Een slaafgemaakte vertelt over de slavenhandel

Hoe was het voor een slaafgemaakte om aan boord van een slavenschip de overtocht te maken en in Amerika als koopwaar te worden verkocht? Weinig slaafgemaakten konden daarover zelf hun verhaal doen. Maar Olaudah Equiano deed dat wel. Hij voer – elf jaar oud – in 1756 als slaafgemaakte op een slavenschip van Nigeria naar Noord-Amerika. Tien jaar later kon hij zich vrijkopen, waarna hij zijn leven in het teken stelde van verzet tegen de slavernij. Hij schreef zijn ervaringen als slaafgemaakte op. Ze werden als boek gepubliceerd. In 1790 verscheen de Nederlandse vertaling. We lezen onder meer over zijn aankomst bij het slavenschip, de ontberingen aan boord en hoe hij met de andere slaafgemaakten in Amerika van de hand werd gedaan.

Het leven van Olaudah Equiano

Olaudah Equiano werd geboren in de plaats Isseke in Nigeria (Afrika) in het jaar 1745. In 1756 werd hij gevangen genomen en als slaafgemaakte verkocht. Met een slavenschip werd hij naar Virginia (Noord-Amerika) gebracht. Daar werd hij in 1757 gekocht door een Britse marineofficier. Hij kreeg ook een nieuwe naam: Gustavus Vassa. Hij voer naar Engeland en diende van 1758 tot 1762 bij de Britse marine. In 1759 werd hij in Londen gedoopt. Equiano werd in 1763 verkocht.

Tot 1766 werkte hij op handelsschepen die voeren tussen West-Indië en het vaste land van Amerika. Tussen zijn slavenarbeid door verdiende Equiano ook geld voor zichzelf. Hij kon zich met dat geld in 1766 vrijkopen. Zijn hele verdere leven stond in het teken van verzet tegen slavernij. Over zijn ervaringen als slaafgemaakte schreef hij een boek. Dit boek heeft als titel: Interesting Narritive of the life of Olaudah Equiano or Gustavus Vassa, the African. Het werd in 1789 uitgegeven en reeds in 1790 verscheen ook een Nederlandse vertaling. Equiano stierf in Londen (Verenigd Koninkrijk) in 1797 op 52-jarige leeftijd.

Titelpagina van het boek van Olaudah Equiano met zijn portret.

Titelpagina van het boek van Olaudah Equiano met zijn portret.

Boze geesten

In zijn boek schreef Equiano over zijn eerste contact met het slavenschip:

“Het eerste dat ik zag toen ik aankwam aan de kust was de zee met een slavenschip dat daar voor anker lag en op lading wachtte. Dit vervulde mij met verbazing die weldra in ontzetting omsloeg toen ik aan boord werd gebracht. Ik werd onmiddellijk door een paar bemanningsleden beetgepakt en heen en weer geschud om te zien of ik gezond was en ik was er nu van overtuigd dat ik terecht was gekomen in een wereld van boze geesten die mij zouden doden.”

De overtocht

Over de reis naar West-Indië schreef Equiano:

“De stank van het ruim was zo ondraaglijk vies dat het gevaarlijk was om daar enige tijd te verblijven en sommigen van ons hadden toestemming gekregen om aan dek te blijven voor frisse lucht.

De benauwdheid van het ruim en de hitte van het klimaat, gevoegd bij het aantal in het schip, dat zo overvol was dat elk van ons nauwelijks ruimte had om zich om te draaien, verstikten ons bijna. Dit leidde tot overvloedig transpireren, zodat de lucht spoedig ongeschikt werd om in te ademen.

De vieze lucht veroorzaakte een ziekte onder de slaven waar velen aan stierven, en zodoende slachtoffer werden van de zorgeloze gierigheid, als ik dit zo mag zeggen van hun aankopers. Deze ellendige toestand werd nog verslechterd door de ontvellingen van de kettingen, die nu onverdraaglijk werden en het vuil van de noodzakelijke tonnen waar de kinderen vaak in vielen en bijna verstikten. De kreten van de vrouwen en het gekreun van de stervenden maakten het geheel tot een afschrikwekkend schouwspel dat haast onvoorspelbaar was.”

Koopwaar

Eenmaal aangekomen in West-Indië werd Olaudah Equiano samen met vele andere slaafgemaakten verkocht. Over deze verkoop schreef hij:

“Toen wij spoedig daarna aan land werden gebracht werden wij onmiddellijk naar de binnenplaats van de koopman gebracht, waar wij allemaal opgesloten werden als evenzoveel schapen zonder dat er acht geslagen werd op sexe of leeftijd.

Op een gegeven teken (zoals een trommelslag) renden de kopers tegelijk allemaal de binnenplaats op waar de slaven waren opgesloten, en kozen dat pakket dat hen het beste leek. Op deze manier werden verwanten en vrienden gewetenloos gescheiden, waarvan velen elkaar nooit meer zouden terugzien.”