Amfibieën op de weg terug

Amfibieën lijken rechtstreeks weggelopen uit de prehistorie. Ze hebben allerlei opmerkelijke eigenschappen die je elders in het dierenrijk niet meer vindt, zoals bijvoorbeeld huid-ademhaling. Ook spreken ze tot de verbeelding door hun uiterlijk. Zo doen sommige salamanders met hun forse rugkam denken aan draken. Reden om eens te bezien wat er in Zeeland zoals rondzwemt, -springt of -brult.

Winterslaap

’s Winters slapen amfibieën in beschutte ruimtes, zoals verlaten muizenholen, kelders of bunkers. Bij tellingen van winterverblijven van vleermuizen worden vrijwel altijd kikkers, padden en salamanders gezien. Soms wel tientallen exemplaren per bunker. Opvallend is hoe goed ze kunnen klimmen, want ze weten zelfs nauwe uitsparingen bovenaan steile muren te benutten.

In actie

In het voorjaar zoeken amfibieën water op voor de voortplanting. Meestal zijn dat kleine geïsoleerde watertjes zoals poelen, waarin het water snel opwarmt. De algemenere soorten als gewone pad en bruine kikker nemen soms ook genoegen met ondiepe slootjes. Mannetjes van kikkers en padden lokken de dames naar de waterkant met een koorzang.

Het land op

Nadat de eieren zijn afgezet, brengen volwassen amfibieën de rest van de zomer en het najaar door op het land. Een goede leefomgeving bestaat uit een kleinschalig landschap met veel structuur in de vegetatie, zoals ruige vegetatiestroken, kleine bosjes, braamstruweel en vochtige laagtes. De groene kikker is de uitzondering op de regel, omdat hij ook in de zomer graag in en direct rond het water verblijft.

Wanneer salamanders in de zomer het land opkruipen verandert hun huid spectaculair. De schitterende uitdossingen van vooral de mannetjes veranderen in onopvallende schutkleuren.

Zwarte periode

De jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw waren een zwarte periode voor Zeeuwse amfibieën. Schaalvergroting van het landschap, het omzetten van hollebollige weilanden in akkerland tijdens de ruilverkaveling, het kappen van hagen, dempen van poelen en dergelijke, verkleinde hun leefomgeving. Groene kikkers en kamsalamanders werden zeldzaam. In Zeeuws-Vlaanderen verdween de boomkikker, op enkele kleine groepjes in het uiterste westen na. De rugstreeppad hield alleen in zilte en zandige terreinen stand.

Ommekeer

De ommekeer kwam in de jaren negentig als gevolg van gericht natuurbeheer. In het kader van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) werden nieuwe natuurgebieden aangelegd die met elkaar werden verbonden. Daarnaast werden in het boerenland poelen en hagen aangelegd. De populaties groeiden weer. In West-Zeeuws-Vlaanderen doet de boomkikker het in de terreinen van Het Zeeuwse Landschap inmiddels weer heel goed!

Twijfelachtig

Sommige soorten kregen een extra zetje in de rug doordat tuincentra amfibieën gingen verkopen. Omdat de herkomst van deze verhandelde dieren onzeker is, zijn er waarschijnlijk ook dieren van elders geïntroduceerd. In de duinen van Schouwen werden boomkikkers uit Kroatië losgelaten. Deze onnatuurlijke populatie groeide sterk uit.

Bedreigingen

De landschappelijke teloorgang is nog niet volledig hersteld en populaties van de meeste soorten zijn ook nog niet terug op het oude niveau. Ondanks de EHS en specifieke soortenprojecten, zoals voor de boomkikker en kamsalamander, zijn er nog steeds bedreigingen, zoals toenemend verkeer en isolatie van leefgebieden door wegdoorsnijding. Daarnaast hebben sommige oprukkende exoten het gemunt op amfibieën. Denk aan de zonnebaars, de Turkse en de gevlekte Amerikaanse rivierkreeft, maar ook de exotische brulkikker.

Een ander serieus gevaar vormt de kleine opponent Batrachochytrium dendrobatidis. Deze schimmel, die sinds 2007 ook in Nederland en Vlaanderen is waargenomen, is wereldwijd al veel amfibieën noodlottig geworden. Er is nog geen bewijs van zijn aanwezigheid in Zeeland, maar dat lijkt een kwestie van tijd.

Kortom, de zorgen over amfibieën zijn nog niet passé.

Bron: ZEEUWS LANDSCHAP 29 (2013) 1.