Mr. Pieter Kemp

Verhalen Huib Uil

Geschiedenis kan de oorzaak zijn van felle tegenstellingen. Zeehelden van naam worden tegenwoordig nogal eens beschouwd als vertegenwoordigers van het gewelddadig kolonialisme. Witte de With, wiens naam terugkomt in een kunstcentrum in Rotterdam, en Jan Pietersz. Coen, naar wie een tunnel werd vernoemd, zijn daar voorbeelden van.

Dubieuze straatnaam

Het is een discussie die er nog eens op attendeert dat naamgeving een glibberig terrein is, zeker als het om personen gaat. Het heeft weinig gescheeld of we hadden in Zierikzee ook een straat genoemd naar iemand die omstreden was. De straten in de wijk Malta in Zierikzee zijn bijna allemaal genoemd naar vroegere bestuurders van de stad. Op 25 april 1956 besloot de gemeenteraad een van de straten te noemen: Burgemeester Kempstraat. Na het besluit ging men nog eens de levensloop van deze mr. Pieter Kemp na. Het bleek een dubieuze keus.

Portret van Pieter Kemp, foto van schilderij uit circa 1690-1700 (Zeeuws Archief, Beeldcollectie Schouwen-Duiveland).

Portret van Pieter Kemp, foto van schilderij uit circa 1690-1700 (Zeeuws Archief, Beeldcollectie Schouwen-Duiveland).

Bestuurder

Pieter Kemp (1664-1712) was geboren in Amsterdam. Na zijn rechtenstudie vestigde hij zich in Zierikzee. Zijn voogd was mr. Anthonie Hoffer en met diens dochter Cornelia Hoffer, nog maar zestien jaar oud, huwde hij in 1688. Daarmee kreeg hij hechte relaties met het patriciaat. In 1689 werd hij pensionaris van de stad. In 1702 werd hij lid van de raad en in 1705 was hij burgemeester. Onder zijn vele andere functies was de belangrijkste die van rentmeester-generaal van Zeeland beoosten Schelde. Ambachtsheer was hij van Crayesteyn, Moermond en Zuidland. Bij Crayesteyn gaat het om een voormalig adellijk huis bij Tricht.

Duistere praktijken

Het was het genoemde rentmeesterschap dat Kemp op beschamende wijze misbruikte. Dat gebeurde door zich zo veel mogelijk de inhoud van op Schouwen gestrande schepen toe te eigenen. Dat deed hij door de rechtmatige eigenaren te dreigen en de bepalingen van de Staten van Zeeland, door wie hij was benoemd, te ontduiken. Veel van dergelijke duistere praktijken speelden zich af in slot Moermond waarvan Kemp eigenaar was. In 1703 kwam de zaak in de openbaarheid en bleek welke forse bedragen Kemp zich had toegeëigend en verdonkeremaand. Uiteindelijk kreeg Pieter Kemp twee jaar later ontslag.

Het stadsbestuur van Zierikzee bleef hem evenwel de hand boven het hoofd houden en wist te bewerkstelligen dat Kemp in 1708 afgevaardigde namens Zeeland werd bij de Staten-Generaal. De voormalige gemeentearchivaris, P.D. de Vos, merkt daarover in zijn onvolprezen werk over de Zierikzeese vroedschap op dat de benoeming laat zien ‘hoe weinig rekening men hield met de destijds zeker algemeen bekende, ongunstige antecedenten van dezen regent’. Kemp overleed tijdens de vredesonderhandelingen in Utrecht.

Vergissing hersteld

In 1962 realiseerde de gemeente zich welke fout hier was gemaakt. Het besluit om Pieter Kemp te vernoemen werd ingetrokken en op 28 september besloot de Zierikzeese gemeenteraad de straat te noemen naar een andere stadsbestuurder uit het verleden, jhr.mr. Willem Maurits de Brauw (1772-1841). Op hem was niets aan te merken, integendeel. Hij was een van de laatste raden die door stadhouder prins Willem V was aangesteld. De Brauw had een vooraanstaande rol gespeeld bij de bevrijding van Zierikzee van de Franse troepen in 1813. De burgerij stelde een groot vertrouwen in hem.

Twee portretten van mr. Pieter Kemp, zijn echtgenote en van twee dochters hebben jarenlang in de raadzaal van het stadhuis gehangen. Het waren bruiklenen van het Rijk. Verwijdering ervan is nooit ter sprake geweest. Het geval leert dat naamgeving een glibberig terrein is en blijft.

Dit verhaal verscheen eerder als column in Wereldregio, 26 november 2017.