Van kerkdorp tot kleine kern

In het begin van de Tachtigjarige Oorlog werden veel kerkgebouwen verwoest. Door geldgebrek bleef herstel van sommige kerken uit of besloten de Staten van Zeeland tot afbraak. Met het verdwijnen van de kerk, meestal in de zestiende eeuw, kromp zo’n dorp ineen tot een gehucht of nog minder. Parochies werden samengevoegd. Een vroege vorm van schaalvergroting. Ook in later eeuwen zouden pogingen worden ondernomen om kleine dorpen te laten samengaan.

Dorpen waar kerkherstel uitbleef, waren ten dode opgeschreven. Want de kerk hoorde tot de basisvoorzieningen van het dorp, net zoals vandaag een school of een winkel. Zo gezien was de beslissing om een kerkgebouw al dan niet te herstellen, van doorslaggevend belang voor het al dan niet voortbestaan van het omringende dorp. De inwoners keerden een dorp zonder kerk de rug toe en vestigden zich in een dorp-met-kerk, om daar de – inmiddels hervormde – erediensten bij te wonen.

Het kerkhof van Zanddijk bij Veere

Het kerkhof van Zanddijk bij Veere.

Schaalvergroting

Je zou het schaalvergroting kunnen noemen. De gebieden van de vroegere rooms-katholieke parochies werden bij die van de nieuwe hervormde gemeenten gevoegd. Op Walcheren bijvoorbeeld vonden de volgende samenvoegingen plaats: Boudewijnskerke en Sint-Janskerke bij Zoutelande; Krommenhoeke bij Biggekerke; Mariekerke bij Meliskerke; Buttinge en Hoogelande bij Grijpskerke en Zanddijk bij Veere.

Latere ontwikkelingen

De ontwikkeling van kerkdorp tot kern-zonder-kerk deed zich in alle hevigheid voor op het einde van de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw. Maar ze beperkte zich niet tot deze periode. Nog in 1809 ondernam de Franse koning Lodewijk Napoleon een concentratiepoging. Onder meer de Schouwse gehuchten Nieuwerkerke, Duivendijke, Brijdorpe, Klaaskinderkerke en Looperskapelle zouden moeten samengaan. En een nieuwe kerk zou moeten verrijzen in het ‘centrum-gehucht’ Brijdorpe. Het is er niet van gekomen.

Elkerzee, de hervormde kerk in 1954, een jaar na de ramp. (Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, fotoarchief PZC)

Elkerzee, de hervormde kerk in 1954, een jaar na de ramp (ZB, Beeldbank Zeeland, fotoarchief PZC).

Kwijnend

Baarsdorp op Zuid-Beveland is een voorbeeld van een kwijnend dorp dat zijn bestaan als kerkdorp toch lang wist te rekken. Pas in 1880 was het echt afgelopen. In de jaren 1880-1882 werd het kerkgebouw, met de toren als laatste onderdeel, voor de sloop verkocht. In het naburige Sinoutskerke kwam het einde nog later. Pas in 1906 verdween daar de kerk. Op Schouwen verloor Elkerzee het kerkgebouw pas in de twintigste eeuw. Nadat het tijdens de Februariramp van 1953 zwaar was beschadigd, werd het in 1958-1959 afgebroken.