Beveland met (topografisch niet correcte) weergave van Goes en Reimerswaal (Rommerswale); Lodijke ligt ten zuidwesten van Reimerswaal. Uitsnede Scheldekaart, 1504/1505.

Deel van Zuid-Beveland met (topografisch niet correcte) weergave van Goes en Reimerswaal (Rommerswale); Lodijke ligt ten zuidwesten van Reimerswaal. Uitsnede Scheldekaart, 1504/1505.

Handgemeen in het stadsbestuur

Het conflict met geërfden en enige stadsbestuurders werd op de spits gedreven, toen Adriaan als baljuw op nieuwjaarsdag 1516 het stadbestuur van Reimerswaal bijeenriep om een van de pijlers van de stedelijke economie te fnuiken. Hij wilde een verbod leggen op het maken van vuren voor de zoutnering, op straffe van een boete van 20 pond en het verlies van het poorterschap. Twee schepenen maakten bezwaar, omdat dit verbod de economische belangen van de burgers schaadde en bovendien buiten Adriaans bevoegdheid viel. Een aantal schepenen steunde het verbod wel, omdat zij als zouthandelaren met grote voorraden op aantrekkelijke prijsstijgingen hoopten.

Plattegrond Reimerswaal, J. van Deventer circa 1565. Legenda (Van der Krogt 1995): 1 Parochiekerk, 2 Klooster Cellezusters, 3 Wester- of Koepoort, 4 Noord-, Vrouwen- of Waterpoort, 5 Oost- of Wittepoort, 6 Getijmolen, 7 Molenwater, 8 Markt, 9 Zoutketen.

Plattegrond Reimerswaal, J. van Deventer circa 1565. Legenda (Van der Krogt 1995): 1 Parochiekerk, 2 Klooster Cellezusters, 3 Wester- of Koepoort, 4 Noord-, Vrouwen- of Waterpoort, 5 Oost- of Wittepoort, 6 Getijmolen, 7 Molenwater, 8 Markt, 9 Zoutketen.

Vluchten voor Adriaan

Adriaan was woedend en beschuldigde schepen Jan Hendriksz van het heulen met ingelanden en geërfden. Hendriksz antwoordde dat hij een “vremdt man” was, “elcx vriendscepe behouvende ende eenen voet lands niet hebbende” om gedeelde belangen met de ingelanden te hebben. “Ghij zijt altijts jegens mij!”, schreeuwde Adriaan en greep naar zijn wapens om de schepen neer te steken. Anderen kwamen tijdig tussenbeide, Jan Hendriksz ontvliedde de vergadering. Diezelfde middag kwam het stadsbestuur opnieuw bijeen, en opnieuw moest Hendriksz vluchten voor de onbesuisde Adriaan. Buiten werd hij opgewacht door neef Govert met een aantal knechten. Hendriksz ontkwam weer ternauwernood, net als zijn collega Martin Baeck. Ingelanden durfden zich enkele dagen niet op straat te vertonen, omdat Govert dreigde met zijn Hollandse broers wraak te zullen nemen. Een knecht van Pieter Govertsz werd deerlijk mishandeld.

Ongeldige verkiezing

Steunpilaren van Adriaan waren onder anderen de burgemeesters Dirk Jansz en Adriaan Vocxz. In 1514 en 1515 probeerden ze op instigatie van Adriaan door omkoping aan de macht te komen. Zelfs Jan Hendriksz werd tevergeefs het ambt van stadsdokter voorgespiegeld. Jansz en Vocxz werden uiteindelijk gekozen vanwege de “groote bede, instantie en begeerte van joncker Adriaen van Reymerswale”. De verkiezing werd ongeldig verklaard door vorstelijke commissarissen, maar dit vonnis werd genegeerd. Jansz en Vocxz waren in deze jaren niet de enige corrupte burgemeesters in de stad. Cornelis Jacobsz., schout van Assemansbroek, waar de zwakste dijk van de Watering zich bevond, had stro in de dijk gestopt en dat met aarde afgedekt. Voor deze misdadige roekeloosheid werd hij gevangen genomen, maar door burgemeester Jacob Speck van Reimerswaal weer in vrijheid gesteld. Speck was hierbij “zeere furieuselicken”: niet vanwege het strafbare feit, maar wegens de gevangenneming van de dader!

Grafmonument met gebedsportret van Adriaan van Reimerswaal en zijn vrouw Johanna van Glymes in de Sint-Gertrudiskerk, Bergen op Zoom (foto H.M.D. Dekker).

Grafmonument met gebedsportret van Adriaan van Reimerswaal en zijn vrouw Johanna van Glymes in de Sint-Gertrudiskerk, Bergen op Zoom (foto H.M.D. Dekker).

Geen vervolging

Naar aanleiding van de misstanden in Reimerswaal stelde de procureur-generaal van de Grote Raad in Mechelen een onderzoek in. Het leidde niet tot vervolging; Adriaan had goede contacten bij de regering in Brussel. Maar leden van de familie Van Reimerswaal oefenden na 1518 geen ambten meer uit in de stad. Adriaan verloor door de vloed van 1530 (en de vervolgvloed van 1532) al zijn goederen en zijn kasteel in de streek. Hij vestigde zich in Bergen op Zoom, waar hij op 6 mei 1534 overleed.

Literatuur

C. Dekker, Zuid-Beveland. De historische geografie en de instellingen van een Zeeuws eiland in de middeleeuwen, Assen 1971.
C. Dekker, Tussen twee vloeden; de strijd tegen het water in Zeeland bewesten Schelde tussen 1530 en 1532, in: Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden dl. 103, afl. 4, 1988, 607-621.
P.C.J. van der Krogt (eindred.), Kaartbeschrijvingen [bij C. Koeman en J.C. Visser, De stadsplattegronden van Jacob van Deventer], Alphen a/d Rijn 1995.
Jan J.B. Kuipers (eindred.), Sluimerend in slik; verdronken dorpen en verdronken land in zuidwest Nederland, Middelburg/Vlissingen 2004.
Arie van Steensel, Edelen in Zeeland: macht, rijkdom en status in een laatmiddeleeuwse samenleving, Hilversum 2010.

Adriaan van Reimerswaal in de digitale Encyclopedie van Zeeland.

Dit artikel is een verkorte weergave van: Jan Kuipers, De tiran van Reimerswaal, in: Zeeuws Erfgoed 14 (2015) 4, 10-11.