Driekoningen ‘in kannen en koeken’

door Jan Kuipers

Het Driekoningenfeest werd in de middeleeuwen groots gevierd. Op 6 januari herdacht men dat de ‘magiërs’ of ‘wijzen’ uit het oosten het Christuskind in zijn stal te Bethlehem kwamen bezoeken. De vrome volksverbeelding maakte er drie koningen van, naar aanleiding van de geschenken die ze meebrachten: goud, wierook en mirre. Ze kregen de namen Caspar, Melchior en Balthasar. Tal van relieken en kunstwerken herinnerden aan de ‘Aanbidding der Wijzen’. Keulen werd hun belangrijkste bedevaartplaats.

Het Driekoningenfeest, schilderij van Jan Steen (1662).

Het Driekoningenfeest, schilderij van Jan Steen (1662).

Driekoningenkan uit Reimerswaal

Het feest op 6 januari werd gevierd met onder meer religieus toneel, kinderprocessies en het eten van lekkernijen, zoals driekoningenkoeken met een boon erin. Wie de boon kreeg, was deze dag koning. Ook in de toegepaste kunst lieten de Drie Koningen sporen na. Een mooi voorbeeld is een luxe ‘Driekoningenkan’ uit de verdronken stad Reimerswaal, in het noorden van het Verdronken Land van Zuid-Beveland. Ook uit het vondstmateriaal van kasteel Hellenburg bij Baarland is een Driekoningenkan bekend. Het object uit Reimerswaal, met een hoogte van 33,5 centimeter, is gemaakt van rood- en witbakkend aardewerk met loodglazuur en koperoxide.

Driekoningenkan uit Reimerswaal, circa 1350-1400 (Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam).

Driekoningenkan uit Reimerswaal, circa 1350-1400 (Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam).

Mooie versieringen

Sommigen spreken van een misbaksel, maar toch trekken de mooie versieringen de aandacht: het gezicht op de hals en de figuren van de Drie Koningen, omgeven door florale motieven en grote ‘stippen’. De kan stamt waarschijnlijk uit Vlaanderen en wordt gedateerd in de laatste helft van de veertiende eeuw: de tijd waarin Reimerswaal zijn opgang bekroond zag met stadsrechten (1375). Met de Sint-Felixvloed van 5 november 1530, toen het Verdronken Land van Zuid-Beveland grotendeels ontstond, kwam de neergang. Na een doodsstrijd van een eeuw verlieten de laatste Reimerswalers hun stad in 1631 en trokken naar Tholen. Dat gebeurde na de Slag op het Slaak, toen enkele duizenden Spaanse krijgsgevangenen bij Reimerswaal werden gehuisvest. De Driekoningenkan mijmerde eeuwen voort op het ritme van het getij, tot hij in 1978 werd gevonden. Via de grote verzamelaar Hendrik Jan van Beuningen belandde hij in de collectie van Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam.

Hedendaagse Driekoningenkoek uit Kapelle (foto J. Bommer).

Hedendaagse Driekoningenkoek uit Kapelle (foto J. Bommer).

Driekoningen anno nu

Op verschillende plaatsen in Nederland wordt ook nu nog uiting gegeven aan het ‘Driekoningengevoel’. In Tilburg wordt bijvoorbeeld al sinds 1937 een wedstrijd Driekoningenzingen gehouden, waarbij de liedjes in recentere tijden niet meer op de religieuze overlevering zijn gebaseerd, maar vooral op de hitparade. Ook de koek met boon wordt nog gebakken, zelfs in Zeeland. Naar aanleiding van een aflevering van de rubriek ‘Uit de Zeeuwse klei’ van Erfgoed Zeeland in de PZC meldde mevrouw Bommer uit Kapelle: “Als geboren en getogen Limburgse is het bakken van de koek met boon erin een traditie die ik nog jaarlijks in ere houd, ook al woon ik al ruim 32 jaar niet meer in Limburg.” Dit jaar vond haar zoon Caspar de boon. Mevrouw Bommer: “Wat hadden we ook anders kunnen verwachten van een jongen met die naam!”