De haven van Strijenham
De haven van Strijenham is een van de weinige, overgebleven getijdenhaventjes aan de Oosterschelde. Waar nu pleziervaartuigen het havenbeeld bepalen, laadden en losten eeuwenlang beurtschippers hun lading van en op de kade. De levendigheid van weleer is er nog steeds, alleen nu vooral in de vorm van fiets- en waterrecreatie.
Strijenham, voorheen Nieuw-Strijen genaamd, is vermoedelijk kort na de bedijking van de Nieuw-Strijenpolder rond 1310 zijn gesticht. De polder vormde lang een zelfstandige heerlijkheid, met een eigen bestuur van schout, burgemeester en schepenen. In de Franse tijd werd de heerlijkheid Nieuw-Strijen omgevormd tot de gemeente Nieuw-Strijen. Het nieuw gevormde gemeentebestuur was echter geen lang leven beschoren: in 1816 werd de jonge gemeente opgeheven en bij de gemeente Poortvliet gevoegd.
Haven en uitwatering
Strijenham heeft nooit een eigen molen, school of kerk gehad. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het geringe inwonertal. Zo stonden rond 1850 in Strijenham 19 huizen. Deze werden bewoond door 25 gezinnen, die in totaal 120 hoofden telden. Wel beschikte Strijenham al vroeg over een haven en uitwatering. Dit valt op te maken uit een octrooi van koning Philips II van 24 april 1562. Hierin wordt melding gemaakt van het leggen of maken van een nieuwe straat of weg van het nabijgelegen Poortvliet langs de Zandhoeve tot aan de Strijense sluis.
Bedrijvigheid
In het haventje heerste eeuwenlang de nodige bedrijvigheid. Tot na de Tweede Wereldoorlog werd het voornamelijk gebruikt als landbouwhaven. Veel landbouwproducten, zoals hooi, stro, uien, aardappelen en suikerbieten werden via dit haventje per schip naar elders vervoerd. Maar ook andere producten werden in het haventje overgeslagen, zoals grind voor de wegenbouw. De producten konden worden gewogen op de weegbrug. Gebouw en weegmechanisme werden in 1888 opgericht, langs de Havenweg ter hoogte van het huidige Strijensepad. Via deze zelfde Havenweg was het haventje door middel van een coupure in de zeedijk vanuit de buurtschap te bereiken. Hieraan kwam een eind met de verhoging van de zeedijk in 1979/1980, toen de coupure en daarmee de doorgang werd opgeheven.
Nieuwe functie
De laatste schipper die Strijenham als thuishaven had, was Reinier Verburg. Hij voer tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog op Rotterdam. Tijdens de oorlog werd zijn schip Adriana door de Duitse bezetter gevorderd. Na de Bevrijding heeft hij de beurtdienst niet meer hervat. Het vervoer van landbouwproducten vond meer en meer over de weg plaats, met als gevolg dat de beurtvaart onvoldoende lucratief was. Na de opheffing van het haventje voor de beroepsvaart vonden enkele pleziervaartuigen hier hun ligplaats. Tegenwoordig is het haventje in gebruik van de plaatselijke watersportvereniging.