Abdijplein in Middelburg

Het Middelburgse Abdijplein wordt gekoesterd als het culturele hart van de stad. Het was er in de middeleeuwen al een komen en gaan van mensen, later hoofdzakelijk een pleisterplaats voor bestuurders en ambtenaren. Naar de grootse ontvangsten van hoogwaardigheidsbekleders kwamen de Middelburgers wel graag kijken en sinds de twintigste eeuw worden er tal van culturele manifestaties georganiseerd.

Nederhof

Kort na 1123 was in Middelburg een norbertijner abdij gesticht. Toen er in de 16de eeuw aan weerszijden van het klooster nieuwe gebouwen werden opgetrokken, kreeg het daarvoor gelegen plein – de Nederhof – meer allure. Vermoedelijk was het terrein toen al ommuurd. De nieuwe woning van de abt (nu nog te zien) en het logement voor de graaf (het huidige Prinsenlogement is daarvan een reconstructie) verleenden grandeur aan het plein. Daar kwam aan de westzijde nog een lange vleugel met torens bij. Daarin werden gastenverblijven gevestigd. Nu bevindt zich daar het Zeeuws Museum. Aan de oostzijde van het plein stonden de bijgebouwen van het klooster. Daaronder de woonhuizen van de kelderwaarder, proost en bakmeester, de brouwerij en bakkerij.

Abdijplein omstreeks 1935, prentbriefkaart (Zeeuws Archief, HTAM).

Abdijplein omstreeks 1935, prentbriefkaart (Zeeuws Archief, HTAM).

Het moet in de middeleeuwen op het plein een komen en gaan van mensen zijn geweest. Processies stelden zich er op – de abt aan het hoofd –, de graaf en zijn gevolg hielden zich er op, de stads- en waterschapsbestuurders kwamen er aan om te vergaderen. En de inwoners van Middelburg kochten er hun bier en wijn.

Kattenkwaad

De Nederhof was naar alle waarschijnlijkheid vrij toegankelijk. Dat bleef zo toen de kloosterlingen na de Reformatie vertrokken en de gebouwen in gebruik werden genomen voor het wereldlijk openbaar bestuur. Dat het er op het plein luidruchtig aan toe kon gaan, bewijst de aanstelling van een toezichthouder in 1631, die het kattenkwaad van jongelui moest tegengaan.

De pomp op het Abdijplein, 1914, prentbriefkaart (ZB, Beeldbank Zeeland, foto J. Schaefer Platino).

De pomp op het Abdijplein, 1914, prentbriefkaart (ZB, Beeldbank Zeeland, foto J. Schaefer Platino).

Houten hek

Het plein was toen, net als in de middeleeuwen, met hoge bomen beplant en verder met klinkers bestraat. Voor alle gebouwen stonden houten hekken met toegangspoortjes. In 1782 werd op het plein een pomp geplaatst in de vorm van een afgeknotte zuil, een ontwerp in klassieke stijl door landsarchitect Conrad Kayser. De pomp prijkt – met een kleine onderbreking – tot op de dag van vandaag op deze plek.

Oranjehulde

Ingesloten tussen de bestuursgebouwen functioneerde het Abdijplein ook als een podium waar mensen hun verknochtheid aan het Huis van Oranje en het vaderland konden uiten. Toen stadhouder Willem V en zijn echtgenote in 1786 een bezoek aan Zeeland brachten, gaf men op het Abdijplein uiting aan verbondenheid met de Prins. Weeskinderen lazen er een gedicht voor en de Middelburger Benjamin Catteau reed in een open wagentje met acht paarden vier rondjes rond het plein om het prinselijk paar te vermaken.

Opstootjes

Op andere momenten ging het er minder vredig aan toe. In juni 1651 bijvoorbeeld liep het volk op het Abdijplein te hoop uit woede over het vermeende machtsmisbruik van Hendrik Thibaut, lid van Gecommitteerde Raden. Als zetel van het provinciaal bestuur is het Abdijplein door de tijd heen de plek waar mensen hun ongenoegen komen uiten over het provinciaal beleid.

