Nieuwe Zeeuwse helden na het tijdperk Raas?
Waar zijn en blijven de Zeeuwse opvolgers van Jan Raas? Dienen die zich aan, is er reden tot optimisme? Het valt niet mee als renner in de buurt van de prestaties van een klasbak als Jan Raas te komen. Met een paar voorbeelden blikken we terug op het roemrijke verleden van de Zeeuw, die van 1975 tot 1985 heerste. Nu zwijgt hij in alle talen als het over wielrennen gaat. Maar eerst het heden.
Pletwals
We moeten het tegenwoordig op televisie doen met een vroege ontsnapping van Marco Minnaard. We zijn blij als een achteruit blikkende camera Johnny Hoogerland of Brian van Goethem in beeld brengt. Het is het laatste beeld, ook de commentatoren noemen beiden niet meer als de werkelijke finale begint. Wat is er aan de hand? Het geld is nu minder, de mentaliteit lijkt de neerwaartse spiraal te volgen. Ook is het moeilijk strijden tegen de machtsblokken uit Engeland, Australië maar vooral de Russen. Als een pletwals rijden die over andere ploegen heen. Aleksandr Vinokoerov van Astana en Viacheslav Ekimov van team Katusha lachen in hun vuistje om deze heerschappij uit het Oosten. De lage landen moeten passen en blijven vooralsnog het antwoord schuldig.
Bij gebrek aan nieuwe helden
Helden uit België en Nederland worden nog steeds bewierookt. Mythes van Jan Janssen, Eddy Merckx, Joop Zoetemelk en Jan Raas worden steeds meer opgeblazen bij gebrek aan nieuwe helden. De nationale trots lijkt zich terug te trekken uit de grote volkssporten. Maar eens was het anders: laten we Jan Raas’ prestaties met een aantal voorbeelden nog eens van onder het stof halen. Niet om zijn roem op te blazen maar om in de aanloop van de Tour Zeelands grootste renner nog eens op te voeren.
Reuring
Jan Raas is te vergelijken met de volksschrijver Gerard Reve. Overal waar ze hun gezicht laten zien, ontstaat reuring. Waar Raas reed, werd het oorlog in de finale. In de grote koersen, de klassiekers maar ook in het circuit van de criteriums was dat het geval.
Bijna winnaar
Oud-ploeggenoot Ludo Peeters, die van 1981 tot 1988 bij Raas reed: “In de voorbereidingskoersen op de grote klassiekers testte hij het Raleigh-systeem. Als er niet werd gewonnen, ging hij vreselijk tekeer. Dan was er iets fout gegaan, had ik of iemand anders iets stoms gedaan. Dan kreeg je dat wel te horen. Dan dacht ik bij mijzelf: die fout moet ik niet meer maken. Maar Raas kon ingrijpen als hij niet zeker wist of de overwinning veilig was. Ik lag in winnende positie in Parijs-Roubaix van 1982. Ploegmaat Jan Raas won. IJzersterk voelde ik me. Kopman Raas had voor aanvang te kennen gegeven dat hij wou winnen en dat heel de ploeg in zijn dienst moest rijden. We kwamen met een twintigtal renners voorop na de eerste zware kasseistroken. Raas wou de koers hard maken en zichzelf in een zetel zetten en maande mij dus om voor het offensief te kiezen. Dat deed ik en ik nam tot anderhalve minuut voorsprong. Met het Carrefour de l’Arbre in zicht werd de achtervolging op mij ingezet maar toen ze me bijna te pakken hadden, stokte de samenwerking en kon ik opnieuw tot één minuut uitlopen. Een groepje met Bernard Hinault en Raas kwam langszij. Op amper drie kilometer van de streep was ik eraan voor de moeite. Raas demarreerde en won met kleine voorsprong. Het heeft toen echt niet veel gescheeld of ik was als winnaar over de streep gereden. Dit doet me 35 jaar na dato nog steeds pijn.”
