Louis de Boisot
Hij was de ‘Redder van Leiden’ maar had ook de ‘Redder van Zierikzee’ moeten worden. De admiraal die bekend stond om zijn moed en vermetelheid vergaarde grote roem. Tijdens onze onafhankelijkheidsstrijd toonde hij zich een fel medestander van prins Willem van Oranje.
Losbol en opstandeling
Louis de Boisot (circa 1530-1576) werd geboren in Brussel. Zijn familie kwam oorspronkelijk uit Bourgondië. Zijn vader, Pierre de Boisot, klom op tot thesaurier-generaal en was een trouw dienaar van keizer Karel V en landvoogdes Maria van Hongarije. In zijn jonge jaren leidde Louis het leven van een losbol met zijn speel-, drank- en pronkzucht. Ook later kon hij maar moeilijk van deze eigenschappen loskomen.In de roerige jaren zestig van de zestiende eeuw gistte het in de Nederlanden en er waren veel redenen tot ontevredenheid. Louis was, net als vele anderen, ingewonnen voor het calvinisme en had in Genève gestudeerd. Aanvankelijk hield hij zich afzijdig van de politiek, in tegenstelling tot zijn broer Charles, die werd gestraft met verbanning en confiscatie van zijn goederen. Louis kreeg hetzelfde opgelegd in 1571 nadat hij contact had gehad met prins Willem van Oranje, die leider werd van de opstandelingen.
Deelname aan de strijd
Louis de Boisot stelde zich ter beschikking van prins Willem, die hem naar admiraal De Coligny in Parijs stuurde. Toen deze met andere hugenotenleiders in 1572 in opdracht van de Franse koning werd vermoord tijdens de beruchte Bartholomeusnacht, werd ook De Boisot gevangen genomen. In 1573 wist hij te ontsnappen en reisde hij via Engeland naar het opstandige Holland. In Zeeland hadden Vlissingen, Veere en Zierikzee gekozen voor de opstand, maar Middelburg was nog in Spaanse handen. Samen met zijn broer Charles wist De Boisot het fort Rammekens te veroveren. Louis werd beloond met de benoeming tot luitenant-admiraal van Zeeland.
Tijdens een zeeslag bij Bergen op Zoom werd Louis de Boisot getroffen door een musketkogel, die dichtbij zijn ene oog binnendrong en via het andere oog weer naar buiten vloog. De slag eindigde in een overwinning voor de geuzen waarna Middelburg in 1574 moest capituleren. De Boisot herstelde, maar zijn ene oog was niet te redden. Voortaan droeg hij voor het verdwenen oog een zwart zijden doek of een metalen plaatje. Op 30 mei 1574 wisten De Boisot en zijn mannen een Spaanse vloot bij Lillo te overvallen, waarbij de Spaanse vice-admiraal Adolf van Haamstede gevangen werd genomen.
Roem
Roem en onvergetelijke glorie kreeg De Boisot in datzelfde jaar toen hij erin slaagde om de stad Leiden te ontzetten, hetgeen een keerpunt in de strijd was. De stoutmoedige tocht per schip maakte een eind aan de zware beproeving die de Leidenaars moesten doorstaan. Op 3 oktober 1574 hielden De Boisot en de zijnen hun intocht, geestdriftig toegejuicht door de inwoners. Nog ieder jaar wordt het ontzet van Leiden op die dag herdacht met haring en wittebrood.
Op 18 januari 1575 trad De Boisot in het huwelijk met Louise van Dorp, een dochter van Arend van Dorp, gouverneur van Zierikzee. Deze zag zich voor de lastige taak geplaatst om Zierikzee te verdedigen tegen de aanval van de Spaanse troepen onder leiding van Christobal de Mondragón. De prins van Oranje deed zijn uiterste best de stad te ontzetten waarin ook De Boisot een actief aandeel nam. Op 27 mei 1576 kwam zijn schip vast te zitten voor de dijk bij Borrendamme. Het schip werd onder vuur genomen en kapseisde. Onder de slachtoffers was ook de admiraal. Kort daarop, op 29 juni, moest Zierikzee capituleren. Het lijk van Louis de Boisot werd begraven in de Abdijkerk te Middelburg, waar ook zijn broer Charles begraven was.
Dit verhaal verscheen eerder als column in Wereldregio, 23 februari 2016.