Herbergen, uitspanningen en cafés

Vroeger had elk dorp wel één of twee herbergen. Reizen deed je te voet, te paard of per koets en dus legde je maar korte afstanden af. Al die herbergen boden welkome stopplaatsen onderweg. Horeca had vroeger ook een meer lokaal karakter. Je ging niet op stap in een druk uitgaansgebied in de stad, maar gewoon naar het dorpscafé.

Gemeentehuizen

Zo’n dorpscafé werd trouwens ook vaak tegelijk ingezet voor andere zaken. Het was vaak de plek waar het gemeentebestuur bijeenkwam. Daarom heetten veel cafés Het Gemeentehuis of Het Oude Gemeentehuis. In de negentiende eeuw werd het verboden om gemeentehuizen te vestigen in plaatsen waar drank geschonken werd en kwam aan deze gewoonte een einde.

Huiskamercafé

Een ander fenomeen was het huiskamercafé. Vaak werden die door vrouwen gedreven als een soort levensverzekering voor het geval hun man zou overlijden. Aan de buitenkant waren ze moeilijk te herkennen. Je ging er door de achterdeur naar binnen (alleen vreemdelingen pakten de voordeur) en kwam dan in een huiskamer terecht met een kleine toog met wat glazen. Je kreeg eerst een kopje koffie van het huis en daarna kon je bestellen. Een andere klassieker was de wegherberg of het wegcafé. Die zaten tactisch gesitueerd op drukke routes. Na de Tweede Wereldoorlog verdwenen bijna al dit soort klassieke cafés. Een laatste overblijfsel is het Klompekot in het buitengebied van Borsele – een echt wegcafé. Dorpscafés vind je hier en daar nog wel. De meeste zie je in katholieke dorpen en vooral in Zeeuws-Vlaanderen zijn er nog veel kleine kroegen.

Café Van ’t Ventje in Ovezande in 1924, vernoemd naar eigenaar Van ’t Westeinde (ZB, Beeldbank Zeeland). Achter de toog (van links naar rechts): Maria, Cornelia en Magdalene van ’t Westeinde.

Café Van ’t Ventje in Ovezande in 1924, vernoemd naar eigenaar Van ’t Westeinde (ZB, Beeldbank Zeeland). Achter de toog (van links naar rechts): Maria, Cornelia en Magdalene van ’t Westeinde.

Campveerse toren

In Veere staat een van de oudste herbergen van Nederland: de Campveerse Toren. Wanneer je voor de robuuste toren staat, zie je direct dat het gebouw oorspronkelijk geen horecafunctie had. Het behoorde tot de verdedigingswerken van Veere. Dat zie je vooral nog goed wanneer je binnenstapt. Je kunt dan exact zien hoe dik de muren zijn. Die moesten een kanonskogel tegen kunnen houden. Uit archiefstukken blijkt dat er in elk geval eind vijftiende eeuw al een biertje gepakt kon worden bij de Campveerse Toren. De herberg lag op een perfecte plek bij de ingang van de haven en de aanlegplaats van het veer. Er was dus veel aanloop. Veere was een handelsstad van formaat en ongetwijfeld vonden in de toren ook veel internationale gasten onderdak. Heel wat beroemdheden hebben de toren ook bezocht, waaronder Willem van Oranje die hier ook zijn bruiloft vierde, maar ook Nescio, Charley Toorop en Karel Appel. Je kunt je in dat rijtje beroemdheden voegen. Je kunt tegenwoordig namelijk nog steeds eten en overnachten in Auberge de Campveerse Toren. Vanuit het restaurant heb je prachtig uitzicht over het Veerse Meer.

Uitrusten op het terras bij de Campveerse Toren, zomer 2008.

Uitrusten op het terras bij de Campveerse Toren, zomer 2008.

Café Het Verdronken Land

Terwijl sommige etablissementen dubbelfuncties hadden, had Café Het Verdronken Land in Emmadorp begin twintigste eeuw eerder een vijfdubbelfunctie als café, winkel, telefooncentrale, boerderij en weegbrug. Toen hier nog een haventje was, was dit de plek waar de vissers uit Nieuw-Namen samenkwamen. In de jaren zeventig van de negentiende eeuw werden vanuit hier de eerste excursies naar het Verdronken Land van Saeftinghe georganiseerd. Inmiddels staat er niet al te ver van het café een bezoekerscentrum dat die functie heeft overgenomen. Maar je kunt in het café nog wel altijd een drankje halen om af te koelen (of op te warmen) na afloop van je wandeling op Saeftinghe.

Uitspanning Oranjezon

Natuurgebied Oranjezon net buiten Vrouwenpolder is tegenwoordig een geliefd wandel- en natuurgebied met duinen, bossen en veel dieren (vooral herten). Je kunt het gebied verkennen via vier verschillend gekleurde, langere en kortere routes. Rond 1900 was het ook een populaire bestemming en daarbij werd er niet alleen genoten van de natuur, maar ook van de bijbehorende horeca. Uitspanning Oranjezon zorgde voor de nodige versnaperingen. Ook nu staat hier nog een zaak met dezelfde naam. Ze hebben hun activiteiten wel wat uitgebreid. Ze houden kleinvee (onder andere hangbuikzwijnen en geitjes), hebben een café en restaurant met terras, minicamping, appartementenverhuur en een kleine speeltuin.

Uitspanning Oranjezon (ZB, Beeldbank Zeeland, foto J. Francke).

Uitspanning Oranjezon (ZB, Beeldbank Zeeland, foto J. Francke).

Heerenkeet

In de achttiende eeuw stond bij Moriaanshoofd op Schouwen-Duiveland een keet die dienstdeed als materiaalopslag voor de aanleg van een dam aan de Flaauwers (zo heette het haventje hier). De keet deed ook dienst als vergaderruimte voor waterschapsbestuurders. Eind negentiende eeuw werd de keet de vaste vergaderplaats voor de dijkgraven: de Heeren van Schouwen. Daarmee kreeg hij ook de huidige naam: de Heerenkeet. In 1943 werd het café gesloopt, maar in 1948 werd het alweer opgebouwd en sindsdien kun je hier weer terecht op wat volgens velen een van de mooiste plekken van Schouwen-Duiveland is. En als je hier over het water uitkijkt naar de Oosterscheldekering aan de ene en de Zeelandbrug aan de andere kant is er maar heel weinig dat je daar tegenin kunt brengen.