Westkappelse zeedijk

Dat de Westkappelse Zeedijk niet zomaar een dijk is, begrijpt iedereen die zich begeeft op dit machtige kunstwerk. Als een vooruitgeschoven post beschermt hij de ‘Westkaap’ van Walcheren al eeuwen tegen de zee. Dijkwerkers bouwden en onderhielden hem, zodat hij op peil bleef om de rusteloze zee en andere bedreigingen te weerstaan. De dijk werkt als een magneet. Het is een echte attractie voor bezoekers die van heinde en verre komen, maar ook voor inwoners van Westkapelle. Nergens op Walcheren besef je beter dat de mens dit voormalige eiland eigenlijk maar in leen heeft van de Noordzee.

De dijk bij Westkapelle (foto Projectbureau Zeeweringen).

De dijk bij Westkapelle (foto Projectbureau Zeeweringen).

Inundatie

Pal bezuiden Westkapelle wordt de machtige dijk onderbroken door een duingebiedje, met daarachter de Westkappelse Kreek. Mooie natuur, maar ook een herinnering aan het feit dat in recente tijden de mens een grotere vijand van de dijk was dan de zee. De kreek is een restant van de inundatie van Walcheren in 1944. Het tankmonument op de dijk herinnert eraan. Wanneer je op deze steen leest over de traumatische gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog sta je een beetje ten noorden van het voormalige dijkgat.

Er is meer te vertellen over de monumentale Westkappelse Zeedijk. Bijvoorbeeld over het restaurant dat er volgens de hedendaagse richtlijnen eigenlijk niet had mogen staan. Of over het gietijzeren vuurtorentje uit 1875 bij de noordoostknik en zijn ruim bemeten asfalt. Het staat bekend als ”t iezere torentje’.

‘Benden’ dijkwerkers

Al met al is de dijk een half millennium oud. Voorheen werd heel Westkapelle door duinen beschermd. Pas in de vijftiende eeuw waren deze door het wijken van de kust zodanig afgeslagen, dat de zeedijk moest worden aangelegd. Bij de bouw werd gebruikgemaakt van het natuurlijke voordeel van de aanwezige kustwal.

Gezicht op het midden van de dijk van Westkapelle met dijkwerkers, tekening door Jan Arends, 1776 (Zeeuws Archief, KZGW, Zelandia Illustrata).

Gezicht op het midden van de dijk van Westkapelle met dijkwerkers, tekening door Jan Arends, 1776 (Zeeuws Archief, KZGW, Zelandia Illustrata).

Volgens de Tegenwoordige Staat van Zeeland uit 1751-1753 was de Westkappelse Zeedijk ‘een der beroemdsten, die in de weereld bekend zyn’. Door zijn voorpostfunctie werd eeuwig en altijd onderhoud aan de dijk gepleegd. Ook werden allerlei aanpassingen aangebracht. De dijkwerkers van Westkapelle hadden een naam hoog te houden. Hun hele leven was verbonden met het wel en wee van ‘hun’ zeedijk. Vanaf de zestiende tot ver in de twintigste eeuw vormden deze mannen een gesloten gemeenschap met eigen regels. Ze werkten in ‘benden’. Elke bende had eenzelfde aantal minder actieve bejaarden in zijn midden. De dijkwerkers binnen een bende kozen hun eigen leiders en onderhielden gezamenlijk een ondersteuningskas.

Strandjutten

Familiebanden bepaalden bij welke bende een dijkwerker werd ingedeeld. Stormen en stormvloeden betekenden werk en dus een bescheiden welvaart voor de dijkwerkers. Voor de rest heerste er vooral armoede. Met strandjutten wist men zo nu en dan wat extra te verdienen. Menig Westkappelaar laat zich nog altijd het plezier van het jutten niet ontnemen.

Heiwerk aan de dijk bij Westkapelle na een storm in 1944 (Zeeuws Archief, collectie N. Flipse-Roelse).

Heiwerk aan de dijk bij Westkapelle na een storm in 1944 (Zeeuws Archief, collectie N. Flipse-Roelse).

Paalworm

De dijk werd niet alleen ondermijnd door de rusteloze zee, maar ook door een geniepig weekdiertje dat generaties waterbouwers grijze haren bezorgde: de paalworm.

Omstreeks 1732 heerste in Westkapelle en andere delen van Nederland weer eens een ernstige epidemie van het beestje. De in zee levende paalworm vertoont een grote voorkeur voor hout. Daarin boort het lange gangen, waardoor het hout zijn weerstand verliest. Beschoeiingen, paalhoofden, rijshout – niets was in het verleden veilig.

In de vorige eeuwen probeerde men de dreiging af te wenden door gebedsdiensten én wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaken van de aantasting en naar mogelijke remedies ertegen. Pas sinds de twintigste eeuw kan de paalworm effectief worden bestreden door het gebruik van geïmpregneerde houtsoorten.

Wonderheden der natuur

Al eeuwen heeft de Westkappelse Zeedijk zijn bewonderaars. Zo maakte een Leidse theologiestudent, Frans Cornelis Hoogvliet, in de zomer van 1774 een reisje door Zeeland. Hij bezocht ook de dijk bij Westkapelle en vond deze van een ‘zeer breede hoogte en verwonderingbaarende sterkte tegen het woeden van de Noordzee aan de Zeeuwsche kusten’. Over de golven verleende de zeedijk een ‘verrukkend gezigt’, aldus de opgetogen student.

Bron

Jan J.B. Kuipers, Zeeland van toen & nu, 13: Beschermend Zeeland, Zwolle 2005.

Overige literatuur

P.A. Henderikx e.a. (red.), Duizend jaar Walcheren, over gelanden, heren en geschot, over binnen- en buitenbeheer, Middelburg 1996.
Leo Hollestelle, Een dijk van een dijk; de Westkappelse zeedijk in de loop van de tijd, Middelburg 1990.
Frans Cornelis Hoogvliet, Een reis door Zeeland in 1774, in: Archief: mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 1980, 134-157.
J.J.B. Kuipers, Zeeuwen tegen het water; sporen van de waterstaatsgeschiedenis in Zeeland, Middelburg 2001.

Over de Westkappelse Zeedijk en het (oorlogs)verleden van Westkapelle vind je meer in het Polderhuis Westkapelle, Dijk- en Oorlogsmuseum.