Demonstratie door Zuid-Molukkers op het Abdijplein in 1963 (ZB, Beeldbank Zeeland, fotoarchief PZC).

Demonstratie door Zuid-Molukkers op het Abdijplein in 1963 (ZB, Beeldbank Zeeland, fotoarchief PZC).

Cultureel hart

Het Abdijplein heeft zich in de twintigste eeuw ontwikkeld tot het culturele hart van Middelburg. Overigens was het plein al in de zestiende eeuw het decor voor toneelspel. Begin augustus 1595 voerden tien Zeeuwse studenten uit Leiden een aantal klassieke tragedies en komedies op van Sophocles, Seneca en Plautus.

Cantate onder leiding van J. Morks bij gelegenheid van de geboorte van prinses Juliana in 1909 (Zeeuws Archief, HTAM).

Cantate onder leiding van J. Morks bij gelegenheid van de geboorte van prinses Juliana in 1909 (Zeeuws Archief, HTAM).

In de vroege twintigste eeuw werden op het Abdijplein veelvuldig concerten gegeven. De befaamde Jan Morks hanteerde de dirigeerstok en vuurde er schoolkinderen en volwassenen aan om massaal mee te zingen. Die traditie lijkt met het jaarlijkse Nazomerzingen van het Zeeland Nazomerfestival weer opgepakt.

Beeld 'Self-portrait in front of the mirror' van Juan Munoz op Het Betoverde Plein in 1999 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto Ruben Oreel).

Beeld ‘Self-portrait in front of the mirror’ van Juan Munoz op Het Betoverde Plein in 1999 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto Ruben Oreel).

Het Abdijplein bood na de Tweede Wereldoorlog ruimte aan vele culturele manifestaties, zoals die van conceptuele kunst door Forum in de jaren tachtig de internationale beeldententoonstelling Het Betoverde Plein in 1999 en als het ‘Festivalhart’ van het Zeeland Nazomerfestival. Spraakmakend was de uitvoering van de opera ‘Curlew River’ van Benjamin Britten tijdens het Zeeland Nazomerfestival in 2000. De vestiging van het Zeeuws Museum in de Abdij (in 1972) leidde eveneens tot tal van culturele activiteiten op het plein. Ook biedt het ruimte aan andere evenementen zoals ringrijden, sjezenrijden en andere populaire culturele evenementen.

Het Abdijplein als festivalhart van het Zeeland Nazomerfestival in 2014 (Theaterproductiehuis Zeelandia, foto Lex de Meester).

Het Abdijplein als festivalhart van het Zeeland Nazomerfestival in 2014 (Theaterproductiehuis Zeelandia, foto Lex de Meester).

Herinrichting

Na de Tweede Wereldoorlog was de herinrichting van het Abdijplein een aantal malen aanleiding voor een verhit publiek debat. Na de grote stadsbrand van mei 1940 lag het plein er als een bouwplaats bij. Na de oorlog werd het opnieuw bestraat met oude keien afkomstig van de Segeerssingel. Zelfs was er een aantal keren sprake van plannen om het plein te asfalteren, maar deze werden nooit uitgevoerd. Eind jaren tachtig leidde een herinrichtingsplan van de Amsterdamse architect Cees Dam tot veel discussie, maar uiteindelijk werd zijn ontwerp met onder meer hardstenen ‘looplijnen’ en met natuursteen afgedekte stoepen gerealiseerd. Het plantsoentje, dat tot hondenuitplaats was verworden, verdween. Op het plein kwam het kunstwerk ‘Fossiel’ van Marinus Boezem te staan.

Zeelands wezen

Zo kreeg het plein weer de benodigde allure en is het voor bewoner en toerist een geliefde plek om te verpozen. En wie weet, kunnen zij dan beamen wat de schrijver P.H. Ritter in 1919 over deze plek opmerkte: “Wie het Abdijplein mijdt zal nimmer ‘Zeelands wezen’ begrijpen.”

Literatuur

Jeanine Dekker, Katie Heyning e.a. (red.), De Abdij van Middelburg, Utrecht 2006.