Vuurtorens en kustlichten

door Jan Kuipers

Streekbewoners voorkwamen in 2020 dat de felrode kleur van de spiraalvormige baan op de vuurtoren van Nieuw-Haamstede gewijzigd werd. Het was een teken dat hun vuurtorens de Zeeuwen aan het hart gebakken zitten. Langs de Zeeuwse kusten staan nog acht werkende ‘klassieke’ vuurtorens en enkele gedoofde. Sommige vormen een ‘lichtenlijn’ met een andere toren (hoog en laag), vele zijn rijksmonument. Daarnaast functioneren voor een veilige scheepvaart talrijke kustlichten en lichtopstanden, bijvoorbeeld aan kanaalmondingen en havenhoofden.

De term ‘kustlicht’ wordt zowel zelfstandig gebezigd als voor het licht in een vuurtoren. Lichtopstanden hebben eerder een paalachtig karakter. De geschiedenis van het gezamenlijke fenomeen gaat terug tot de oudheid. Moderne vuurtorens met draailichten, lenzen en spiegels kennen we vanaf de negentiende eeuw. Ze werden voorafgegaan door kapen (herkenningsconstructies zonder vuur) en vuurboeten of vuurbakens met open vuren. We zien ze op oude kaarten en er zijn ook archeologische sporen van bekend, zoals in Saeftinghe.

Vuurboet bij Westkapelle (Visscher-Romankaart van Zeeland, 1656).

Vuurboet bij Westkapelle (Visscher-Romankaart van Zeeland, 1656).

Walcheren

De voormalige, vijftiende-eeuwse kerktoren in Westkapelle is al in 1817/1818 ingericht als moderne vuurtoren, met vijftien ‘Argandse lampen’ (olielampen) en ‘even zovele koperen, met zilver bepletten, parabolischen lichtkaatsers’. Na blikseminslag en brand in 1831 volgden de eerste vernieuwingen. De 52,3 meter hoge, publiek toegankelijke toren vormt als ’t Hoge Licht een lichtenlijn met ’t Lage Licht (Noorderhoofd) aan de Zeedijk in Westkapelle, een ronde, gietijzeren toren (11,5 meter) uit 1875/1876. Beide zijn toegankelijk.

Vuurtoren bij Westkapelle, schilderij van Piet Mondriaan, 1908 (Kunstmuseum Den Haag).

Vuurtoren bij Westkapelle, schilderij van Piet Mondriaan, 1908 (Kunstmuseum Den Haag).

In 1891 verrees op het Keizersbolwerk in Vlissingen een vijfhoekige vuurtoren, bestaand uit een gietijzeren staketsel (de ‘stoel’) met daarop een lichthuis (10,6 meter). Hij diende als havenlicht en sectorlicht (alleen vanuit een bepaalde hoek te zien). De Belgische loodsdienst gebruikte hem als uitkijkpost. De karakteristieke, felrode toren is in 1989/1990 als replica herschapen, met de stoel in plaatijzer. Aan het Nollehoofd in Vlissingen staat een grote stalen lichtopstand (6,1 meter, sectorlicht).

In 1950/1951 bouwde men in de duinen tussen Westkapelle en Vlissingen drie vierkante bakstenen vuurtorens met piramidedaken: de ‘Sergeant’ in Zoutelande (Westkapelseweg, 12,8 meter) en Kaapduinen Hoge Licht en Lage Licht (12,6 en 13,8 meter), die samen een lichtenlijn vormen. Ze vertonen beide opvallende rode en gele banen, de Sergeant is baksteenbruin.

Schouwen-Duiveland

Het vergaan van vier schepen vóór Schouwen in de winter van 1831/1832 leidde tot de vervanging van twee vuurboeten in de duinen door een vuurtoren met draailicht bij de latere buurtschap Nieuw-Haamstede. Pas in 1837-1840 werd deze ronde, bakstenen vuurtoren Wester-Schouwen (50 meter) gebouwd met drie dienstwoningen. De rood-witte, spiraalvormige beschildering uit 1935 moest vliegtuigbotsingen voorkomen na aanleg van het vliegveld Haamstede (1932).

