Dijk op Deltasterkte bij De Griete

De dijk bij de buurtschap De Griete werd in 1997 op Deltahoogte en -sterkte gebracht. Een machtig bolwerk tegen de zee. De dijkversterking maakte onderdeel uit van het omvangrijke project Zeeweringen van Rijkswaterstaat en de waterschappen in Zeeland. De Griete, een buurtschap in Oost-Zeeuws-Vlaanderen en plaats van handeling in menig spookverhaal, veranderde er door van karakter.

Nietig

De Griete is zo’n typisch, door de zeewering gedomineerde Scheldebuurtschap in Oost-Zeeuws-Vlaanderen. Met kleine lieflijke huisjes en een café. En natuurlijk een haventje voor vissers en pleziervaarders. De sfeer is echter toch anders dan enkele decennia geleden. De dijk is veel hoger en breder geworden. De nederzetting aan zijn voet lijkt nietiger en onbeduidender, een beetje misplaatst in de eigen omgeving. Achterhaald door een eeuw van grootschaligheid.

Dijkversterking De Griete, 1997 (Beeldbank Rijkswaterstaat, foto Dries Plooster).

Dijkversterking De Griete, 1997 (Beeldbank Rijkswaterstaat, foto Dries Plooster).

Lange periode

‘Mouwen opstropen en aan het werk,’ zo schetste Tonny Maranus, hoofd uitvoering, de aanvang van het project Zeeweringen in de eerste Delta Zeeweringenkrant van juni 1998. In 1997 waren al de dijkvakken bij Borssele, Breskens, de Griete en Walsoorden versterkt. En ook na De Griete werden op andere plekken dijken versterkt.

De Zeeuwse waterschappen en Rijkswaterstaat hadden in 2004 minstens 78 kilometer dijk versterkt in het kader van het project. In de veiligheid van Zeeland was gedurende zeven jaar 195 miljoen euro geïnvesteerd. Het project loopt zeker nog door tot 2014. De werkzaamheden worden dus over een lange periode uitgesmeerd. Dit heeft alles te maken met de hoge kosten en de beperkte periode waarin kan worden gewerkt.

Gespook rondom De Griete

De Griete ligt in de noordwesthoek van de Kleine Huissenspolder, die bedijkt werd in 1718. Dat een goede zeewering hier geen overbodige luxe is, bewijst het bestaan van buurtschap De Val in de zuidwesthoek van deze polder. Het schilderachtige watertje hier, De Valput, dankt zijn ontstaan aan een overstroming in 1808. Aan dit weel hebben zich verschillende volksverhalen over spokerij gehecht.

Bij De Griete zelf is ook veel spookgekerm vernomen. Het zouden jammerklachten van gewonden zijn, omgekomen toen een voltreffer van een Brits oorlogsschip hier in het begin van de 19de eeuw een Franse batterij trof. Met een geweldige explosie vlogen kruitmagazijn, stellingen en soldaten in de lucht. In de jaren twintig van de 20ste eeuw werd opgetekend dat sommige mensen nog steeds niet voorbij die plaats durfden gaan… omdat ze meenden nog altijd het gekerm van spookachtige gewonden te horen.

Het haventje van De Griete met een containerschip op de Westerschelde.

Het haventje van De Griete met een containerschip op de Westerschelde.

Natuur

‘Werken aan drogere voeten is niet alleen een zaak van dijken verbeteren, maar ook van rekening houden met de omgeving en vooral goed plannen,’ meldde Tonny Maranus in 1998.  ‘We moeten rekening houden met de getijdenbeweging van de Westerschelde. Dan moet je goed weten wanneer je wat en waar kunt gaan doen. Daarnaast hebben we te maken met natuurgebieden en de broedseizoenen van vogels. Ook daar houden we rekening mee. Een ander belangrijk aandachtspunt is de bekleding van de dijkvakken zelf. De betonblokken die we hergebruiken worden op hun kant gezet en met een tussenruimte geplaatst. Op die manier krijg je een grotere dikte plus een grotere ecologische potentie. Ofwel meer mogelijkheden voor plantjes en diertjes.’

Rekening houden

Bij de uitvoering wordt dus zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van natuurbeschermende instanties. Een jong aspect van onze waterstaat, waar de noeste dijkwerkers van weleer ongetwijfeld van zouden hebben opgekeken.

Bron

Jan J.B. Kuipers, Beschermend Zeeland. Ons erfgoed. Zeeland van toen & nu, 13 (Zwolle 2005).