Vroegmiddeleeuwse kolonisten in Serooskerke

door Robert van Dierendonck

De aanleg van de nieuwe N57 op Walcheren is een zegen geweest voor de kennis van de Zeeuwse archeologie. Opgravingen van vindplaatsen in het tracé van de nieuwe weg hebben bij Serooskerke vele verrassende vondsten opgeleverd, waarbij die van een merovingische boerderij de kijk op de vroege middeleeuwen behoorlijk heeft gewijzigd.

Walichrum

Een groot deel van het laaggelegen achterland van Zeeland was na de Romeinse tijd voor enkele eeuwen deel van een groot waddengebied. Het is mogelijk dat op de restanten van de Oude Duinen en strandwallen van de kustzone bewoning is gebleven. In ieder geval komen de oudste archeologische vondsten uit de vroege middeleeuwen van het strandgebied tussen Domburg en Oostkapelle, bij Westhove en Duinbeek. Hier hebben verschillende nederzettingskernen gelegen: sporen hiervan en van bijbehorende begraafplaatsen zijn daar vanaf de zeventiende eeuw op het strand gezien en soms opgetekend. Deze moeten deel hebben uitgemaakt van Walichrum, later de naam van het eiland Walcheren. De vroegste vondsten van deze locatie dateren uit het begin van de zesde eeuw. Villa Walichrum was vanaf het einde van die eeuw een koninklijk domein, een flinke bloeiende handelsnederzetting en een religieus centrum. De plaats lag toen bij een kreek in en achter de nog resterende Oude Duinen. De bewoners waren waarschijnlijk Sueven, oorspronkelijk afkomstig uit Noord-Duitsland.

Reconstructie van een tonvormige pot van reducerend gebakken, gedraaid ruwwandig aardewerk, datering 675-725 na Chr. ((c) ADC Archeoprojecten, Amersfoort).

Reconstructie van een tonvormige pot van reducerend gebakken, gedraaid ruwwandig aardewerk, datering 675-725 na Chr. ((c) ADC Archeoprojecten, Amersfoort).

Door Vikingen geplunderd

De nederzetting groeide en was lange perioden in de achtste en de negende eeuw zelfs belangrijker dan Dorestad. Aan het begin van de negende eeuw woonden er belangrijke leiders en was het een militaire versterking. In 837 werd de nederzetting door de Vikingen geplunderd, maar de nederzetting bleef voortbestaan tot zeker het einde van de tiende eeuw. De plaats werd tussen 850 en 875 ter verdediging zelfs voorzien van een ringwalburg, een ronde versterking.

Schapenhouderij

Een dergelijke belangrijke handelsnederzetting heeft natuurlijk een verzorgingsgebied nodig, voor de aanvoer en afzet van producten. Tot de vondst vlakbij de molen van Serooskerke in 2008 was daarvan nauwelijks iets bekend. Op een kleine, bijna noord-zuid verlopende, kreekrug is daar tussen 675 en 725 een woonstalboerderij gebouwd. De boerderij volgde in zijn ligging het hoogste deel van de kreekrug en is zeker eenmaal herbouwd. De sporen ervan zijn niet compleet teruggevonden, maar de constructie van het gebouw sluit aan bij vergelijkbare plattegronden uit het West-Nederlandse en Vlaamse kustgebied. In de oudste fase waren de afmetingen 24 x 5,70 m, de jongere fase mat tenminste 27 x 5,6 m. De bewoners van deze boerderij hebben bijna uitsluitend schapen gehouden en in het stalgedeelte was ruimte voor zestig tot tachtig dieren. De schapenhouderij was zeker bedoeld voor de productie van wol en huiden, te verhandelen via Walichrum. Daarnaast is schapenvlees ook het meest gegeten en een deel van het menu bestond uit mosselen. Er zijn geen plantaardige resten gevonden die iets kunnen vertellen over akkerbouw of tuinbouw. Verder zijn er alleen aardewerkscherven van twee potten gevonden.

In de Pastoriestraat te Sint Andries/Brugge is een opgegraven merovingisch huis van een vergelijkbare constructie als de boerderij van Serooskerke herbouwd (foto Raakvlak, Brugge).

In de Pastoriestraat te Sint Andries/Brugge is een opgegraven merovingisch huis van een vergelijkbare constructie als de boerderij van Serooskerke herbouwd (foto Raakvlak, Brugge).

Start permanente bewoning

De boerderij van Serooskerke is de enige bekende goed opgegraven nederzetting van de vroege vroegmiddeleeuwse herkolonisatie van het achterland van Zeeland. Maar deze vroegste permanente bewoning in het achterland – die vrijwel zeker ook deel uitmaakte van het netwerk van het koninklijk domein – is wel meer dan een eeuw jonger dan de handelsnederzetting Walichrum.  Het is dan ook te verwachten dat er gelijktijdig met de ontwikkeling van de handelsnederzetting meer locaties in het achterliggende verzorgingsgebied gekoloniseerd waren, die nog ontdekt moeten worden, vermoedelijk op kleine kreekruggen. De laat-merovingische bewoning is blijkens overige vondsten uit het N57-onderzoek rondom Serooskerke de start van een ononderbroken bewoning van het platteland op die hogere delen van het landschap, de kreekruggen.

Vondsten van het N57-onderzoek zijn tentoongesteld in Historisch Educatief Centrum Het Oude Brandspuithuis aan de Torenstraat in Serooskerke.

Literatuur

P. Deckers, Between Land and Sea; Landscape, Power and Identity in the Coastal Plain of Flanders, Zeeland and Northern France in the Early Middle Ages (AD 500-1000), Brussel 2014 (ongepubliceerd proefschrift, 2 dln.).
J. Dijkstra & F.S. Zuidhoff (red.), Kansen op de kwelder; archeologisch onderzoek op en rond negen vindplaatsen in het nieuwe tracé van de Rijksweg 57 en de nieuwe rondweg ter hoogte van Serooskerke (Walcheren), Amersfoort 2011 (ADC Monografie 10).