Merkwaardige namen van dorpen

Voor sommige dorpen en hun bewoners zijn merkwaardige bij- en spotnamen in omloop. En met name in Zeeuws-Vlaanderen zijn nogal wat gehuchten getooid met opvallende namen, waarvoor bij nader inzien vaak een logische verklaring is te geven.

Bijnamen

Zoals t Geitekot voor Burgh. Die naam heeft alles te maken met de verhouding tot het naburige Haamstede. Daar kunnen de dorpelingen al eeuwen pochen op de aanwezigheid van een roemrucht kasteel. Vandaar: ‘Aemstee is n erenslot, Burgh is n geitekot’. De alternatieve naam Schutje (naar een schutsluis) voor Nieuwerkerke op Schouwen is zó ingeburgerd dat het bijna gelijkstaat aan de officiële naam.

Plaatsnaambord Boudewijnskerke. (Foto Aad de Klerk)

Plaatsnaambord Boudewijnskerke (foto Aad de Klerk).

Mikpunt

Heel kleine dorpen waren een geliefkoosd mikpunt van spot. Zo gold voor Kattendijke het scheldrijm: ‘Kattendiekse ottentot, zeven uzen en een vaerkenskot’. Voor veel andere kleine dorpen, bijvoorbeeld ‘s-Heer-Abtskerke, waren varianten op dit rijmpje in omloop.

Naijver

En dan het raadsel: ‘Op de kaoie van Pôvlie, mag je gêên mes in je zak è. Waerom nie? Omdà se dè gêên kaoie è’. Pôvlie of Poortvliet was het enige dorp op Tholen zonder kaai of haven en telde dus niet mee. Zulke onderlinge naijver was er volop. Door de inwoners van Rilland werden die van het naburige Bath stoepeschieters genoemd, jaloers als de eersten waren op de stenen stoepen van Bath. De inwoners van Colijnsplaat hadden dezelfde bijnaam.

De Hogeweg in Poortvliet, 1973 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto Wim Helm).

De Hogeweg in Poortvliet, 1973 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto Wim Helm).

Merkwaardige gehuchtnamen in Zeeuws-Vlaanderen

Zeeuws-Vlaanderen grossiert in merkwaardige plaatsnamen. Het zijn vooral de gehuchten die getooid zijn met namen die de bezoeker vreemd in de oren klinken. Een selectie: Boerenhol, Griete, Kwakkel, Maagd van Gent, Marolleput, Naaikussen, Nummer Eén, Paradijs, Plakkebord, Pyramide, Schapenbout en Tragel. Waar komen deze namen toch vandaan?

Provinciale weg met plaatsnaambord Boerenhol, 1985 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto Wim Helm).

Provinciale weg met plaatsnaambord Boerenhol, 1985 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto Wim Helm).

Verklaringen

Ze laten zich niet allemaal even gemakkelijk verklaren. Maagd van Gent verwijst naar een herberg, en marollen is dialect voor meerkoeten. Nummer Eén is gebouwd op het eerste van een serie genummerde percelen in de Hoofdplaatpolder uit 1778. Plakkebord: het aanplakbord waarop de Staten-Generaal hier in voormalig Staats-Vlaanderen hun bekendmakingen lieten aanbrengen. Pyramide zou heten naar een vroeger monument of een dak in die vorm, of misschien naar een schans. Een bout is een dijkrestant, terwijl tragel duidt op een jaag- of trekpad langs een vaarwater.

Lees meer over Het Paradijs in Rilland