Vuurtoren van Nieuw-Haamstede (foto H.M.D. Dekker).

Vuurtoren van Nieuw-Haamstede (foto H.M.D. Dekker).

Elders op Schouwen stonden in de periode 1856-1916 drie nu verdwenen vuurtorens: een achtkantig gietijzeren exemplaar in Renesse (Noord-Schouwen Laag), die een lichtenlijn vormde met Noord-Schouwen Hoog in Noordwelle. Beide zijn afgebroken in 1915/1916; twee vervangende ijzeren lichtopstanden verdwenen in 1932. De gevelsteen van de toren van Noordwelle bleef behouden en werd aan de Dorpsring geplaatst. Een 3,8 meter hoog, betonnen en bakstenen torentje aan het Verklikkerpad (Burgh-Haamstede, 1949) is gedoofd in 1996.

Het voormalige lichthuis van Burghsluis (foto H.M.D. Dekker).

Het voormalige lichthuis van Burghsluis (foto H.M.D. Dekker).

Zeeuws-Vlaanderen

De achtkantige gietijzeren vuurtoren van Breskens op de zeedijk bij Nieuwe Sluis (1867, 22,4 meter) is net als ‘t Lage Licht bij Westkapelle en acht andere nog bestaande Nederlandse vuurtorens ontworpen door de architect Quirinus Harder. Het is de oudste ijzeren, nog werkende vuurtoren in Nederland. Hij draagt een opvallende zwart-witte beschildering en is open voor bezichtiging. Hij vormde een lichtenlijn met het in 1978 naar het Spuiplein in Breskens verplaatste Lage Licht uit 1906 (11,2 meter, gedoofd circa 1940). De lichtopstand Kruishoofd aan de Zeeweg in Groede (1922) is gedoofd in 2011.

Terneuzen bezit sinds 1992 een ronde stalen vuurtoren (10,2 meter) aan de Scheldeboulevard, functionerend als sectorlicht. De iconische, in 2000 afgebroken watertoren van Terneuzen diende voorheen ook als vuurtoren. Aan de Nieuw Neuzenweg (Hoek) bevindt zich een stalen lichtopstand van 14,6 meter.

Zuid-Beveland

Op het havenhoofd van Hoedekenskerke, aan de Nieuwe Veerweg, staat een opvallend bakstenen, vierkant vuurtorentje (sectorlicht) van 4,6 meter uit 1914. Ook de zeskantige, gietijzeren vuurtoren aan de Tramperweg in Hansweert (8 meter) dateert uit 1914. Deze bestaat uit een stoel met lichthuis en is gedoofd in 1992. Een omstreeks 1995 gedoofd lichthuis aan de Biezelingsche Ham kwam in particuliere handen en verdween naar Bergen op Zoom.

Bijzonder

Het geval van de Terneuzense watertoren staat niet op zichzelf, elders in Zeeland vinden we eveneens ‘afwijkende’ vuurtorens. De uit ongeveer 1910 daterende schoorsteen van het Stoomgemaal Oosterschelde bij Poortvliet functioneerde tot 1986 ook als kustlicht, evenals tot 1924 de laatmiddeleeuwse Campveerse Toren in Veere. Aan het nabije havenhoofd staat sindsdien een lichtopstand (sectorlicht).

Het koepelachtige kantoortje van de havenmeester op het havenplateau van Burghsluis is de voormalige lichtkoepel van de vuurtoren van Nieuw-Haamstede (1882-1981). Wat verder oostwaarts fungeerde de vijftiende-eeuwse Plompe Toren van het verdronken Koudekerke als ‘dagmerk’ (baken zonder vuur). Van de in Zeeuwse wateren gestationeerde lichtschepen bleef binnen de provincie alleen het in Walsoorden afgemeerde casco over van Lichtschip 9 (1933, binnengehaald 1978).