Het Zeeuwse postekop en varianten

Verhalen Erfgoed Zeeland

De bekendste Zeeuwse woorden voor hoofdkaas zijn poskop of postekop. Dit vleesgerecht krijgt ook buiten Zeeland vaak namen met kop en hoofd. Het benoemingsmotief is duidelijk: bij de bereiding wordt vooral het vlees van de varkenskop gebruikt.

Poskop en postekop zijn typisch Zeeuwse woorden voor hoofdkaas.

Poskop en postekop zijn typisch Zeeuwse woorden voor hoofdkaas.

Waar?

Op Walcheren, Zuid- en Noord-Beveland, Tholen, Schouwen-Duiveland en Overflakkee is poskop in gebruik, op Schouwen-Duiveland, in West-Zeeuws-Vlaanderen en in het Land van Axel postekop. De variant zonder o maar met e, peskop dus, vindt men op Tholen en in het Land van Axel. In Domburg wordt de hoofdkaas ook geposte kop genoemd.

Herkomst van poskop en postekop

De o van pos(te)kop is dezelfde als die uit kossemisse, gos en vosse soppen. Als een e of a voor r+s staat in het Nederlands, hoor je in Zeeland vaak een o en is er wegval van de r. Vers wordt vos, kerstmis kossemisse en gras (dat eigenlijk gars/gers is) gos. Poskop is dus eigenlijk hetzelfde als perskop of preskop, dat bekend is in andere regio’s verspreid in het Nederlandse taalgebied. De r verspringt of valt weg. Een enkele keer komt pastekop voor, zoals in de kuststreek in Vlaanderen. Sommige taalkundigen denken dat pastekop en postekop niets met perskop te maken hebben. Dit paste zou zijn afgeleid van het middeleeuwse pasta voor deeg of massa, ontleend aan Oudfrans paste (het Franse pâte) en afgeleid van het Latijnse pasta. Andere vermoeden dat de eerste herkomstverklaring, nl. ‘kopvlees dat geperst is’, de juiste is. Het Oost-Vlaamse ges en het Zeeuwse gos is in grote delen van West-Vlaanderen immers gas. En we kennen ook het trio be(r)sten, ba(r)sten en bor(s)ten ‘barsten’. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal vermeldt parsen en porsen beide als nevenvormen van persen. De vorm parsen is ook Middelnederlands en is nu nog te horen in het noorden van Nederlands-Limburg in parsvleis of paarsvleis.

Verspreiding van de dialectwoorden voor hoofdkaas (dialectkaart Vakgroep Taalkunde, afdeling Nederlands (UGent) uit Variaties op je bord! Dialect en jongerentaal voor eten en drinken).

Verspreiding van de dialectwoorden voor hoofdkaas (dialectkaart Vakgroep Taalkunde, afdeling Nederlands (UGent) uit Variaties op je bord! Dialect en jongerentaal voor eten en drinken).

Andere varianten

In het Land van Axel noemde men dit gerecht kopvlees. Andere namen zijn kop op Walcheren, plakkop op Schouwen-Duiveland, wostekop op Walcheren, de Bevelanden en in West-Zeeuws-Vlaanderen. Hoofdvlakke is dan weer bekend in West-Zeeuws-Vlaanderen en ook over de grens in Vlaanderen. In Breskens is oorflakke opgetekend, een volksetymologische aanpassing. Dat betekent dat de spreker het oorspronkelijke hoofd in de samenstelling niet herkent en er iets anders van maakt, in dit geval oor; er zitten wellicht ook varkensoren in het gerecht. Het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten geeft ook de vorm zult(e) op. Geroost (uitgesproken als gruust en grôôst) duikt op in het Land van Hulst en in het Waasland net over de grens. In Oost-Zeeuws-Vlaanderen gebruikt men behalve geroost ook nog kiepkap. Dat er vroeger verschillende varianten van hoofdkaas bestaan hebben, blijkt uit sommige reacties van informanten. De vorm zulte impliceert dat er een zure toevoeging is. Ook geroost zou een net iets andere bereidingsvorm zijn. Zoals vaak gebeurt is er hier wellicht sprake van dialectverlies. Vroeger bestonden er verschillende benamingen naast elkaar. Maar door het verdwijnen van de diversiteit van deze bereiding, bleef slechts één woord bewaard. Die diversiteit is af te lezen op de dialectkaart getekend op basis van gegevens van de drie regionale woordenboeken (de woordenboeken van de Vlaamse, Brabantse en Limburgse Dialecten) en het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten, waar u verspreid in het zuidelijk Nederlandse taalgebied verschillende varianten kunt aflezen.

Bronnen

F. Debrabandere, Oost-Vlaams en Zeeuws-Vlaams Etymologisch Woordenboek, Amsterdam 2005.
F. Debrabandere, Zeeuws Etymologisch Woordenboek, Amsterdam 2007.
E. Van Renterghem, V. De Tier en J. Van Keymeulen (red.), Variatie(s) op je bord! Dialect en jongerentaal voor eten en drinken, Van Daele, Deinze 2007.
www.etymologiebank.nl
CLARIN Portal INT (Groot Woordenboek der Nederlandsche Taal)
www.zeeuwsewoordenbank.nl (Woordenboek der Zeeuwse Dialecten en Supplement).