Jan Morks en het muziekleven in Middelburg

Met zijn marsen en andere goed in het gehoor liggende deuntjes drukte componist en dirigent Jan Morks een groot stempel op het Middelburgse muziekleven rond 1900. Hij leidde het Middelburgs Muziekkorps en bespeelde ook het carillon in de Abdijtoren. Tevens verbond hij zijn naam aan het Zeeuws volkslied.

Muzikanten die op Koninginnedag 1910 Morks' Trompetinenmars ten gehore brengen (Zeeuws Archief, HTAM).

Muzikanten die op Koninginnedag 1910 Morks’ Trompetinenmars ten gehore brengen (Zeeuws Archief, HTAM).

Triangel

Jan Morks werd in 1865 geboren in Dordrecht. Als jongetje van negen jaar werd hij lid van het fanfarekorps van de schutterij in die stad. Begonnen met de triangel ontwikkelde hij zich tot een musicus die vele kanten van het vak beheerste. Hij bespeelde pauken, saxofoon en klarinet en was daarnaast een verdienstelijk componist. Zestien jaar oud was hij toen hij zijn eerste muziekstuk componeerde. Begin 1891 verhuisde hij naar Middelburg. Onbekend is wat hem naar de Zeeuwse hoofdstad voerde. Hij ging in maart aan de Markt wonen, later, na zijn huwelijk, in de Langeviele.

Middelburgs Muziekkorps

In november 1891 werd Morks kapelmeester van de kapel van de dienstdoende schutterij in Middelburg. Toen de schutterij in 1907 werd opgeheven, ging het korps door onder de naam Middelburgs Muziekkorps. Het korps bestond uit hout- en koperblazers en slagwerkers. Het beleefde onder Morks zeer succesvolle jaren. Morks stelde hoge eisen aan de muzikanten. Volgens overlevering liep hij ’s avonds langs de huizen van de orkestleden om te horen of ze hun muziekoefeningen wel deden. Op het missen van een repetitie of concert stonden stevige sancties.

Morks op het podium vanwaar hij dirigeert tijdens het bezoek van koningin Wilhelmina en prins Hendrik in 1907 (Zeeuws Archief, HTAM).

Morks op het podium vanwaar hij dirigeert tijdens het bezoek van koningin Wilhelmina en prins Hendrik in 1907 (Zeeuws Archief, HTAM).

De concerten trokken veel publiek. ’s Zomers gaf het Middelburgs Muziekkorps onder aanvoering van Morks concerten op het Abdijplein en ’s avonds in de tuin van het Schuttershof. Op vrijdagavonden was het orkest te horen op het Molenwater. Van heinde en verre kwamen mensen om de concerten te beluisteren. Vlaggen aan de Lange Jan gaven aan als het concert onverhoopt niet doorging.

Cantates en marsen

Morks componeerde vele muziekstukken. Hij werd vooral bekend met zijn marsen, cantates en reidansen. Deze muziek werd ten gehore gebracht bij belangrijke evenementen in de stad. Toen koningin Wilhelmina en prins Hendrik op 12 september 1907 hun opwachting maakten in Middelburg, werden Morks’ kindercantate Welkom en de Kleppermars uitgevoerd. Bij een bezoek in 1921 danste de twaalfjarige prinses Juliana met de ‘Kleine Westkappelaars’ mee op de feestreien die toen op het Abdijplein werden uitgevoerd: de Vlinderrei, Springrei en Provinciale Rei (of Zeeuwsche Boerendans). Zeer bekend werden ook Morks’ Trommelmars en danssuites. De muziekstukken hebben de ritmisch krachtige melodieën met elkaar gemeen. Die liggen goed in het gehoor, waardoor mensen ze gemakkelijk onthouden.

Feestrei met prinses Juliana in 1921 (ZB, Beeldbank Zeeland).

Feestrei met prinses Juliana in 1921 (ZB, Beeldbank Zeeland).

De begeleiding van het orkest was bij een aantal uitvoeringen ronduit indrukwekkend. De Kleppermars werd op Koninginnedag (31 augustus) 1905 voor het eerst door het Middelburgs Muziekkorps uitgevoerd, op de Markt in Middelburg, begeleid door 950 schoolkinderen met kleppers. Twee jaar later, toen het koninklijk paar Middelburg bezocht, zetten maar liefst 1700 klepperende kinderen het concert luister bij. Toen twee dagen later de Trommelmars werd uitgevoerd, verzorgden 90 drummers de begeleiding.

Morks schreef ook de muziek voor het Zeeuws volkslied. D.A. Poldermans, hoofdonderwijzer uit ’s-Gravenpolder, maakte de tekst. Het lied werd in 1919 uitgebracht. De samenwerking tussen de twee mannen bracht ook andere stukken voort, zoals het werk Mooi Zeeland (1900), dat bestond uit zes ‘Zeeuwse’ liederen voor zang en piano.

Naast de muziek voor harmonie- en fanfareorkesten en vocale muziek componeerde Morks ook kamermuziek en werken voor orgel, piano en harmonium. Hij bewerkte muziek van Von Weber, Rossini, Mozart, Offenbach, Léhar en Wagner. Zijn werk werd ook in andere Europese landen uitgevoerd.

Jan Morks bespeelt het carillon in de Lange Jan (Zeeuws Archief, Verzameling Beeld en Geluid).

Jan Morks bespeelt het carillon in de Lange Jan (Zeeuws Archief, Verzameling Beeld en Geluid).

Organist en beiaardier

In 1897 werd Morks ook organist en beiaardier in Middelburg. Hij bespeelde het carillon in de Lange Jan – elke donderdag rond het middaguur een uur lang – en hij verzorgde de programmering van de carillonmuziek die elk kwartier van deze toren klonk. Vanaf 1905 betrof dat ook muziekstukken die hij zelf gecomponeerd had.

Begraven met militaire eer

Toen hij in 1925 door een oogziekte bijna blind was geworden, moest Morks zijn muzikale werk beëindigen. Hij overleed op 7 februari 1926 en werd met militaire eer begraven. Het Middelburgs Muziekkorps speelde de Marche funèbre en vanaf de Lange Jan daalden de carillonklanken met begrafenismarsen van Chopin, Mendelssohn, Händel en Diabelli over de stad neer.

De buste van Morks op het Molenwater, circa 1930 (ZB, Beeldbank Zeeland).

De buste van Morks op het Molenwater, circa 1930 (ZB, Beeldbank Zeeland).

Morks kreeg een buste op het Molenwater en een straat daar dichtbij werd naar hem vernoemd.

Literatuur

Jeanine Dekker, Muziekleven in Middelburg; van Koperen Ko tot kamerkoor, aflevering 9 van Het leven in Middelburg vanaf het midden van de negentiende eeuw, Vianen 2017.
Jan Morks, in: Encyclopedie van Zeeland.