Een hamerbijl uit Sint Maartensdijk

door Hans Jongepier

Bij het graven van een funderingssleuf achter een woning in de Noordpolder bij Sint-Maartensdijk kwam begin twintigste eeuw een prehistorische stenen bijl tevoorschijn. De woning stond op een verhoging in het landschap. Mogelijk is de bijl tijdens het ophogen van het terrein uit de ondergrond mee omhoog gekomen. Het vrijwel gave werktuig is gemaakt van een zwart lydietachtig gesteente en voorzien van een rond steelgat. De bijl is 12,5 centimeter lang en heeft een snede, die evenwijdig loopt met de doorboring van het steelgat. Het gat, dat iets taps toeloopt, heeft een maximale diameter van 2,5 centimeter.

Overgangstijd

Dergelijke bijlen vallen in de categorie hamerbijlen. Het type van Sint-Maartensdijk wordt ook wel ‘Breitkeil’ genoemd. Ze zijn waarschijnlijk als wig gebruikt om boomstammen overlangs te klieven. Ze  dateren uit een vroege fase van de nieuwe steentijd, uit het vijfde millennium v. Chr. In die tijd maakte de mens de overstap van jagen en verzamelen naar het beoefenen van de landbouw.

Vooraanzicht van de hamerbijl uit Sint Maartensdijk.

Vooraanzicht van de hamerbijl uit Sint Maartensdijk.

Oudste voorwerp nieuwe steentijd

In Zeeland zijn tot nu toe maar twee hamerbijlen bekend. Het andere exemplaar is bij Bruinisse gevonden, op de Plaat van Oude Tonge. De bijl van Sint-Maartensdijk is echter wel tweeduizend jaar ouder en is daarmee het oudste voorwerp uit de nieuwe steentijd dat in Zeeland is aangetroffen. In Zeeland zijn de meeste archeologische resten uit die periode namelijk zo’n duizend jaar jonger, en afkomstig uit de omgeving van de strandwallen aan de kust of van de pleistocene zandgronden bij de Belgische grens. Het gebied, dat zich daartussen bevond, was vrij moerassig en waarschijnlijk moeilijk toegankelijk.

Boeren of jagers?

Toch zijn de eerste boeren blijkbaar al vroeg in dat gebied verschenen. Of plaatselijke jagers hebben contacten gehad met de eerste boerengemeenschappen uit Noord-Brabant of Limburg, waar doorboorde stenen bijlen vaker zijn gevonden. Het gesteente, waaruit de bijl is gemaakt, komt in onze streken niet voor. Vermoedelijk is hij geïmporteerd uit Duitsland.

Literatuur

J. Jongepier, Prehistorie, in: P. Brusse en P. Henderikx (red.), Geschiedenis van Zeeland dl. I, Utrecht 2012, p. 31-41, i.h.b. 37.
(Met dank aan de heer S. Jasperse, Terneuzen)