Het drielandenpunt in Zuid-Beveland
Valweel, Sluishoek / heggenreservaat NisseHet drielandenpunt, ligt dat niet in Limburg? Zeker, maar Zuid-Beveland heeft er óók een.
Grimmige doorbraak
Op de Valdijk ten zuidwesten van Nisse staat een bord met uitleg over dit Zeeuwse drielandenpunt. De drie ‘landen’ die elkaar hier ontmoeten zijn: het heggenlandschap, het open polderlandschap rond Nisse én het kleinschalige polderlandschap naar het westen, waar eens de zeearm Zwake stroomde.
Alle drie deze landen zijn vanaf de Valdijk te zien. In de knik van de Valdijk, middenin het huidige Zuid-Bevelandse polderland, glinstert een duidelijk bewijs van de vroegere aanwezigheid der zee. Het is de Valweel: sprookjesachtig mooi om te zien maar wel een overblijfsel van een grimmige doorbraak, lang geleden.
Kolken
Welen of wielen zijn over heel Zeeland verspreide stukjes verdronken land. Het zijn kolkgaten die ontstaan zijn na een dijkdoorbraak. Bij dijkherstel koos men meestal de weg van de minste weerstand, en legde de nieuwe dijk buiten of binnen om de kolk. Deze bleef daardoor bestaan als een aantrekkelijk landschapselement. Vooral de Zak van Zuid-Beveland is bezaaid met welen. Deze liggen soms naast elkaar als brillenglazen.
Brilletjes
Aan de zuidkant van de Brilletjesdijk ten zuiden van de Valdijk vinden we dan ook enkele wielen die, jawel, de Brilletjes heten. Ze liggen in de in 1506 bedijkte Kruiningenpolder. De meest westelijke heeft de vorm van een knijpbrilletje. Ten oosten en noordoosten hiervan liggen een kleine en een grotere weel. Ook ten noordoosten van Heinkenszand vinden we Brilletjes. Hier gaat het echter om één weel in de vorm van twee brillenglazen.
Stenen sluis
De Valweel is gesitueerd in de Brede Watering, om precies te zijn in de Sluishoek. In 1920 is hier ten noorden van de weel het restant van een primitieve stenen sluis blootgelegd. Deze dateert vermoedelijk uit de veertiende eeuw. Als je toen op de Valdijk stond keek je naar het zuidwesten niet uit over weelderige landerijen. Je zag uit over de verraderlijke Zwake, met zijn slikken, schorren en stroomgeulen. En over het glinsterende water zag je de zeilen van handelsschepen op weg naar of vanuit Antwerpen.
Zwake
De Zwaakse en ‘s-Gravenpolderse Weel ten zuiden van ‘s-Gravenpolder zijn geen echte welen, maar overblijfselen van de Zwake. Deze zeearm schuurde zich uit na een zware stormvloed in 1014. Dit veroorzaakte een scheiding van de eilanden Borssele, Oudelande en Baarland van overig Zuid-Beveland. Tussen 1200 en 1550 werd de Zwake weer heroverd door bedijking van een groot aantal overwegend kleine polders. Deze polders zijn als een soort tros aan de zuidwestkant van het enorme poldergebied van de Brede Watering Bewesten Yerseke geplakt.
Aanvallen en verdedigen
Het kleinschalige polderlandschap ten westen en zuidwesten van de Valdijk ontstond door offensieve bedijkingen: pure veroveringen op het water. Men damde stroomgeulen af en bedijkte schorren en slikken. In de ruimtelijke lijnen van de Zak van Zuid-Beveland is de offensieve wijze van landaanwinning sterk te herkennen. Dankzij de bedijking van steeds nieuwe, naast elkaar liggende kleine polders kan worden genoten van de vele beroemde bloemdijken in deze streek.
Kerngebied
Het landschap rondom Nisse is daarentegen een gevolg van defensieve bedijking. De Brede Watering Bewesten Yerseke was een oud kerngebied. De zee had hier al bijna geen invloed meer. Met het leggen van een ringdijk werd zo’n al kant-en-klaar gebied tot polder gemaakt.
Bron: Jan J.B. Kuipers, Zeeland van toen & nu, 13: Beschermend Zeeland (Zwolle 2005).