Europees erfgoed

door Robert van Dierendonck

2018 was het Jaar van het Europees Erfgoed. Aanleiding om eens te kijken naar de Zeeuwse archeologie en haar vroegste ‘Europese’ contacten. Voor de prehistorie en de vroegste geschiedenis zijn geïmporteerde grondstoffen en producten de belangrijkste bron.

Lavasteen

De oudste importen met een duidelijke herkomst van buiten de Nederlandse grenzen zijn twee soorten harde kwartsietsteen uit de Belgische plaatsen Tienen en Wommersom. In het Mesolithicum (8800-6450 voor Chr.) zijn daarvan werktuigen gemaakt. Bewerkte stukken zijn teruggevonden in Saeftinghe en Aardenburg. Lavasteen uit het Duitse Eifelgebied maakt wel de langdurigste invoer in Zeeland uit. Van dit gesteente werden maalstenen gemaakt en fragmenten daarvan zijn in heel Zeeland gevonden vanaf de Late IJzertijd (200-12 voor Chr.) tot in de veertiende eeuw.

Romeinse tijd

Met de komst van de Romeinen en hun goed georganiseerde maatschappij, wegennet en transportroutes werden de mogelijkheden voor de aanvoer van goederen en producten sterk verruimd. Terra sigillata – gestempeld aardewerk, een moderne benaming voor een glanzend rood luxe aardewerk – geeft een mooi beeld van productie en aanvoer gedurende de Romeinse periode naar Zeeland. Van de vroegste productie van dit aardwerk, vanaf 25 voor Chr., in Italië en Lyon zijn in Zeeland geen vondsten bekend. Vanwege de noordelijke uitbreiding van het Romeinse Rijk verplaatste de productie zich naar Zuid-Frankrijk. Stukken van deze waar kennen we o.a. uit Colijnsplaat, Koudekerke en als oudste vondst uit Aardenburg.

Stempel van pottenbakker Minutus op terra sigillata-bord uit Trier (175-250 na Chr.).

Productie schuift op

Rond 50 na Chr. schuift de productie verder op naar het noorden, naar Midden- en Noordoost-Frankrijk en vanaf 80 na Chr. naar het Moezeldal en het Duitse Rijnland. Midden- en Oost-Gallische producten komen in Zeeland het meest voor. De belangrijkste vindplaats is natuurlijk Aardenburg. Ruwweg driekwart van de Aardenburgse sigillata is afkomstig uit Oost-Gallië (Trier, Rheinzabern), de rest uit Midden-Gallië. Hoewel de productie van terra sigillata voortgaat in Noordoost-Frankrijk stopt de aanvoer naar Zeeland rond 270 na Chr.

Literatuur

R.M. van Heeringen, De bewoning van Zeeland in de IJzertijd, Archief, Mededelingen van het KZGW 1988, 1-43.
J. Jongepier, Prehistorie, in: P. Brusse en P. Henderikx (red.), Geschiedenis van Zeeland, deel 1, Prehistorie – 1550, Utrecht/Zwolle 2012, 31-41.
E. van der Linden en K. Huijben, Vondstmateriaal: Terra sigillata, in: R.M. van Dierendonck en W.K. Vos (red.), De Romeinse agglomeratie Aardenburg; onderzoek naar de ontwikkeling, structuur en datering van de Romeinse castella en hun omgeving, opgegraven in de periode 1955-heden, Middelburg 2013, 63-74.
W.F. Reigersman-van Lidth de Jeude, C. Nooijen, M.J.A. Melkert, L. Verniers, A. Koster, S. Ostkamp, A. Griffioen, M.J. Rijkelijkhuizen en J. Dijkstra, Materiële cultuur, in: J. Dijkstra en F.S. Zuidhoff (red.), Kansen op de kwelder; archeologisch onderzoek op en rond negen vindplaatsen in het nieuwe tracé van de Rijksweg 57 en de nieuwe rondweg ter hoogte van Serooskerke (Walcheren), ADC Monografie 10, Amersfoort 2011, 83-107.
P.A. Tyers, Roman Pottery in Britain, London 1996.