De Machinefabriek in Vlissingen
Het voormalige Scheldeterrein in Vlissingen is belangrijk industrieel erfgoedterrein voor de stad. Naast de inmiddels gerestaureerde Timmerfabriek staat hier ook de Machinefabriek van de Schelde. Het gebouw is meer dan honderd jaar oud en was de productieplaats van enkele duizenden machines voor schepen en andere doeleinden.

Machinefabriek in 2008 (foto WIEZ, cc by-nc-sa 2.0).
Oprichting De Schelde
NV De Schelde Scheepsbouw en Werktuigenfabriek werd in 1875 opgericht. De onderneming werd gevestigd op het terrein van de voormalige Rijksmarinewerf in Vlissingen. Het bedrijf was goed bereikbaar via open water – een belangrijk voordeel boven andere scheepsbouwers elders in het land. Aan het roer stond president-commissaris Arie Smit – hij zou later burgemeester van Vlissingen worden – en de jonge industrieel Joseph van Raalte als directeur. De kleine werf, met achttien werknemers, had een moeizame start, maar toen na enkele jaren de eerste orders voor oorlogsschepen binnenrolden, ging het al snel beter.
Het terrein omvatte onder meer een scheepstimmerwerf, smederij, kopergieterij, ketelmakerij en machinefabriek. In de machinefabriek werden de stoommachines voor de schepen gebouwd, later ook stoommachines voor andere doeleinden. In de aanpalende ketelmakerij werden stoomketels geproduceerd.
Kolommen met stoom
Een brand in 1881 legde deze eerste machinefabriek in de as. Ook de modelmakerij en enkele kantoren gingen verloren. De ketelmakerij, waar de brand nota bene begonnen was, viel door de zuidenwind niet ten prooi aan de vlammenzee. Nog in hetzelfde jaar begon men aan de herbouw van de machinefabriek annex ketelmakerij.
De Schotse ingenieur William Hamilton Martin ontwierp ‘een gebouw van ijzer en steen met glas, ingericht naar de eischen des tijds’, zoals de Vlissingsche Courant meldde. De fabriekshal werd opgetrokken uit lichte bakstenen, gebakken in de steenbakkerij Suzanna Johanna van de firma Fak Brouwer bij Nieuwland. De fabriek had voorts hoge boogvensters, waarin 17.000 ruiten waren verwerkt, en zuilengalerijen met enkele tientallen holle ijzeren kolommen, die met stoom waren gevuld om de ruimte te verwarmen. Het gebouw, dat 120 meter lang was, werd over een lengte van 80 meter in beslag genomen door de machinefabriek, de rest bood plaats aan de ketelmakerij.
Het ging De Schelde in deze jaren goed. De Rotterdamsche Lloyd bestelde in 1882 twee mailboten voor de vaart op Batavia, in 1888 werd een order verworven voor vier vracht-passagiersschepen voor de vaart in de Indische wateren en in 1895 liet de Stoomvaart-Maatschappij Nederland bij De Schelde haar eerste mailboot bouwen. Eind 19de eeuw voegde ook het Rijk zich onder de opdrachtgevers en werden op de werf torpedoboten en een pantserschip gebouwd. In 1904 volgde de eerste onderzeeboot.
Machinefabriek in meerdere delen
De steeds dikkere orderportefeuille leidde tot expansie van het bedrijf. De Schelde groeide na 1890 naar meer dan duizend werknemers en voerde talrijke technische innovaties door. De oude machinefabriek voldeed niet meer. De directie besloot tot nieuwbouw.

Aanbouw machinefabriek, gerealiseerd in 1919 (ZB, Beeldbank Zeeland).
Het huidige gebouw is in delen gerealiseerd. Het oudste deel stamt uit 1912. Een jaar later werd een uitbreiding gerealiseerd, in 1916 nog één en in 1919 volgde een derde uitbreiding. Zo ontstond het complex dat nu tussen de Willem Ruysstraat en de Jan Weugkade, tegenover de Houtkade ligt. De machinefabriek had oorspronkelijk een glazen overkapping. Deze werd vanwege de hoge energiekosten in 1955 vervangen door een ander dak.

Balansveertoestel in machinefabriek, 1921 (ZB, Beeldbank Zeeland).
In 1902 begon De Schelde met de bouw van stoomturbines, vanaf 1915 werden in eigen beheer Sulzer dieselmotoren geproduceerd. In de loop der tijd zijn in de machinefabriek enkele duizenden machines gemaakt. Elke geproduceerde machine kreeg een apart nummer.

Eerste blad van het machineplan voor machinenummer 3, vervaardigd voor de Nederlandse stoomschoener Schelde, bouwnummer 2 (Zeeuws Archief, Archief Machinefabriek-Ketelmakerij Kon. Mij. De Schelde 1876-1938 inv.nr. 506.1).
De Schelde maakte roerige oorlogsjaren mee. Na de Tweede Wereldoorlog moderniseerde en vernieuwde het bedrijf om vervolgens met fusies het hoofd te bieden aan internationale concurrentie. In de jaren zeventig specialiseerde De Schelde zich in de bouw van marineschepen. In 1983 werd De Schelde weer zelfstandig, in het jaar 2000 kocht Damen Shipyards Group te Gorinchem de aandelen en ging Schelde Groep BV op in deze grote scheepsbouwmaatschappij.
Herbestemming
Het gebouw van de machinefabriek, dat toen al niet meer in gebruik was, werd in 2004 eigendom van de gemeente Vlissingen. Het maakte deel uit van het Scheldeterrein, dat door de gemeente werd aangekocht. Acht jaar later werd de machinefabriek wind- en waterdicht gemaakt. Een van de drie traveeën, ter grootte van 30 bij 90 meter, is toen geschikt gemaakt voor activiteiten en evenementen. Een definitieve herbestemming is nog niet gevonden.
Bronnen
Damen Schelde Naval Shipbuilding, op encyclopedievanzeeland.nl.
Zeeuws Archief, archief Machinefabriek-Ketelmakerij Kon. Mij. De Schelde 1876-1938.
De machinefabriek en ketelmakerij 1876-, blog Gemeentearchief Vlissingen.
Machinefabriek Vlissingen krijgt uitstel, op industrieelerfgoedzeeland.nl.