Molenland
Molens vormen al vele eeuwen een beeldbepalend onderdeel van het Zeeuwse landschap. Vanaf de dertiende eeuw speelden ze een voorname rol in de productie en verwerking van grondstoffen. Op de kracht van het getij of van de wind: molens waren belangrijke machines van de economie. Vanaf begin twintigste eeuw verdwenen veel molens. Ze waren overbodig geworden, ingehaald door technische en economische ontwikkelingen. Toch telt Zeeland nu nog ruim zeventig windmolens. Bij het behoud en beheer van deze monumenten zijn vele mensen en instanties betrokken.
Symbool
Nederland staat in de wereld bekend om zijn molens. Zoals ook tulpen en klompen vormen molens een vaak gebruikt symbool voor ons land. Molens brengt men dan meestal in verband met de waterstaatsgeschiedenis: het laaggelegen land onttrokken aan het water met behulp van windmolens. Natuurlijk worden molens al eeuwenlang ingezet als hulpmiddel bij de bemaling van land. In de ene regio is dat meer dan in de andere regio. Voor de provincie Zeeland is de rol van windmolens voor bemaling beperkt.
Rol in Zeeuwse economie
Molens spelen in de economische geschiedenis van Zeeland een voorname rol. Ze dienden als verwerkingsplaats van allerlei grondstoffen en producten. Aan zowel voedselproductie (meel, gort, olie), gebruikswaren (planken, leer en snuiftabak) als handelswaren (chocolade, meel, olie) leverden ze een grote bijdrage. Met de komst van de stoommachine, gevolgd door machines op andere brandstoffen en uiteindelijk de elektrische motor, nam hun belang steeds meer af. De molens waar het graan tot meel wordt verwerkt (korenmolens) houden het langste stand. In de twintigste eeuw werden vanwege nieuwe fabrieken, schaalvergroting en concurrentie de meeste molens overbodig.
Keerpunt
Tot aan de jaren zeventig van de twintigste eeuw vielen veel molens ten prooi aan de slopershamer. Een klein aantal molens (en molenaars) wist echter vol te houden. De jaren zeventig vormden een keerpunt. Vanwege de toenemende belangstelling voor ambachtelijk meel en brood vond een opleving plaats in de tarwemaalderij. Ook groeide vanaf die tijd het bewustzijn over de historische betekenis en landschappelijke waarde van molens.
Behoud
Reeds eind negentiende eeuw ontstond aandacht voor het behoud van monumenten. Omdat molens op dat ogenblik echter nog zozeer deel uitmaken van het dagelijks leven, zag men ze toen nog niet als monumenten. In deel IV, ‘De provincie Zeeland’ van de ‘Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst’ uit 1922, worden wel 42 molens vermeld. Enkele van deze molens waren toen echter al verdwenen. Totdat de Monumentenwet van 1961 van kracht werd, genoten molens nauwelijks enige bescherming. Vanaf die tijd konden overheid en particuliere initiatieven, zoals vereniging De Hollandsche Molen, echter daadkrachtig zorgen voor het behoud van vele molens.
Inzet
Voor het behoud van de molen zetten vele mensen zich in. Behoud en ook het beheer zijn in eerste instantie een taak voor de molenaar, degene die met de molen werkt en er ook woont. In de twintigste eeuw waren het steeds vaker particulieren die molens bewoonden. Een molen als gebouw behouden en een molen draaiende houden zijn echter verschillende zaken. Vandaar dat buiten molenaars en bewoners ook de (vrijwillige) inzet van allerlei andere personen, initiatieven en instanties hard nodig is. Dit kan bestaan uit financiële regelingen, de overdracht van vakinhoudelijke kennis, het geven van voorlichting en het verrichten van onderhoudswerk.
In Zeeland zijn voor het behoud en beheer van molens met name belangrijk:
– Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
– provinciale overheid
– gemeentelijke overheden
– vereniging De Hollandsche Molen
– vakmolenaars
– Gilde van Vrijwillige Molenaars, afdeling Zeeland
– vereniging De Zeeuwse Molen
– plaatselijke en regionale stichtingen
– diverse particuliere fondsen
– vele vrijwilligers
Molens en landschap
Molens vallen van oudsher op in het landschap. Dat moet ook wel want anders betekent het dat ze niet vrij op de wind kunnen staan. Net als kerktorens zijn het markante herkenningspunten in het landschap. Dit gaat zeker op voor het vlakke Zeeuwse land. Met het wegvallen van het economisch belang van molens komen ze als gebouwen ook steeds meer in de verdrukking. De toenemende (hoge) bebouwing en beplanting neemt hen letterlijk de wind uit de zeilen. Zo verliezen ze nog meer aan betekenis. Ook het vrijhouden in de wind, de zorg voor een vrije windvang, is onderdeel van bovengenoemd behoud en beheer.
Molens en nog veel meer over molens
Over molens valt veel te vertellen. Veel meer dan in dit verhaal aan bod komt. Onderwerpen als: werking en techniek van de molen, taal van de molen (met wieken van molen een boodschap bekend maken), draairichting van de molen, en oudste en hoogste molen zijn slechts enkele van al die aspecten die nieuwsgierig maken… Ook is nog veel meer te vertellen over de verschillende typen molens, de wijze van gebruik en natuurlijk de molens zelf. Waar staan de molens? Hoe oud is een bepaalde molen? Waarvoor is de molen in uw woonomgeving gebruikt in het verleden? Kijk voor meer informatie over Zeeuwse molens ook eens op de website van de Vereniging de Zeeuwse Molen.
Molens bezoeken
Veel molens in Zeeland kunnen worden bezocht. Behalve op de jaarlijkse Open Monumentendag zijn er vaak ook op andere momenten activiteiten in en om molens. Zo vinden regelmatig speciale op een regio gerichte molendagen plaats. Meer hierover vindt u op de website van Vereniging De Zeeuwse Molen. In molen ‘De Noorman’ in Westkapelle is een klein museum ingericht door Vereniging De Zeeuwse Molen. Bovendien heeft men een documentatie- en fotoarchief aangelegd. Dit kan worden ingezien in het Gemeentearchief Tholen te Sint-Maartensdijk.
Molenrompen en molenstenen
Naast complete molens zijn in het landschap ook op verschillende plekken restanten te zien. Soms zijn dit zogenaamde molenrompen: het kale ‘molenhuis’ zonder kap en wieken. In Zeeland zijn 24 van deze molenrompen te vinden. Ook kan men op enkele plaatsen molenstenen aantreffen. Ze zijn het bewijs van verdwenen molenactiviteiten aldaar. Ook bij een smederij (smidse) liggen weleens oude molenstenen. Deze tweedehands molenstenen werden gebruikt bij het maken van rijtuigwielen. Ze dienden als basis wanneer de heet gestookte band rond het wiel gekrompen werd; het gat in het midden (kropgat) diende voor de uitstekende askop, zodat het wiel vlak lag.