Een koning sneuvelt op Wulpen

door Jan Kuipers

Het verdronken eiland Wulpen voor de kust van West Zeeuws-Vlaanderen speelt een belangrijke rol in de Kudrunsage, een belangrijk heldenepos dat zich afspeelt in de vroege middeleeuwen. Wulpen was het aanzienlijkste eiland van het drietal Wulpen, Schoneveld en Koezand. Wulpen lag het zuidelijkst, Schoneveld ten noorden en Koezand ten noordwesten ervan.

Wulpen op de Zeelandkaart van Christiaan Sgrooten (1573), gebaseerd op die van Van Deventer van omstreeks 1550.

Wulpen op de Zeelandkaart van Christiaan Sgrooten (1573), gebaseerd op die van Van Deventer van omstreeks 1550.

Opgeslokt door de zee

Schoneveld werd het eerst door de zee opgeslokt; na overstroming in 1375 wordt het niet meer in de bronnen vermeld. De onbesliste zeeslagen op de Vlakte van Schoneveld (1673), waarin de uit Vlissingen afkomstige vlootvoogd Michiel de Ruyter een gecombineerde Engels-Franse vloot afsloeg, deden de naam Schoneveld lang voortleven. De zandbank zelf, de Vlakte van Schoneveld of Schoneveldsbank, bestaat ook nog. De opwas Koezand werd in 1237 ter bedijking uitgegeven en in 1244 ingepolderd. Nadat het eiland aan Wulpen was vastgedijkt, verdween het daarmee in 1570 vrijwel geheel in de golven.

Wulpen tenslotte bevatte verschillende dorpen en werd, net als de twee zustereilanden, zo geteisterd door storm en overstroming dat men aan het begin van de zestiende eeuw al de ondergang voorzag. In 1516 werd het laatste parochiedorp, Sint Lambert-Wulpen, verwoest. De laatste resten van Wulpen en Koezand verdwenen aan het eind van de zeventiende eeuw.

Slag op het Wulpenzand

Wulpen leeft voort in de literaire geografie, dankzij zijn rol in de Kudrun- of Gudrunsage. Dit omstreeks 1240 ontstane Duitse werk is na het Nibelungenlied het belangrijkste Germaanse heldenepos. De erin beschreven slag op het Wulpenzand herinnert vermoedelijk aan de strijd tegen de Vikingen ter plaatse in de negende eeuw. Het is een grimmig en tot de verbeelding sprekend verhaal. De veldslag werd uitgevochten tussen koning Hettel van Hegelingen en Herwig van Seeland aan de ene zijde, en aan de andere kant Har(t)mut van Normandië, die Hettels dochter Kudrun ontvoerd en gegijzeld had. Het rijk van Hettel strekte zich langs de Noordzee uit, van Denemarken tot aan de Friese landen. Na de ontvoering trok Hettel met zijn leger naar de kust, waar ‘Selant’ lag, en zette de vluchtende Normandiërs na. Schepen hiervoor nam Hettel van toevallig ankerende pelgrims af.

Kudrun wordt weggevoerd. Illustratie van Johannes Gehrts (1885).

Kudrun wordt weggevoerd. Illustratie van Johannes Gehrts (1885).

Eindelijk bevrijd

Niet lang nadat Harmut met zijn leger op Wulpen landde om te rusten, doken de zeilen van Hettels krijgsmacht op aan de horizon. Over de details van de bloedige slag die volgde is het Kudrunlied vaag; wel vernemen we dat koning Hettel sneuvelde in de strijd en dat Kudrun gevankelijk werd meegevoerd naar Normandië. Om Hettel te gedenken besloot zijn zoon Ortwin een klooster op Wulpen te bouwen: het begin van een bloeiperiode van eeuwen. Herwig bevrijdde Ortwins zuster pas vele jaren later, en trouwde met haar.

Een ander martiaal feit uit Wulpens vroege geschiedenis wortelt in iets vastere grond: op Wulpen zouden ook schepen zijn gebouwd die dienst deden bij de Normandische invasie van Engeland in 1066, toen Willem de Veroveraar door zijn overwinning bij Hastings de Engelse kroon verwierf.

Langschip van Willem de Veroveraar, op weg naar Engeland (Tapijt van Bayeux).

Langschip van Willem de Veroveraar, op weg naar Engeland (Tapijt van Bayeux).

Literatuur

K.E. Freitag, Wulpen, in: Archief Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 1927, 7-16.
W. Fröhlich, Die Gudrunsage, Cambridge 1936.
Jan J.B. Kuipers, Zeeuws verdronken land in vogelvlucht / Wulpen en het krijgsbedrijf, in: Jan J.B. Kuipers (eindred.), Sluimerend in slik; verdronken dorpen en verdronken land in zuidwest Nederland, [Vlissingen] 2004, 42-47.