Getekend door…? Graffito op een Romeinse amfoor

door Joost van den Berg

Romeinse amforen zijn de grote transportcontainers uit de oudheid. Hierin werd bijvoorbeeld olijfolie, wijn of vissaus vervoerd. De makers van deze aardewerken amforen zorgden geregeld voor inscripties op hun producten, bijvoorbeeld door middel van een stempel met hierop hun bedrijfslogo of door teksten op het aardewerk te schilderen of erin te krassen. Dit is ook gebeurd met een olijfolieamfoor uit de Romeinse provincie Baetica (Zuid-Spanje) die gevonden is in Aardenburg, in Weide De Smet, ten zuiden van de Burchtstraat. Dit exemplaar is hier terechtgekomen in de tweede helft van de tweede of in de derde eeuw.

Graffito op een Aardenburgse amfoor.

Graffito op een Aardenburgse amfoor.

Moeilijk leesbaar

Op de bodem van deze amfoor, waarvan enkel een fragment bewaard is gebleven, staat een zogenaamde ante cocturam-graffito, oftewel een inscriptie die vóór het bakken in de klei is ingekrast. De inscriptie is circa 11 centimeter breed en 6,5 centimeter hoog. Aan het ‘format’ van deze graffito kunnen we zien dat het gaat om een handtekening oftewel een naam, een cognomen (bijnaam) om specifiek te zijn. Deze naam is geschreven in cursief Latijn en is daardoor moeilijk te ontcijferen, waardoor sommige letters open staan voor meerdere interpretaties. Daarbij helpt het ook niet dat geschreven wordt in natte klei en dat de handtekening alleen maar betekenisvol hoeft te zijn voor de desbetreffende werkplaats. Omdat dit soort inscripties relatief zelden voorkomt, ze vaak moeilijk leesbaar zijn en geplaatst worden op de bodem van het aardewerk, wordt ervan uitgegaan dat het om een administratief systeem gaat. Naast een naam wordt op dit soort inscriptie ook wel eens een kalenderdatum vermeld, af en toe in combinatie met de namen van de in dat jaar regerende consuls.

Vergrote letters als kader

Mogelijke interpretaties van deze naam zijn SOPIINIUS (Sopenius), SOTIINUIS (Sotenius) of juist SOMINIUS (Sominius). Vooral de derde letter is lastig te lezen en kan op meerdere manieren geïnterpreteerd worden. Daarnaast weten we dat de Romeinse letter E in cursief latijn vaak geschreven wordt als II. Beide S’en aan het begin en eind van de naam worden hierbij als een kader gebruikt. Dit is voor dit soort Romeinse inscripties normaal. Een zekere analogie kan natuurlijk getrokken worden met hedendaagse handtekeningen, die veelal evenmin leesbaar zijn en ook veelvuldig gebruik maken van een vergrote begin- en eindletter.

Nog eens de handtekening met vergrote begin- en eindletter.

Nog eens de handtekening met vergrote begin- en eindletter.

Om wie gaat het?

De exacte naam terzijde, wie was deze persoon? Het feit dat hij kon schrijven zegt al veel. Weinig mensen konden schrijven in de Romeinse tijd en iemand die dit wel kon was dus erg kostbaar voor een bedrijf. Vaak waren dit soort mensen als slaaf gekocht. Daardoor zien we op dit soort Spaanse amforen dan ook vaak Griekse namen voorbij komen. Niet vreemd, omdat de Grieken bekend stonden om hun geletterdheid. Sopenius/Sotenius/Sominius lijkt eerder een gelatiniseerde naam te zijn. Wellicht gaat het toch om iemand met een Iberische achtergrond. Zijn werk zal voornamelijk administratief geweest zijn. Hij was dus niet de pottenbakker, maar eerder een soort opzichter.