Leven in vrijheid

Kees de Kok geeft het verhaal van de vrijheid door aan een nieuwe generatie

Kees de Kok (1933) uit Nieuwdorp is vrijwilliger in Bevrijdingsmuseum Zeeland. Hij begeleidt er schoolgroepen en vertelt bij de voorwerpen in de tentoonstelling. Veel verhalen zijn gebaseerd op persoonlijke herinneringen aan de jaren 1940-1945, de jaren waarin hij als kind heeft ervaren om te leven in onderdrukking en onvrijheid. Vandaag begeleidt hij een groepje kinderen van basisschool De Regenboog: Sofia, Morris, Dukagjin en Kevin. Ze luisteren ademloos.

Kees de Kok (Erfgoed Zeeland).

Kees de Kok (Erfgoed Zeeland).

Beroofd van vrijheid

“Ik was 7 jaar toen de oorlog uitbrak. Ik wist absoluut niet wat oorlog was. Televisie was er nog niet, een radio hadden wij niet en de krant las je als kind niet. Toen gingen de Duitsers op 10 mei 1940 de Sloedam bombarderen, een paar kilometer bij ons dorp vandaan. Ik had geen idee wat er gebeurde. Mijn zus vertelde dat er oorlog was. Ik vroeg haar: ‘Maar wat gebeurt er dan?’

Hoe moet ik het jullie uitleggen hoe het is om van je vrijheid beroofd te worden, te leven in onderdrukking. Altijd de angst te hebben dat je iets zegt dat niet mag, dat je je mond voorbij praat. Ik moest als kind veel geheim houden, terwijl ik toch ook wel veel hoorde.

Op een dag, ik was toen 10 jaar oud, liep ik naar school. We hadden school in verschillende huizen in het dorp, want het schoolgebouw zelf werd gerenoveerd. Ik werd aangehouden door de veldpolitie. Toen ik weer mocht doorlopen en ver genoeg was, riep ik hard ‘Rotmof’ en zette het op een rennen. De andere dag zag ik dat die man mij stond op te wachten bij de school. Wat was ik bang! Een week lang heb ik via geheime routes de weg naar school afgelegd. Ik durfde het thuis niet te vertellen.

Een andere keer, op weg naar school, werd ik door een NSB’er aangesproken. Hij wilde iets van mij weten, maar ik gaf hem geen antwoord. Hij dreigde: ‘Wie is je vader, dan laat ik hem oppakken.’”

Rondgang door Bevrijdingsmuseum Zeeland (Erfgoed Zeeland).

Rondgang door Bevrijdingsmuseum Zeeland (Erfgoed Zeeland).

Vliegtuigcrash

“De ochtend van 20 maart 1945 zal ik nooit meer vergeten. Nieuwdorp was al enkele maanden bevrijd en de Duitsers waren vertrokken. Ik zat op school, althans in dat huis waar we een noodschool hadden. Ineens zie ik door het raam dat er een vliegtuig recht op ons afkomt. Het vloog zomaar 20 meter boven de grond. Dat bleek een Britse Lancaster bommenwerper. Het kwam terug van een missie boven het Duitse Recklinghausen, maar werd boven het nog niet bevrijde Schouwen-Duiveland door de Duitsers beschoten. Eén motor was uitgevallen. Net voor het dorp brak de vleugel af en stortte het neer, nog geen 40 meter voor de eerste huizen, op het land van Remijn. Ik rende naar buiten. De meester riep mij terug, maar dat kon mij niets schelen. Ik moest weten wat er gebeurd was. Er waren al snel wat mensen bij. Achteraf bezien nog best gevaarlijk, want wellicht waren er nog bommen aan boord, die konden exploderen. Tegenwoordig zou er al snel een scherm om zo’n rampplek worden neergezet, maar als 11-jarig jongetje zag ik hoe de verbrande lichamen uit het wrak werden gehaald. Ze zijn ter plaatse begraven. De bemanning telde zeven personen. Enkelen leefden op dat moment nog, maar zijn op weg naar het hospitaal alsnog overleden. Allen zijn ze later herbegraven in Bergen op Zoom.

Een paar jaar geleden werden bij de bouw van een woonzorgcentrum nog een motor en twee propellers van die Lancaster in de grond gevonden. Een van die propellers is toen verwerkt in een monument dat daarna op die plek is opgericht.”

(Collectie Bevrijdingsmuseum Zeeland)

(Collectie Bevrijdingsmuseum Zeeland)

Bevrijdingsmuseum Zeeland

In de tentoonstelling in het Bevrijdingsmuseum Zeeland hangt een schilderij van een Lancaster. Daar staat Kees altijd wat uitvoeriger bij stil om dit verhaal te vertellen. Als eerbetoon aan de zeven bemanningsleden, allemaal rond de 20 jaar oud, die hebben gestreden voor onze vrijheid.

“Ik heb na de bevrijding jaren lang niet meer over de oorlog gesproken. Niemand sprak er meer over in het dorp. Het bleef een groot geheim. Toen het Bevrijdingsmuseum er kwam, was het gemakkelijker om mijn verhaal te vertellen met de voorwerpen erbij.

Ik vind het nu fijn om erover te vertellen aan bezoekers en vooral aan schoolklassen. Dat verhaal van de vrijheid wil ik graag doorgeven. En laten we vooral hopen dat er nooit meer oorlog komt en we voor altijd in vrijheid kunnen blijven leven.”