De auto van de gebroeders Kaan

Verhalen Jan L. Platteeuw

Vanaf de negentiende eeuw was men ijverig op zoek naar een voertuig dat uit zichzelf voortbewoog. De stoomtram en trein waren de eerste die daaraan voldeden. Toen kwam het paardloze rijtuig in beeld. In het begin leek het op een gemoderniseerde paardenkoets die op harde rubberbanden reed, evenals zijn voorganger. Hij kreeg de naam automobiel en later auto, zelfrijdend dus. Na de uitvinding van de luchtband, verbeteringen aan de motor en verandering van het koetswerk werd het rijden met de auto betrouwbaarder. Niet iedereen was het ermee eens dat er zulke snelheidsmonsters, die harder reden dan een paard kon lopen, verschenen op ’s Heeren wegen. Maar de tijd leerde dat het niet tegen te houden was.

De eerste auto in Hoek: K-607 op naam van de gebroeders Kaan (particuliere collectie).

De eerste auto in Hoek: K-607 op naam van de gebroeders Kaan (particuliere collectie).

Rijwielfabriek

Vóór 1900 was er op Hoek een barbier die al rijwielen en naaimachines verkocht. Zijn naam was Adriaan Kaan. Later deed hij de zaak over aan zijn zonen François en Matheus. De zaken gingen zo goed dat ze in 1900 zelf rijwielen gingen fabriceren. Zo ontstond een rijwielfabriek op het dorp. Op een gegeven moment werkten er wel 50 mensen. De fiets kreeg de naam Transvalia. De naam was ontleend aan de Transvaalse oorlog in Afrika die op dat ogenblik woedde. Paul Kruger, de man die hoog aanzien genoot in Nederland, was daar de leider van de boeren die in opstand waren gekomen tegen de Britten. Nederland had al lang banden met Zuid-Afrika. In 1652 stichtte de Nederlander Jan van Riebeeck namens de VOC een bevoorradingsstation op Kaap de Goede Hoop. De Zuid-Afrikaanse taal, verwant aan ons Nederlands, is daardoor ontstaan.

(Particuliere collectie)

Naast het eigen merk fietsen bleven de broers Kaan ook nog andere merken verkopen. Ook voor motoren kon je bij hen terecht. Kermis mocht uit christelijke overwegingen niet op het dorp worden gehouden. Maar de directeuren van de fietsenfabriek gingen fietsenfeesten organiseren en daar zag men geen bezwaar in. De mensen kwamen van heinde en verre om de fietsenfeesten te bezoeken.

Reclameplaat van de rijwielfabriek Gebrs. Kaan (particuliere collectie).

Reclameplaat van de rijwielfabriek Gebrs. Kaan (particuliere collectie).

Eerste auto in Hoek

De directeuren kochten rond 1912 een voor die tijd luxe auto en waren daarmee de eersten op het dorp die zo’n vervoermiddel hadden. De auto had als kenteken K-607 en stond op naam van de firma Gebroeders Kaan. Ze hadden een particulier chauffeur.

Sinds 1906 bestond een systeem dat op motoren, auto’s en tractoren een provinciaal kenteken goed zichtbaar bevestigd moest zijn. In Zeeland begon het altijd met een hoofdletter K gevolgd door een liggend streepje en dan een getal.

Adriaan Kaan en zijn echtgenote Susanne de Vlieger op een portretfoto omstreeks 1910 (particuliere collectie).

Adriaan Kaan en zijn echtgenote Susanne de Vlieger op een portretfoto omstreeks 1910 (particuliere collectie).

In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit en werd de grens tussen Nederland en België afgesloten. Daar er vanuit de fabriek veel “velo’s” verkocht werden over de grens, viel een deel van de handel stil. Of dat te maken had met het vertrek van de broers Kaan naar Middelburg in 1917 is niet duidelijk. Daar zetten zij de zaak voort tot na de Tweede Wereldoorlog.