Verspreid over Vlake

door Jan Kuipers

De naam ‘vliedberg’ (een vluchtberg bij overstroming of zeer hoog water) voor de Zeeuwse aarden bergjes die we her en der in het oude polderlandschap aantreffen klopt niet, zeggen deskundigen. Veel van deze bergjes waren de basis van middeleeuwse mottekastelen. Zo’n mottekasteel bestond ruwweg uit een bergje met een toren erop, een gracht eromheen en een voorburcht of nederhof. Maar dat wisten we in de negentiende eeuw nog niet.

Van 78 naar 200 naar 38

Een van de eerste geleerden die echt wetenschappelijke belangstelling voor de bergjes toonden, was Nederlands ‘eerste professionele archeoloog’ Cas Reuvens. Hij liet in 1833 een inventarislijst van de Zeeuwse bergjes opstellen. Dat leverde 78 exemplaren op; tegenwoordig kennen we ver boven de 200 bergterreintjes in de provincie, terwijl er nog maar 38 bergjes in diverse stadia van ‘overleving’ resteren.

Caspar Reuvens (1793-1835). Olieverfschilderij door Louis Moritz.

Caspar Reuvens (1793-1835). Olieverfschilderij door Louis Moritz.

Volksverhalen

Ook onderzocht Reuvens met enkele leden van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen de Luyksberg bij Serooskerke (Walcheren). Hij nam eveneens één van de twee vliedbergen van Vlake op Zuid-Beveland onder de loep. Reuvens trof er houtresten en houtskool aan, mosselschelpen, vuursteensplinters en paalsporen. Hij nam – zeer modern! – monsters van organisch materiaal en bestudeerde volksverhalen die over de bergjes in omloop waren.

“Geen grafheuvel”

In Vlake beweerde men, dat de plaatselijke dijken door reuzen waren aangelegd. Bij die gelegenheid had een reuzin de berg uit haar schort laten vallen. Nam men de geleerde in het ootje? Nee, want deze overlevering bewees volgens Reuvens, dat er hier geen sprake kon zijn van een oude grafheuvel. Want daar waren altijd verhalen aan verbonden over spoken en heksen. Bovendien waren er geen verbrande beenderresten in het bergje van Vlake aangetroffen.

Het grootste bergje van Vlake, vastgelegd in 1834.

Het grootste bergje van Vlake, vastgelegd in 1834.

Verdwenen bij kanaalaanleg

We kunnen de waarnemingen van Reuvens niet meer toetsen, want allebei de bergjes van Vlake moesten het veld ruimen bij de in 1866 voltooide aanleg van het Kanaal door Zuid-Beveland. Van de grootste Vlaakse berg rest alleen een mooie tekening van Louis de Lannée de Bétrancourt uit 1834. Over de berg zelf berichtte archeoloog Arie Peddemors in 1983 fijntjes: ‘De grond ligt thans amorf verspreid over de Zuidbevelandse wortellaag.’

Literatuur

J. Ayolt Brongers, Een vroeg begin van de moderne archeologie; leven en werken van Cas Reuvens (1793-1835), documentatie van een geleerden-leven, NAR * Nederlandse Archeologische Rapporten 23, Amersfoort 2002.
A. Peddemors, De vliedberg bij Zwake, in: M. Addink-Samplonius (red.), Urnen delven; het opgravingsbedrijf artistiek bekeken, Dieren 1983, 52 en 54-55.