Bittere armoede en het geloof
Drijfveren van Zeeuwse landverhuizersWat dreef veel Zeeuwen ver weg van huis en haard? Velen verlieten in de negentiende eeuw hun vaderland op zoek naar een beter bestaan. Ook elders in Europa gebeurde dat. De transatlantische migratie naar de Verenigde Staten was het meest spectaculair. De redenen voor Zeeuwen om te emigreren, lagen op economisch en godsdienstig vlak. Na de Eerste Wereldoorlog nam de emigratie af, maar na de Tweede Wereldoorlog vond een nieuwe uittocht plaats.
Mislukte oogst
In de zomers van 1845 en 1846 vernielde de phythophtera infestans in Zeeland het grootste deel van de aardappeloogst. Tegen de schimmelziekte was niets te beginnen. De schimmel tast zowel het loof als de knol aan en verspreidt zich razendsnel. Vooral tijdens koude natte zomers is de schade groot in gebieden met een vochtig zeeklimaat, zoals Zeeland.
Onrust en crisis
De mislukte aardappeloogsten leidden tot armoede en sociale onrust. Daarnaast verkeerde de landbouw in crisis door de lage graanprijzen. Paradoxaal genoeg was dat een gevolg van de import van goedkoop graan uit de Verenigde Staten, het land waar de emigranten een beter (boeren)bestaan hoopten op te bouwen. Een derde oorzaak van de armoede was het geringe grondbezit van de kleine boeren in Zeeland. Elders konden kleine boeren op eigen grond bijverdienen. In Zeeland had minder dan een kwart van de arbeiders een stukje eigen grond.
Katholieken en protestanten
De bittere armoede door de landbouwcrisis was de voornaamste drijfveer voor emigratie. Maar dit was niet de enige reden. Veel landbouwers in Zeeland, Groningen en Friesland werden werkloos door de mechanisatie in de bedrijfstak. En er bestonden spanningen tussen katholieke en protestantse arbeiders in West-Zeeuws-Vlaanderen. De protestanten waren in de meerderheid, maar de katholieken hadden veel macht. Belgische landbezitters importeerden goedkope katholieke landarbeiders. Daarop vertrokken de protestantse landarbeiders. Op Duiveland was het omgekeerde het geval. Ook noemt historicus Michael Wintle de angst voor cholera-epidemieën als een van de redenen voor vertrek.
Godsdienstige motieven
Dominee Cornelis van der Meulen (1800-1876) was predikant van de Afgescheidenen in Goes en omstreken. De Afgescheidenen hadden zich in 1834 van de Hervormde Kerk afgekeerd. Ze konden zich niet verenigen met de nieuwe weg die de kerk was ingeslagen. Tot 1840 werden de Afgescheidenen vervolgd. De overheid handhaafde het centrale gezag van de Hervormde synode. Ook daarna bleven de Afgescheidenen achtergesteld. De economische crisis drukte dan ook zwaar op hen.
Eigen bevinding
Toen een paar groepen van honderden landverhuizers emigreerden naar Amerika trok dit de Zeeuwen over de streep. In navolging van de dominees A.C. van Raalte en H.P. Scholte ging ook Van der Meulen met zijn gemeente naar de Verenigde Staten. Dat land werd gezien als het land van de nieuwe mogelijkheden waar in een christelijke samenleving naar eigen bevinding kon worden geleefd. Van der Meulen benadrukte dat vooral arme mensen een kans moesten krijgen om mee te gaan naar Amerika.
Zeeuwsche Vereeniging voor Landverhuizing
Op 1 februari 1847 richtten zes Zeeuwen in Goes de ‘Zeeuwsche Vereeniging voor Landverhuizing naar de Vereenigde Staaten van Amerika’ op. De vereniging verliet Nederland als kerkelijke gemeente. Dominee Van der Meulen was haar predikant. In april 1847 gingen in totaal 457 Zeeuwen, verdeeld over drie groepen, naar de VS.
Emigrantenstromen
Meer dan 60 miljoen Europeanen vestigden zich tussen 1800 en 1950 overzee. Van alle Nederlanders die tussen 1831 en 1877 naar de Verenigde Staten vertrokken, kwam 21 procent (13.000) uit Zeeland. De grootste concentratie daarvan kwam uit West-Zeeuws-Vlaanderen, Zuid-Beveland en Schouwen-Duiveland. In de periode 1880-1920 emigreerden nog gemiddeld 600 Zeeuwen per jaar. Tussen 1880 en 1900 vertrokken ruim 11.000 Zeeuwen naar de VS. In de jaren 1906-1910 emigreerde zelfs 1,5 procent van de Zeeuwse bevolking onder wie veel inwoners van Yerseke, Biervliet en ’s-Heer Arendskerke.
Kijken we over een lange periode, namelijk tussen 1840 en 1920, dan tellen we ongeveer 32.000 Zeeuwen die naar de Verenigde Staten vertrokken. Geen provincie leverde relatief zoveel emigranten als Zeeland: 88 per 1.000 inwoners.
Populair
Na de Tweede Wereldoorlog vond opnieuw een grote uittocht uit Zeeland plaats. De VS stelde een quotummaximum in: per jaar werden slechts 3.131 Nederlanders toegelaten. Daarom werden andere bestemmingen gezocht: Canada, Zuid-Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland. Tussen 1953 en 1962 vertrokken 1.200 Zeeuwen naar Canada. Zo’n 500 Zeeuwen verhuisden in die periode naar de Verenigde Staten.
Literatuur
J.S. Dobbelaar, Zeeuwse emigranten naar de Verenigde Staten van Noord-Amerika (2 delen), uitgave Nederlandse genealogische vereniging afdeling Zeeland, 1990-1991.
Enne Koops, Luctor et emigro, artikelen in: Nehalennia 153-155 (2006-2007).
Hans Krabbendam, Exodus naar de Nieuwe Wereld: Ellis Island en de Zeeuwen in Amerika, Middelburg 1997.
Hans Krabbendam, Vrijheid in het Verschiet; Nederlandse emigratie naar Amerika, 1840-1940, Hilversum 2006.
Nehalennia, themanummers over emigratie vanuit Zeeland naar Amerika: 114 (1997) en 137 (2002).
Robert P. Swierenga, Faith and family; Dutch immigration and settlement in the United States, 1820-1920, New York 2000.
Robert P. Swierenga, For food and faith; Dutch immigration to Western Michigan, 1846-1960, Holland (Mich.) 2000.