Bikkelen

Bikkelen is een oud behendigheidsspel, dat vooral door meisjes werd gespeeld. Rond 1900 gebeurde dat nog op grote schaal, maar nu is het nagenoeg verdwenen. Het spel werd bij voorkeur gespeeld op hardstenen stoepen. Mede daarom was het ook in de steden geliefd.

Zakje met bikkels en stuiters (Museum de Schotse huizen, Veere).

Zakje met bikkels en stuiters (Museum de Schotse huizen, Veere).

Gewrichtsbeentjes

Rond Pinksteren haalden de meisjes hun bikkels tevoorschijn. Bikkels waren vaak gewrichtsbeentjes die afkomstig waren uit de hiel van een geit of schaap. Ook werden er loden of ijzeren voorwerpen voor gebruikt, gepolijste steentjes, houten blokjes of schakels van een fietsketting. Om het spel te spelen, had elk meisje vier bikkels en een balletje (knikker of kaatsballetje) nodig.

Speelwijze

De speelster gooide met haar rechterhand het balletje op en ving het na één keer stuiteren weer op. Tegelijkertijd gooide ze de bikkels op de grond. Alle bikkels moesten uiteindelijk met dezelfde kant omhoog komen te liggen. Dat lukte vrijwel nooit in een keer. In de tijd tussen het opgooien en vangen van het balletje moest de speelster met haar rechterhand de bikkels een voor een in een bepaalde stand draaien. De verschillende zijden van de bikkel hadden een eigen naam, die voor elke streek weer anders was.

Lagen de bikkels met de juiste kant naar boven, dan werden ze, weer in de tijd tussen gooien en vangen van het balletje, een voor een opgepakt, daarna twee aan twee, drie en een en tenslotte alle vier tegelijk. De kunst was om tussen het kaatsen en vangen van het balletje een of meer bikkels in een bepaalde volgorde te keren of op te rapen. Als het balletje meer dan een keer stuiterde of als de speelster mispakte, verkeerd draaide of zich vergiste in het aantal, was ze af en ging de beurt naar de volgende. Kwam ze weer aan de beurt, dan ging ze verder waar ze gebleven was. Overigens konden de spelregels per streek enigszins variëren.

Drie meisjes spelen op de stoep het bikkelspel. Detail uit ets door Jan Luyken, 1712 (Rijksmuseum Amsterdam).

Drie meisjes spelen op de stoep het bikkelspel. Detail uit ets door Jan Luyken, 1712 (Rijksmuseum Amsterdam).

Liedjes

Onder het bikkelen werden ook liedjes of versjes gezongen. Daarbij hoorden dan weer per plaats afwijkende spelregels. Maar overal gold dat snelheid en behendigheid de belangrijkste vaardigheden waren om een spelletje als winnares te kunnen afsluiten. Bikkelen werd niet alleen in Zeeland gedaan, maar kwam overal in Nederland voor. Op verscheidene prenten is het spel vereeuwigd en in museale collecties in Zeeland worden bikkels bewaard.

Literatuur

V. de Tier (eindred.), Koekoek schietebroek; kinderspelen in Zeeland, Biervliet 2005.