IJspret in Valkenisse

door Leida Goldschmitz-Wielinga

In de jaren negentig van de twintigste eeuw is het in 1682 verdronken dorp Valkenisse bij Waarde, Zuid-Beveland, intensief onderzocht. Een van de vele vondsten was de halve onderkaak van een paard. De spiegelgladde onderkant was sterk afgesleten, in het opgaande stuk zat een gat. Dit was ongetwijfeld een deel van een ‘kaaksleetje’. Sinds de middeleeuwen zijn delen van paarden- en runderskeletten hergebruikt. Middenhands- of middenvoetsbeenderen werden gebruikt als glis (een soort schaats), teenkootjes bij het kootspel, sprongbeentjes van schapen bij het bikkelen.

Zitplankje

Dit kaaksledefragment was het eerste uit Zeeland. In 2011 is er ook een gevonden in Hulst (onderzoek Bierkaai). Kaaksleetjes waren bestemd voor de kleintjes. Van twee naast elkaar geplaatste onderkaken werd van de binnenste helften de rechtopstaande achterkant horizontaal afgezaagd. Alle vier de delen kregen een gat, waardoor een stok gestoken werd die de twee kaken bij elkaar hield. Ook de voorzijden werden verbonden. Op de kiezen van beide kaken kwam een zitplankje. De kaken zelf fungeerden als glijders. Zo’n sleetje heet in de literatuur een ‘catamaran-type’. Een sleetje van één onderkaak is wankel; de kaak uit Hulst is wel van dit type. Ook zijn sleetjes gemaakt van twee helften van één kaak, verbonden door balkjes en met een plankje als rugleuning.

De paardenkaak uit Valkenisse.

De paardenkaak uit Valkenisse.

Oude merrie

Sinds de vijftiende eeuw was een kind op een kaaksleetje een populair motief op schilderijen en tekeningen van winterse landschappen, onder andere van Pieter Brueghel de Oude, van zijn zoon Pieter Brueghel de Jonge en Hendrik Avercamp. In een psalter uit Gent van omstreeks 1325 zien we er al eentje afgebeeld. Altijd bewegen de kinderen hun sleetje voort met een prikstok met metalen punt, vandaar ook de naam priksleetje. Onderzoek wees uit dat de kaak van Valkenisse afkomstig was van een merrie die een tamelijk hoge leeftijd had bereikt, naar schatting tussen de 15 en 20 jaar. Omdat de hoek- of haaktanden ontbreken weten we dat het een merrie was. Het kaakfragment is nu te zien in het dorpshuis MeerWaarde in Waarde.

Twee kaaksleetjes. Pieter Brueghel de Jonge, Volkstelling te Bethlehem, 1605-1610, fragment.

Twee kaaksleetjes. Pieter Brueghel de Jonge, Volkstelling te Bethlehem, 1605-1610, fragment.

Literatuur

Leida C.J. Goldschmitz-Wielinga, IJspret in Valkenisse, in: Jan J.B. Kuipers (eindred.), Sluimerend in slik; verdronken dorpen en verdronken land in zuidwest Nederland, [Vlissingen/Middelburg] 2004, 111-113. 
G.F. IJzereef, A Medieval Jaw-Sledge from Dordrecht. Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, 1974.
Teo de Jong, Het beste paard van stal; middeleeuwse paarden uit Eindhoven en Helmond. Afd. Archeologie Gemeente Eindhoven, 2001.
Annemarieke Willemsen, Kinder delijt; middeleeuws speelgoed in de Nederlanden, Nijmegen U.P. 1998.