De buitenplaats Duinbeek

De buitenplaats Duinbeek werd in het begin van de achttiende eeuw gebouwd op de plek waar in de middeleeuwen een kasteel had gestaan. Huis en tuin kregen een strakke symmetrische indeling. In de negentiende eeuw werd de tuin omgezet in een landschapstuin. Het buiten bleef eeuwenlang particulier bewoond.

De naam en het huis Duinbeek doen achttiende-eeuws aan, maar dat is schijn. In 1350 schonk Wolfert van Borssele de ‘veste ende wonighe te Dunebeke’ aan de graaf van Zeeland. Tijdens een belegering in 1572 werd het kasteel door rondtrekkende geuzen geplunderd en in brand gestoken. De ruïne viel toe aan de Staten van Zeeland. Deze lieten het kasteel tot op de laatste steen afbreken.

Duinbeek gezien vanuit de lucht, 1998 (ZB, Beeldbank Zeeland, collectie Jan Bruijns, foto A. Dingemanse).

Hoge heerlijkheid

Duinbeek was behalve een kasteel ook een heerlijkheid. De heer bezat als eigenaar van de heerlijkheid het recht om – voor wat betreft zijn grondgebied – recht te spreken. Zelfs in zaken waar de doodstraf kon worden opgelegd. Aangezien het aantal bewoners van de heerlijkheid Duinbeek beperkt was tot de heer en zijn gezin en eventueel wat personeel, zal het met de rechtszaken op Duinbeek wel zijn meegevallen.

Burgemeesters

In 1637 kwam het land in bezit van Willem Boreel, burgemeester van Amsterdam. Abraham Duvelaer, burgemeester van Middelburg en bewindhebber van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) kocht het in 1715. Het echtpaar Duvelaer bewoonde ’s winters het huis ’s-Hertogenbosch aan de Vlasmarkt in Middelburg. Duinbeek werd hun zomerverblijf. Op het door Duvelaer aangekochte terrein liet hij een fraai buiten verrijzen. Bovendien liet hij vanaf Domburg een zandweg naar Duinbeek aanleggen, zodat de buitenplaats vanaf die kant goed bereikbaar was.

Tuin

De tuin kreeg een streng symmetrische indeling. Het huis werd precies gebouwd op het snijpunt van de diagonalen van het rechthoekige perceel. De slotgracht van het oude kasteel werd behouden. Een deel van de tuin, namelijk het perceel dat aan de overkant van de weg lag, werd omgezet in een sterrenbos. Achter het huis en aan beide zijden ervan kwamen boomgaarden.

Huis

Het huis zelf werd opgetrokken in eenvoudige classicistische stijl. Bovenop het middenstuk van de voorgevel werd een timpaantje geplaatst. Dat zit er nog steeds. Ook bezit het huis een uitkijktorentje, dat misschien dienst deed als theekoepel. De indeling van het huis is eenvoudig. In het midden loopt een gang, aan beide zijden daarvan is een kamer en de uitbouw aan de achterzijde bevat nog een vierkant zaaltje. Rond 1750 werd er een kleine oranjerie in de tuin geplaatst en daarachter een houten boerenschuur.

Duinbeek in Oostkapelle in de sneeuw, 1986 (ZB, Beeldbank Zeeland, collectie Jan Bruijns, foto A. Dingemanse).

Landschapstuin

Begin negentiende eeuw werd de formele tuin omgezet in een landschapstuin. Dit gebeurde vermoedelijk onder het echtpaar Sprenger. Johan Jacob Sprenger was burgemeester van Oostkapelle en getrouwd met Digna Johanna Meyners, die het buiten in 1803 erfde van haar vader. De landschapstuin ging grotendeels verloren bij de inundatie van Walcheren in 1944.

Uitgeleide van burgemeester A. Sprenger, een van de bewoners van Duinbeek, bij zijn 25-jarig ambtsjubileum. 20 februari 1971. (Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, foto P. Adriaanse)

Uitgeleide van burgemeester A. Sprenger, een van de bewoners van Duinbeek, bij zijn 25-jarig ambtsjubileum, 20 februari 1971 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto P. Adriaanse).

Naamloze vennootschap

Eind negentiende eeuw was de buitenplaats al in verval geraakt. Het huis werd niet langer bewoond en werd in 1895 geveild. De onroerende goederen werden gekocht door een nieuw opgerichte naamloze vennootschap Duinbeek. Deze werd gevormd door een aantal kapitaalkrachtige inwoners van Middelburg. Onder de aankoop viel ook het buiten Berkenbos. Beide buitenplaatsen werden opgeknapt en verhuurd aan de aandeelhouders. Korte tijd was ook het in 1857 aangelegde buiten Eikenoord in bezit van de NV, maar dit buiten ging in de Tweede Wereldoorlog verloren. Duinbeek is tot op heden particulier bewoond. Gedeelten van het omliggende park zijn voor wandelaars opengesteld.

Literatuur

Martin van den Broeke, Buitenplaatsen op Walcheren; aanhangsel: leven en werk van Jan Arends, 1738-1805, Amersfoort 2001.
H. Tromp en R. van Immerseel, Duinbeek te Oostkapelle: een buitenplaats in de tuin van Zeeland, in: De Woonstede door de eeuwen heen nr. 125 (2000) 12-19.