Zeeuws fruit

In een provincie vol vruchtbare zeeklei is het niet verrassend dat er fruit wordt geteeld. De Romeinen drukten niet alleen hun stempel op de visserij. Ze introduceerden hier ook kersen en pruimen. Bij opgravingen in Aardenburg zijn daar resten van gevonden. Maar het ging bij de fruitteelt eeuwenlang toch vooral om kleinschalige activiteiten. Pas later kwam er een complete fruitteeltindustrie.

Romeinse pitten en schalen uit de Zuidpoortstraat, Aardenburg (SOB Research). Boven kriekenpitten, onder zoete-kersenpitten. Onderaan links fragment walnootschaal, rechts hazelnootschalen.

Romeinse pitten en schalen uit de Zuidpoortstraat, Aardenburg (SOB Research). Boven kriekenpitten, midden zoete-kersenpitten. Onderaan links fragment walnootschaal, rechts hazelnootschalen.

Hoogstamfruitbomen

De fruitteelt kwam vooral op gang vanuit kloostergemeenschappen en de adel. Kloosterordes hadden de kennis over het enten van fruitbomen in pacht en via hen verspreidden fruitrassen zich over Europa. Zo vanaf de achttiende eeuw werd de fruitteelt meer toegankelijk en zag je ook hoogstamfruitbomen bij boerderijen verschijnen. In eerste instantie produceerden zij voor eigen gebruik, maar al snel ook voor de handel.

Grootschalige teelt

De echt grootschalige teelt kwam aan het begin van de twintigste eeuw flink op gang. Dat veranderde het aanzicht van de provincie behoorlijk. Halverwege de eeuw was er zo’n 5.000 hectare Zeeuwse grond in gebruik voor fruitteelt. Het ging daarbij vaak om hoogstambomen, maar ook kleinfruit. Er werd gewerkt met fruitrassen die speciaal in deze regio goed gedijden. Tijdens de oogsttijd was er altijd een tekort aan werkkrachten. Daarom werd fruit vaak geplukt door vrouwen: zij waren vaak seizoensarbeiders. Er waren meerdere fruitveilingen in de regio en Goes had zelfs een jaarlijks fruitcorso. Bij de Thoolse Streekproductenveiling in Sint-Annaland kun je zelf ervaren hoe het er destijds bij zo’n veiling aan toeging. Je kunt er op woensdagochtenden in juli en augustus in de authentieke veilingbankjes plaatsnemen om streekproducten bij afslag te kopen.

Schaalvergroting landbouw

Hoewel de grootschalige teelt nog maar net op gang was gekomen, veranderde de teelt halverwege de twintigste eeuw weer radicaal. Er waren exportproblemen tijdens de Tweede Wereldoorlog, consumptiegedrag veranderde (alleen mooi en geheel gaaf fruit werd verkocht), er was sprake van intensivering en schaalvergroting van de landbouw en het beheer en plukken van hoogstamfruit bracht hoge kosten met zich mee. Er kwam zelfs een rooipremie voor hoogstamfruitboomgaarden. Tegenwoordig vindt de commerciële fruitproductie vrijwel geheel plaats met laagstambomen.

Productieboomgaard (foto SLZ).

Productieboomgaard (foto SLZ).

Voorvechters van hoogstamfruit

Dat er nog veel bekend is over de historie van de fruitteelt en hoogstamfruit in Zeeland is voor een groot deel te danken aan Stichting Landschapsbeheer Zeeland en het Fruitteeltmuseum in Kapelle. Een van de redenen dat Stichting Landschapsbeheer Zeeland zich hard maakt voor hoogstamfruit is dat deze fruitbomen een thuis vormen voor veel insectensoorten en dat ze verschillende bloeiperiodes hebben waardoor insecten er langere tijd van kunnen profiteren. Het Fruitteeltmuseum in Kapelle heeft niet alleen veel kennis in huis, maar ook de beschikking over veel oude fruitrassen. Er staan veel hoogstamfruitbomen. En mocht je interesse hebben in het kweken van fruit, dan kun je hier ook van alles leren over praktische zaken zoals snoeitechnieken.

Fruitteelt nu

Per oppervlak heeft Zeeland relatief de meeste fruitteeltgrond van Nederland. Zeeland scoort vooral zo hoog doordat er hier veel zwarte bessen worden geteeld. Binnen de gemeente Borsele wordt daar alleen al zo’n 500 hectare voor gebruikt. Elk jaar vindt op de zaterdag na Hemelvaart de Zwarte Bessenfietstocht plaats vanuit Boonman’s Wijnmakerij in Nieuwdorp in diezelfde gemeente. En hoewel de gemeente Borsele ook om totaal andere bedrijfstakken bekend staat, is ze met 1.600 hectare fruitteeltgrond toch ook echt fruitteeltgemeente nummer één van Nederland. In de lente kleuren delen van de gemeente helemaal roze en wit van de bloesem. Hetzelfde geldt voor veel andere gemeentes op de Bevelanden.

Boerenboomgaarden

Naast de commerciële fruitteelt is de oude vorm, vooral de boerenboomgaard, ook altijd blijven bestaan. Na 1900 nam deze vorm van fruitteelt flink af, maar de boerenboomgaard is bezig met een comeback. Er worden weer veel boerenboomgaarden aangeplant, dankzij de toegenomen interesse onder de erfbezitters. Exacte getallen zijn niet bekend, maar Stichting Landschapsbeheer Zeeland schat dat het nu zeker gaat om 1.000 boomgaardjes, oftewel 25.000 bomen op ongeveer 250 hectare grond.

Boerenboomgaard (foto SLZ).

Boerenboomgaard (foto SLZ).

Nieuwe initiatieven

Naast de voor Zeeland traditionele vormen van fruitkweek wordt er sinds eind twintigste eeuw ook ander fruit gekweekt: druiven. De wijngaarden zijn in opkomst. De grond is er vruchtbaar genoeg voor en het Zeeuwse zeeklimaat is met haar relatief warme winters nog net mild genoeg. Er zijn er meerdere, maar de bekendste wijngaard is zonder twijfel De Kleine Schorre bij Dreischor. Hier worden regelmatig rondleidingen en proeverijen georganiseerd.