Kasteel Westhove

Adellijke heren, stadse bleekneusjes en rugzaktoeristen: kasteel Westhove, gelegen tussen Domburg en Oostkapelle heeft in de loop der eeuwen vele tijdelijke bewoners gehad. Het kasteel ligt in de Manteling, een gebied met bossen en duinen en in de zeventiende en achttiende eeuw een geliefd gebied voor de Middelburgse elite om zich op hun zomerverblijven terug te trekken. In de middeleeuwen maakte het slot deel uit van de bezittingen van de Middelburgse abdij.

Aangename plaats

Van de dertiende tot in de zestiende eeuw was het slot eigendom van de abten van de Middelburgse abdij. Bisschop Nicolaas de Castro schreef in 1562 over zijn bezit: ‘Een zeer aangename plaats, waar alles heel smaakvol en voortreffelijk is ingericht. Dat huis heeft heel mooie kamers en wandelplaatsen, die goed genoeg zouden zijn om een prins te ontvangen.’ Dat laatste is dan ook diverse malen gebeurd. Zo verbleef graaf Floris V er in 1290, was Karel de Stoute er in 1460, Filips de Schone in 1500 en kwam Karel V er zelfs diverse malen (in 1515 en 1540).

Kasteel Westhove in de Manteling bij Oostkapelle.

Kasteel Westhove in de Manteling bij Oostkapelle.

Watergeuzen

Ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog veroverden de watergeuzen het kasteel. Daarbij ging een groot gedeelte (onder meer de achterzijde en de beide zijvleugels) door brand verloren. Wat we nu nog kunnen zien zijn de gebouwen van de eigenlijke voorburcht. Maar met voorplein en slotgracht geeft een en ander toch een romantisch beeld van een middeleeuws kasteel.

Buitenhuis

Het slot en omgeving zijn al eeuwenlang een trekpleister. Vanaf de zeventiende eeuw deed Westhove dienst als buitenhuis van voorname Zeeuwse families. Zo herinnert de reiger, die nu op een van de torens aangeeft uit welke hoek de wind waait, aan de familie Van Reigersberg. Deze familie had het kasteel in de eerste helft van de achttiende eeuw in bezit. Later kwam het in handen van de Middelburgse regent en mecenas Johan Adriaan van de Perre. Diens vrouw, Jacoba van den Brande erfde het goed in 1762 van haar peetoom, Jacobus van Reigersberg. Het echtpaar liet bij het kasteel een oranjerie bouwen. In 1786 ontving Van de Perre stadhouder Willem V op Westhove. Het kasteel bleef vrijwel de gehele negentiende eeuw nog in particulier bezit, in alle gevallen ging het om gegoede inwoners van Middelburg. In die tijd werd ook de zogeheten ‘Romeinse brug’ in het park gebouwd, een ‘folly’, in de negentiende-eeuwse tuinaanleg zeer populair.

Westhove zoals het er in volle glorie moet hebben uitgezien. Aquarel, eind 17de eeuw, kopie van een oudere afbeelding. (Zeeuws Archief, collectie Zeeuws Genootschap, Zelandia Illustrata)

Westhove zoals het er in volle glorie moet hebben uitgezien. Aquarel, eind zeventiende eeuw, kopie van een oudere afbeelding (Zeeuws Archief, KZGW, Zelandia Illustrata).

Herstellingsoord

In 1889 liet de toenmalige eigenaresse, mevrouw De Bruijn-Boddaert, Westhove omzetten in een herstellingsoord voor kinderen. Het herstellingsoord was bestemd voor zieke kinderen uit gezinnen waarvan de ouders niet in staat waren om een helend verblijf in een badplaats te betalen. In 1926 werd voor het herstellingsoord een speciale stichting opgericht. Een aantal burgemeesters op Walcheren vormde het bestuur. De bedoeling was plaats te bieden aan kinderen uit Middelburg en Vlissingen.

Westhove omstreeks 1920, prentbriefkaart (ZB, Beeldbank Zeeland).

Hostel

Nu is in het kasteel een hostel gevestigd. En de 18de-eeuwse oranjerie biedt thans plaats aan museum Terra Maris (voorheen het Zeeuws Biologisch Museum). De nabijgelegen heemtuin bevat voorbeelden van Zeeuwse landschapstypen en bovendien bevindt zich hierin de reconstructie van een mottekasteel.

Wandelpad in het bos- en duingebied bij Westhove.

Wandelpad in het bos- en duingebied bij Westhove.