Zeeuwse groeten
Op Walcheren hoort men wel eens ’n Goedendag kost gêên pond. Het bewijst dat groeten van iedereen verwacht wordt. We groeten zo vaak dat we ons nauwelijks bewust zijn van onze manier van groeten, maar we worden er wel op aangekeken als we het niet doen.
Goeiedag
In Zeeland gebruikt men net zoals in alle andere regio’s in ons taalgebied het gewone goeiedag, goeiemorgen, goeiemiddag en goeienavond in alle dialectische variëteiten die mogelijk zijn. Het eerste deel van deze groet klinkt vrijwel overal als hoeie– behalve in Goeree-Overflakkee waar men de g uitspreekt in het dialect. Het tweede deel kan variëren. Avond varieert omdat de lange aa in Zeeland gerealiseerd kan worden als ee, éé, ae of ao en de d kan wegvallen. De korte vorm g’ndag is zeldzaam en waarschijnlijk ingevoerd; men hoort het wel op Overflakkee.
Goeiedag kan ook synoniem zijn met groet. Zo hoor je in Renesse d’n goedendag mot j’ebbe ‘ik moet je de groeten doen’. Een goeiedag zeggen betekent in Breskens een welkomstbezoek maken bij nieuw aangekomenen. Maar goeiedag kan ook gebruikt worden bij het afscheid. Dat kan niet met goeiemorgen, middag, aevend dat enkel als begroeting gebruikt wordt. Het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten (WZD) noteert ook nog het in onbruik geraakte achtermiddag als groet voor ’s middags.
Soms voegt men iets aan de ‘goeiedag-groet’ toe. Op Walcheren hoor je hoejedag oallemaele of oallehaere, in West-Zeeuws-Vlaanderen goej’n aovond elkêêntje ‘iedereen’ of elk z’n goeje middag.
Het WZD noteert ook een groet gevolgd door alleenig ‘alleen’, gericht tot èèn persoon. Deze groet was rond 1900 nog in gebruik in delen van Walcheren. Bij het ontmoeten van twee personen kon je groeten met aollebei(e), maar het is nu wel ouderwets: hoejen aevend oallebei. En oe staet ’t leeven? Als antwoord kunt u er het volgende verwachten: da gae nog à en oe is ’t mee joe?. Of ’t schikt à wel, ôôr! En mee joe? Als het niet zo goed gaat, kan men ’t ouw nie oover of ‘t ei nie oover of ’t ei gêên overschot als antwoord verwachten.
Heuj/hoj/hoei
Een andere veel gehoorde begroeting in Zeeland (en ook daarbuiten) is het informele heuj of hoj. Het komt in allerlei vormen ruim verspreid in het taalgebied voor. De oudste vorm zou hei zijn, een vorm om aandacht te trekken. Of het Noord-Bevelandse hoei hierbij hoort of een verkorting is van de goeie, is niet zo gemakkelijk uit te maken.
Bonjour en afgeleiden
Net zoals in het Vlaanderen horen we in Zeeland bezjoer (afgeleid van het Franse bonjour). Het nonchalante en familiaire tjur, tjeur, tju, tjui of tjeu, waarin tj een verscherping is van dj uit djoer (jour), is eveneens een verkorting uit het Franse bonjour. Vrijwel heel Zeeland gebruikt bezoere(n) of bezjoeren voor ‘tegen iemand groetend met de hand wuiven’. Het wordt het meest gebruikt tegenover kinderen: bezoert eens tegen oma. Ook ’n bezoertje geve(n) wordt gebruikt. Een bezoertje is een groet, door het wuiven met de hand.
Andere groeten
Als bekenden op bezoek komen, zegt men in Oost-Zeeuws-Vlaanderen: kom binne(n), pak ’ne stoel en zet oa (kom binnen en neem plaats) of komt ’r in, ’t sal schuën zijn. Bij het voorbijgaan gebruik je heel vaak gewoon de voornaam of familienaam van degene die je ontmoet, gecombineerd met een hoofdknik of met het opsteken van je hand. In Goeree-Overflakkee zegt men in dit geval ook wel gôôt/gaet ’t. In Hulst groet men goede kennissen met de wat eigenaardige formule De modjo! Wat de etymologie ervan is, is onbekend. Met wat fantasie zou het een vervorming kunnen zijn van de mazzel, maar zekerheid hierover is er niet.
De groeten overmaken aan anderen
Groeten overmaken aan anderen doe je in Zeeland meestal met de komp(e)lement’n (complimenten) en een enkele keer met groetenisse (Walcheren: doe je de hroetenisse tuus? J’ebbe de hroetenissen van ulder) of met goeiedag: je moet ’r d’n goei’n dag van en, k mos je d’n hoeien dag doeë.
Niet groeten
Als iemand niet groet, kan dat gevolgen hebben. Van bekenden krijg je onmiddellijk de vraag kajje nie spreken met de betekenis ‘kan je niet groeten’. Andere antwoorden als iemand je niet groet, zijn: Ok hoeien dag; Ken jie gin erme mensen mi?; Eei, oor je me nie; die’s oek van weinug zehhen en è je je bril nie op?
Slot
Groetwoorden worden in allerlei situaties gebruikt. Sommige groeten zijn zowel groetwoorden als afscheidswoorden, of worden gebruikt als uitroep van verbazing. Groetwoorden worden zo vaak gebruikt dat ze met de juiste intonatie op velerlei manieren kunnen worden gebruikt. Ze zijn immers een essentieel onderdeel van ons dagelijkse leven.
Bronnen
V. De Tier, ‘Ik wens je al wat wenselijk is’; groeten en wensen in Zeeland, in: V. De Tier, J. Swanenberg en T. van den Wijngaard, Moi, adieë en salut. Het dialectenboek 10 (2009).
www.zeeuwsewoordenbank.nl (Woordenboek der Zeeuwse Dialecten en Supplement)