Middeleeuwse vuurbakens in Oud-Rilland?

door Hans Jongepier

In de zomer van 2015 kwam bij de toenmalige SCEZ (nu Erfgoed Zeeland) een vondstmelding binnen van een blootgespoelde, bijna halfronde bakstenen fundering op de slikken bij Rilland in oostelijk Zuid-Beveland. Mogelijk gaat het om vuurbakens voor de scheepvaart, uit de vijftiende of zestiende eeuw.

Baksteenformaten en datering

Het grootste deel van de vermoedelijk oorspronkelijk ronde structuur bleek al te zijn geërodeerd. Van het nog intacte funderingsdeel resteerden nog één tot drie steenlagen. De fundering had een breedte van 68 centimeter. Als het een ronde structuur was, zal de diameter buitenwerks ongeveer 4,5 tot 5 meter hebben bedragen. De rode en gele baksteenfragmenten waren 12 centimeter breed en 6,5 centimeter hoog. De lengte is onbekend, want gave stenen waren niet aanwezig. Deze formaten wijzen op een datering in de late middeleeuwen of het begin van de Nieuwe tijd (vijftiende/zestiende eeuw).

Vermoedelijk vuurbaken van het verdronken Rilland (Erfgoed Zeeland).

Vermoedelijk vuurbaken van het verdronken Rilland (Erfgoed Zeeland).

Zeldzaam

Aardewerkfragmenten of andere archeologische resten om de datering nauwkeuriger te bepalen zijn niet aangetroffen. Omdat het een geïsoleerd spoor was, is het mogelijk dat hier een vuurbaken in de vorm van een rond torentje heeft gestaan, in het buitengebied van het in 1530 en 1552 verdronken dorp Rilland. Het dorp zelf ligt nu bijna helemaal in de vaargeul. Archeologische resten van vuurbakens zijn voor Nederland zeer zeldzaam. Volgens de melder was twintig jaar geleden zo’n 80 meter verder naar het oosten eenzelfde spoor zichtbaar, maar dat is in de loop van de tijd geheel weggespoeld.

Bakens aan weerszijden?

Of er sprake is geweest van een zogenaamde lichtlijn tussen de twee bouwsels ten behoeve van de scheepvaart blijft speculatief. Twee vergelijkbare sporen met ongeveer dezelfde onderlinge afstand en met een laatmiddeleeuwse datering zijn de afgelopen jaren blootgespoeld op tegenoverliggende slikken in het Verdronken Land van Saeftinghe. In rekeningen uit de jaren 1365-1369 wordt een veer vermeld, dat de verbinding tussen Saeftinghe en Rilland onderhield. Het veer en andere schepen kunnen toen al gebruik hebben gemaakt van de aanwezigheid van de vuurbakens. Helaas zijn inmiddels bijna alle sporen ervan uitgewist.