Prins Maurits (1567-1625)

In het centrum van de macht

Toen in 1584 Prins Willem I van Oranje doodgeschoten werd, was zijn zoon Maurits zestien jaar. Twee jaar later benoemden de Staten van Holland en Zeeland hem tot stadhouder en admiraal.

Onder Prins Maurits, in 1590 als Heer van Vlissingen gehuldigd, kreeg de stad zijn volgende belangrijke havenuitbreiding. Tussen 1609 en 1613 werd de Dokhaven gegraven en kreeg Vlissingen een tweede haveningang, de Oosterhaven. Ook werd een sas gemaakt, zodat schepen in de haven bij eb niet droog kwamen te liggen. Op de plaats waar de Dokhaven grensde aan de Pottekaai werden een sas en een watermolen gemaakt. Honderd jaar later, in 1705, zou op die plek een droogdok komen. Op het braakliggende terrein eromheen was vrij snel na 1572 de Palingstraat, met de haaks daarop gelegen straten aangelegd. Ook werden de vestingwerken verbeterd en versterkt.

Plattegrond circa 1750 met de Oosterhaven, de zeesluis en de Dokhaven (Zeeuws Archief, HTA Vlissingen nr. 2041)

Plattegrond circa 1750 met de Oosterhaven, de zeesluis en de Dokhaven (Zeeuws Archief, HTA Vlissingen nr. 2041)

De Dokhaven, ook wel “herberghe” genoemd, diende met name om de schepen van de Admiraliteit te herbergen. Daarnaast konden er nog allerlei andere soorten vaartuigen terecht. Oorlogvoering en handel gingen hand in hand. Er werden “hulcken ende boots uitgerust om de goede avonture by der op de vyanden te gaen zoecken”, zoals het in het regeringsreglement werd verwoord. Kapiteins van deze schepen mochten met toestemming van de Staten Generaal vijandige schepen die onder Spaanse of Portugese vlag voeren, aanvallen en eventueel opbrengen naar Vlissingen.

Die lucratieve kaapvaart, ook wel de “vrye neringhe” genoemd, duurde in eerste instantie tot aan het einde van de Tachtigjarige Oorlog in 1648. Maar ook in de jaren daarna werden talrijke kaperbrieven voor de “vrybuyt” verstrekt. Behalve rijke buit voor vele Vlissingers konden scheepsjongens en matrozen in die periode ook uitgroeien tot kapitein en admiraal. Met Ewout Worst, Bouwen Ewoutsz, de Evertsens, Bankert, Jan en Joost de Moor, Michiel de Ruyter en andere zeevaarders was Vlissingen in die tijd grootleverancier van admiraals.

(Zeeuws Archief, HTA Vlissingen nr. 285)

Literatuur

H.G. van Grol, De Geschiedenis der Oude Havens van Vlissingen, Vlissingen 1931.