Combine
Paul Wellens, ploeggenoot van Raas van 1977 tot 1980, zegt in het boek Het geheim van Raleigh: “Raas moest het niet hebben van de doping, maar eerder van de combine. Daar is niets mis mee. Je moet de beste zijn om een combine te kunnen maken. Jan had veel invloed in het peloton. Als hij een afspraak maakte, hield hij zich er ook aan. Het was bij hem een kwestie van verdeel en heers en zeker niet in de slechtste zin van het woord. Hij gunde ook zijn ploegmaats iets, omdat hij inzag hoe belangrijk het was zich van hun steun te verzekeren. Jan was genereus. En daar houd ik van. Voor Raas ging ik door het vuur. Als iets hem niet zinde, kon hij furieus tekeer gaan. Dat kwam omdat hij eerlijk was. Ik weet nog dat Raas onmiddellijk nadat Knetemann de wereldtitel had veroverd zei: ‘Volgend jaar op de WK in Valkenburg is de regenboogtrui voor mij.’ En hij maakte dat waar. Na de periode Merckx was Raas de chef van de klassiekers en de Nederlandse criteriums.”
Regie
Jo de Roo: “Raas liet niet alleen zijn benen spreken. Hij haalde profijt uit zijn opleiding, de 3-jarige HBS. Die bestond nog in die tijd. Jan kon het goed en met klem verwoorden. Met een milde glimlach verpakte hij boodschappen die er niet om logen. Hij was rap van tong. Dat samen met zijn talent als sporter, zijn koersinzicht, maakte hem een renner die automatisch de regie naar zich toetrok. En wat belangrijk is: de anderen accepteerden deze rol. Jan Raas kon de heerser zijn omdat niemand hem tegenspel bood. Daarnaast was hij beresterk en herstelde hij snel. Jan Raas had aan vijf uur slaap voldoende.”
Winnen waar hij wil winnen
Raas is ook de koning van de Amstel Gold Race. Hij won Nederlands enige klassieker vijf keer. Dat was in de periode van 1977 tot en met 1982. Hij won maar liefst 14 klassiekers. Raas is een echte eendags renner. Hij is van het genre sluw en geslepen. Hij wint waar hij wil winnen. Twee keer de Ronde van Vlaanderen, één keer Milaan-San Remo, twee keer Parijs-Tours en één keer Gent-Wevelgem.
Geen vriend van de Tour
Hij won ook nog eens tien touretappes. Hij vond het in de Tour maar niets. Hij is nooit een vriend van de Tour geworden vanwege de onmenselijke behandeling van de renners. Hij voelde zich als vee behandeld bij de vele verplaatsingen na afloop van een etappe. Reizen met trein en vliegtuig waren geen uitzondering. Etappes boven de 300 kilometer stonden ook nog eens op het programma. De rit Nantes-Bordeaux van 350 kilometer deed hem huiveren. Maar hij won wel! Dat was in 1984.
Koffiedik kijken
Na Raas kwamen Zeeuwen als Davy Dubbeldam, Patrick van Passel, Hans Dekkers en halve Zeeuw Martijn Maaskant. Blessures en geringe prestaties hebben deze namen in de vergetelheid doen raken en langzaam verdwijnt de generatie na Raas uit beeld. Of breken de Zeeuwen Marco Minnaard, Johnny Hoogerland, Brian van Goethem en Nick van der Lijke toch nog door in een sterk gemondialiseerde sport? Een antwoord hierop geven is niet mogelijk. Het blijft immers koffiedik kijken.
Mythisch
Echter, wat er ook gebeurt: Jan Raas’ prestaties blijven staan als een huis. Zijn zwijgzaamheid heeft hem tot een mythische figuur gemaakt. Hij valt te vergelijken met de puissant rijke uitvinder, constructeur, producent en industrieel Howard Hughes. Hughes was een van de rijkste, markantste en invloedrijkste Amerikanen van zijn tijd. De laatste 25 jaar van zijn leven leefde hij in volstrekte, zelfgekozen afzondering. In zijn geblindeerde huis liet hij niemand toe, laat staan dat hij over zijn succesvolle verleden wilde praten. Raas laat zich wel op het voetbalveld van ‘de Patrijzen’ zien. Het wielrennen is en blijft echter een gesloten boek voor hem.
Het Zeeuwse wielrennen dreigt ook een gesloten boek te blijven als renners van de statuur van Jan Raas uitblijven. Het Oostblok lijkt de rol van de vroegere wielernaties te hebben overgenomen. Of dient er zich nog een nieuwe Zeeuwse Raas aan die het tij doet keren?