Penningen voor ‘legale’ armen
door Henk HendrikseDe bouwput van het gerechtsgebouw aan de Kousteensedijk in Middelburg leverde medio 1993 een stroom vondsten en nieuwe archeologische gegevens op, zoals funderingen van het voormalige rasp- en spinhuis. Tussen de mobiele vondsten bevonden zich ook enkele armenpenningen. De ‘context’ van het materiaal is een laaggelegen gebied, dat tussen 1540 en 1550 ingeklemd lag tussen de toen nog recente Kousteensedijk en de stadsmuur. Het werd in de periode 1550-1570 opgevuld met stadsvuil.
Niet bedelen zonder ‘teeken’
De armenpenning was een soort collectief identiteitsbewijs van ‘legale’ armen. In april 1565 werd uit het Middelburgse stadhuis afgekondigd, dat alle bedelaars die nog geen vier jaar in de stad hadden gewoond, deze onmiddellijk moesten verlaten en dat niemand nog mocht bedelen zonder ‘teeken’, ontvangen van de aalmoezenier. Het werd bovendien verboden dit teken te ‘vervreemden’ (verkopen, weggeven en dergelijke). Waarschijnlijk ging het bij deze bepaling mede om de hier behandelde, uit lood of koper vervaardigde armenpenningen.
Latoenkoper
Onder de particuliere vondsten van het terrein bevonden zich drie van dergelijke penningen uit het jaar 1531. Ze zijn vervaardigd uit zeer dun koperplaat, ook wel latoenkoper genoemd. De plaatjes zijn met één of meerdere stempels eenzijdig van een voorstelling voorzien. Vervolgens werden ze ruwweg uitgeknipt, waarbij aan de bovenzijde een draagoog werd meegeknipt. De voorstelling op de penning wordt voor het grootste deel ingenomen door het wapen van Middelburg, de bekende burcht, geflankeerd door het jaartal 15 – 31. Het omschrift luidt: SALICH ZIN.SI.DIE GHEESTELICK ARM SIN:MIDDELBURCH.
Stadsrekening
De bovengenoemde tekst is een verbastering van de spreuk uit het Bijbelboek Mattheus 5, vers 1 tot 12: ‘Zalig de armen van geest, want hunner is het koninkrijk der hemelen’. Het bijzondere van deze penningen is dat we er ook een vermelding van vinden in de stadsrekening van Middelburg van 1531. Hierin is sprake van het vervaardigen van zeshonderd ‘teyken van latoen, die de armen dragen’. Het aantal armen in de stad was niet gering!
Literatuur
R.M. van Heeringen, H. Hendrikse en J.J.B. Kuipers (red.), Geld uit de belt: archeologisch onderzoek in de bouwput van de gemeentelijke parkeerkelder en het belastingkantoor aan de Kousteensedijk te Middelburg, Vlissingen 1994.
H.M. Kesteloo, De stadsrekeningen van Middelburg van 1500-1549, in: Archief Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 1888-VI-3, 257-426.
M.G.A. de Man, Keuze uit de numismatische geschriften van Marie G.A. de Man, Middelburg 1980, 23.