Paarden in Zeeland: werk en spel

Voordat er tractors waren, hadden boeren paarden. Die verrichtten het zware werk op het land. Het Zeeuwse trekpaard werd er speciaal voor gefokt. De glorietijd van het Zeeuwse trekpaard duurde maar kort omdat de mechanisatie zijn intrede deed. Maar de paarden zijn nog steeds zeer geliefd. Ze worden uit hobby gehouden en je kunt ze tijdens demonstraties nog in actie zien.

Ontstaan

Het Zeeuwse trekpaardenras is eind negentiende eeuw ontstaan. Er werd al wel met paarden gewerkt, maar die waren niet heel geschikt voor het zwaardere werk zoals het ploegen van zware Zeeuwse klei. In Zeeuws-Vlaanderen zetten fokkers als eerste Vlaamse koudbloedhengsten in. De term koudbloed wordt in de paardenwereld gebruikt voor paarden met een zware bouw en rustig temperament. Toen men naast hengsten ook merries begon te importeren, kwam de fok echt goed op gang. Het ras kreeg nog een extra impuls toen tijdens de Eerste Wereldoorlog veel Belgen naar Nederland vluchtten en daarbij soms ook dekhengsten meenamen.

Oogstdemonstratie met Zeeuwse trekpaarden (Erfgoed Zeeland, foto Rob Imanse).

Oogstdemonstratie met Zeeuwse trekpaarden (Erfgoed Zeeland, foto Rob Imanse).

Het belang van goede paarden

Goede paarden waren eind negentiende, begin twintigste eeuw van groot belang. Ze waren nodig in de landbouw, voor het vervoer in de handel en industrie en voor sleepwerk in de havens. Zeeland was dus gebaat bij een goed paardenras. Het verbeteren van paardenrassen werd landelijk en regionaal gestimuleerd. Er werden tentoonstellingen georganiseerd en er kwam een paardenstamboek.

Werk

Paarden werden een groot deel van het jaar ingezet op het land. Ook werden ze gebruikt om boerenwagens te trekken. Hun werkzaamheden op het land volgden een redelijk vast patroon. In het voorjaar trokken ze een ‘sleepbord’ over het land om kluiten te breken en zo de grond zaaiklaar te maken. In juli en augustus was het oogsttijd voor hooi, graan en vlas en moesten er grote wagens vol oogstopbrengsten verreden worden. Daarna trokken de paarden ploegen of eggen over het land dat weer bewerkt moest worden. In september was het tijd voor de aardappeloogst; suiker- en voederbieten waren in oktober aan de beurt. En dan was het weer tijd om te ploegen. In de winter volgden een paar maanden van rust.

Mechanisatie

Toen de mechanisatie begon, werden paarden in eerste instantie ook anders ingezet. Het dorsen werd niet meer handmatig door mensen uitgevoerd. Er kwamen dorsmachines die werden aangedreven door een rosmolen – op pure paardenkracht dus. Uiteindelijk zorgde de mechanisatie ervoor dat paarden niet langer nodig waren in de landbouw. Tractoren deden het werk op het land, er kwamen door motoren aangedreven dorsmachines en vervoer kon met vrachtwagens of karren getrokken door een tractor worden gedaan. Zeeuwse trekpaarden worden nu doorgaans nog uit liefhebberij gehouden.

Drie houten heften (foto Frans Dingemanse). Op het heft rechts zijn landbouwgereedschappen afgebeeld.

Drie houten heften (foto Frans Dingemanse). Op het heft rechts zijn landbouwgereedschappen afgebeeld.

Paeremes

Hoe belangrijk paarden waren voor het boerenbedrijf, kun je ook zien aan het welbekende paeremes (paardenmes). Deze messen hebben een prachtig versierd heft met daarbovenop een bekroning in de vorm van een span paarden. Kenmerkend is ook dat de heften een hol element bevatten met daarin een balletje. Heften met snijwerk kwamen rond 1800 in Zeeland al in allerlei vormen voor. Ze waren met de meest uiteenlopende versieringen bewerkt. Gaandeweg kregen die versieringen een agrarisch thema (de meeste mensen die zo’n mes hadden, waren ook werkzaam in het boerenbedrijf). Vanaf halverwege de negentiende eeuw hebben bijna alle mesheften een span paarden bovenop. Wil je een authentiek paeremes zien, dan kan dat in het Zeeuws Museum in Middelburg. Dat heeft een aantal paeremessen in de collectie.

Zeeuwse trekpaarden in actie

Zeeuwse trekpaarden kun je zomaar tijdens een fietstochtje tegenkomen terwijl ze in de wei staan te grazen. Maar het mooist is het natuurlijk om deze forse werkpaarden in actie te zien. Stichting Het Werkend Trekpaard organiseert regelmatig demonstraties. Daarbij mogen de paarden dat doen waar ze goed in zijn: hard werken.

Zeeuwse evenementen

Tijdens traditionele Zeeuwse evenementen zijn Zeeuwse trekpaarden vaak het middelpunt van de aandacht. Ze komen in actie bij straô, ringrijden en sjezenrijden. Tijdens de straô gaan ruiters met hun paarden naar zee om hun benen te wassen. Dat zou goed helpen om hun benen en hoeven te ontdoen van ziektekiemen. Het is een feestelijke gebeurtenis en de paarden zijn prachtig versierd. Elk jaar verloop de straô volgens dezelfde agenda. Het begint acht weken voor Pasen in Renesse. Op de zaterdagen daarna is er een straô in achtereenvolgens Haamstede, Noordwelle, Ellemeet, Scharendijke en Serooskerke.

Straô in Noordwelle (Erfgoed Zeeland).

Straô in Noordwelle (Erfgoed Zeeland).

Bij het ringrijden en sjezenrijden proberen mensen zittend op een galopperend paard of zittend in een wagen een ring aan hun lans te steken. Vanaf het late voorjaar tot de late zomer zijn er wedstrijden. Vooral op Walcheren wordt de sport actief beoefend. Allerlei soorten paarden mogen aan het ringrijden meedoen en dus zie je ook veel Zeeuwse trekpaarden. Deze zijn, net als bij de straô versierd. De versieringen bij het sjezenrijden zijn aan regels gebonden. Die moeten van verse bloemen zijn. Op de site van de Zeeuwse Ringrijdersvereniging vind je een wedstrijdagenda.