Tweede Wereldoorlog in Vlissingen (1940-1945)
In de frontlinieHitler zou Neerlands neutraliteit nooit schenden. Voor de Vlissingse bevolking werd deze illusie wreed verstoord, toen in de vroege morgen van vrijdag 10 mei 1940 Duitse Heinckels het vliegveld bombardeerden. Het was oorlog. En het zou niet bij dit ene bombardement blijven.
Twee dagen later kwam de volgende aanval. Nu waren ‘Het Eiland’, het havengebied en ook de binnenstad het doelwit, met als gevolg talloze doden en gewonden. De bewoners van Het Eiland en de binnenstad probeerden die zondag Vlissingen te ontvluchten. Enkele dagen later liet burgemeester Van Woeldereren een proclamatie uitgaan waarbij de bevolking werd aangeraden Vlissingen zo snel mogelijk te verlaten. Duizenden mensen vluchtten – alles achterlatend – naar Middelburg, Koudekerke en andere Walcherse dorpen. Middelburg bleek als vluchtplaats niet zo’n goede keus, want een week na de eerste aanval op Vlissingen werd de Middelburgse binnenstad door de Duitse Luftwaffe volledig in puin geschoten.
Franse troepen hadden bij de Sloedam nog pogingen gedaan de Duitse Wehrmacht tegen te houden, maar moesten zich uiteindelijk via Vlissingen-Breskens terugtrekken. De dag daarop zagen de Vlissingers de eerste Duitse soldaten in hun straten. Omdat het enige tijd relatief rustig was, liet de burgemeester veertien dagen later bekendmaken dat de inwoners konden terugkeren.
Maar al spoedig kreeg Vlissingen weer te maken met bombardementen. Ditmaal door de Britse Royal Air Force, die in september en oktober 1940 zware bombardementen uitvoerde op zowel het havengebied als de binnenstad. Tijdens de gehele oorlogsperiode zou Vlissingen door de RAF bestookt worden. Op de ‘bommenkaart’, een plattegrond van Vlissingen aanwezig in het gemeentearchief, staan met stippen alle vele bominslagen aangegeven. Omdat eind april/begin mei 1942 een grootscheepse evacuatie naar dorpen op Zuid-Beveland plaatsvond, kon het aantal slachtoffers nog beperkt worden genoemd.
Na verloop van tijd keerden meerdere gezinnen toch terug naar Vlissingen, omdat de heer des huizes op De Schelde zijn boterham verdiende. In 1943 moesten wederom vele gezinnen Vlissingen verlaten, nu met bestemming plaatsen in West-Brabant. Op 20 augustus van dat jaar kreeg de stad het zwaar te verduren bij een bombardement uitgevoerd door 12 Mitchells, met een volledig Nederlandse bemanning. Ze richtten een enorme ravage in de stad aan met hun ‘vijfhonderdponders’. Bij deze aanval van landgenoten waren twaalf burgerslachtoffers te betreuren.
Ernstig voedselgebrek heeft de bevolking niet gehad. Wel werden distributiebonnen verstrekt om de schaarse voorraad voedsel en kleding zo goed mogelijk onder de bevolking te verdelen.
Toen in juni 1944 berichten doorsijpelden dat geallieerden troepen in Frankrijk waren geland, dacht men dat de bevrijding niet lang op zich zou laten wachten. Maar in het begin van oktober 1944 moesten weer vele gezinnen huis en haard verlaten als gevolg van de dijkdoorbraken. Tussen 3 en 24 oktober bombardeerden de Geallieerden de Walcherse dijken bij Westkapelle, Vlissingen, Ritthem en Veere, waardoor het eiland en ook grote woongedeelten van Vlissingen onder water kwamen te staan. Het hele gebied ten noorden van de Singel kreeg te maken met het langzaam maar gestaag stijgende zoute water. Weer moesten vele gezinnen naar Middelburg en andere droge plekken op Walcheren verhuizen.
In de vroege ochtend van de eerste november 1944 was het dan eindelijk zover. De operatie Infatuate I ging van start. Vanuit Breskens vertrokken circa vijfhonderd commando’s in hun landingsvaartuigen. Bij het ‘modderhaventje’ naast de Oranjemolen gingen zij aan land. Straat voor straat moest op de Duitsers worden veroverd. ‘Hell’s Fire Corner’ ofwel Betje Wolffplein was daarbij een hachelijke passage omdat sluipschutters zich in de kranen van de Schelde hadden genesteld, maar nog meer door het geschut vanaf de Boulevard bij het standbeeld van Frans Naerebout.
Het waren niet de enige obstakels waar de commando’s op stuitten. Het laatste Duitse bolwerk, Grand Hotel Britannia, met de zich daarbij bevindende bunkers, kon pas op 3 november na zware gevechten worden veroverd. De strijd zou zes uur duren, waarbij vijftig Duitsers en achttien Schotse commando’s sneuvelden.
Literatuur
A. Korteweg, Oorlog aan de Scheldemond, Middelburg 1948.
J.N. Houterman, Walcheren bevrijd, Middelburg 1994.