Oranje Arnemuiden

door Roosanne Goudbeek
Verhalen Zeeuws Archief

Niet vaak speelt een archiefstuk zo’n prominente rol als op dit schilderij van Willem I, prins van Oranje. De oorkonde met uithangend zegel bevat het stadsrecht dat de prins in 1574 aan het dappere Arnemuiden verleende.

Willem I, prins van Oranje, door Daniël van den Queborn, olieverf op doek, 112×85.5 cm, circa 1588 (Zeeuws Archief, Stadhuiscollectie Middelburg (Arnemuiden), foto: Fotografie Wennekes).

Willem I, prins van Oranje, door Daniël van den Queborn, olieverf op doek, 112×85.5 cm, circa 1588 (Zeeuws Archief, Stadhuiscollectie Middelburg (Arnemuiden), foto: Fotografie Wennekes).

In tegenstelling tot de stad Middelburg die trouw bleef aan Spanje, koos het dorp Arnemuiden voor de kant van de opstandelingen en van Willem van Oranje (1533-1584). Het werd voor zijn moed beloond met het stadsrecht, zodat ‘de burcht van Arnemuden voortaan zal wezen een stad, geheel en al bevrijd van de oude voorgaande keuren, ordonnantiën en jurisdictie van de stad Middelburch’. Het privilege waarbij Willem I, prins van Oranje, het stadsrecht verleent dateert van 9 maart 1574. Arnemuiden werd daarmee een zogenaamde smalstad, het kreeg namelijk geen stem in het bestuur van het gewest, de Staten van Zeeland.

Privilege van 9 maart 1574, waarmee Willem van Oranje het stadsrecht aan Arnemuiden toekende (Zeeuws Archief, Archief Stad en Gemeente Arnemuiden (1431-1857), inv.nr. 1).

Privilege van 9 maart 1574, waarmee Willem van Oranje het stadsrecht aan Arnemuiden toekende (Zeeuws Archief, Archief Stad en Gemeente Arnemuiden (1431-1857), inv.nr. 1).

Voor het nieuwe stadhuis

Voor de inrichting van het nieuwe stadhuis werd omstreeks 1588 het portret van Willem van Oranje besteld. De prins is afgebeeld met, naar algemeen wordt aangenomen, het charter waarin hij het stadsrecht aan Arnemuiden verleende. De kunstenaar, Daniël van den Queborn [ook wel: Queecborne], leverde nog twee werken af, een portret van Maurits, graaf van Nassau, en een gezicht op Arnemuiden zoals het was voor de opstand begon (alle te zien in het museum in Arnemuiden).

De uit Antwerpen afkomstige schilder vestigde zich in 1585 in Middelburg. In 1593 woonde en werkte hij in de abdij van Middelburg. Volgens Karel van Mander in zijn in 1604 verschenen Schilderboeck was Daniël van den Queborn schilder van ‘Zyne Excellentie in den Haghe’. Dit moet dan bij prins Maurits geweest zijn.

Betaald aan meester Daniël

Een afrekening voor het maken van de drie schilderijen is terug te vinden in de stadsrekeningen van Arnemuiden. In de rekening van 1589-1590 staat ‘betaelt meester Daniel schilder tot Middelburg op rekeninghe van ’t gundt hem is competerende van dat hy de psoone van zyn Extie hoochloffel. mem. en van zyn Extie Graeff Mauritius, mitsgaders Arnemuyden, zoe dat voor de troublen geweest was, naer ’t getrocken bort metter penne, geschildert heeft de somme van £ 9:10:9.’

Detail met het charter met het stadsrecht aan Arnemuiden.

Detail met het charter met het stadsrecht aan Arnemuiden.

Zegel van Willem I, prins van Oranje, in rode was, aan een gevlochten koord van oranje, witte en blauwe zijde.

Zegel van Willem I, prins van Oranje, in rode was, aan een gevlochten koord van oranje, witte en blauwe zijde.

Originele lijst

Ook het werk van de timmerman voor de lijsten is opgenomen in de stadsrekeningen. In de stadsrekening van 1588-1589 wordt over de betaling voor deze lijst en die voor het portret van Maurits vermeldt: ‘voor de twee tafereelen van Zyne Excellentie bekleed’. Het schilderij van Willem van Oranje heeft nog steeds deze originele lijst. Het gaat om een baklijst met consoles van zwart gelakt en gedeeltelijk verguld eikenhout.

Raadhuis van Arnemuiden

De drie schilderijen hebben vanaf hun creatie gehangen in het (voormalige) stadhuis van Arnemuiden. Het nieuwe stadhuis, waarvoor de werken waren besteld, was in januari 1588 gereed en het bleef tot 1865 in gebruik. Toen werd het afgebroken en vervangen door het raadhuis waarin nu het museum van Arnemuiden is gehuisvest.

Verbleekte letters?

Behalve de werken van Daniël van den Queborn heeft ook het charter met het privilege, waarmee Arnemuiden het stadsrecht verleend werd, ingelijst aan de muur van het raadhuis gehangen. De perkamenten oorkonde met uithangend zegel in rode was trok er veel bekijks ook al viel er niet veel te zien in de lijst.

Tijdens één van de rondleidingen beklaagde de toenmalige burgemeester zich tegenover de stadsarchivaris van Middelburg over de vage voorstelling. De verbleekte letters waren niet of nauwelijks zichtbaar. Een restauratie was het overwegen waard. De stadsarchivaris wist een snellere oplossing: de lijst openen en de oorkonde omdraaien, – het document bleek al jaren verkeerd om te hangen.

Privilege online

Na de gemeentelijke herindeling in 1997, waarbij Arnemuiden bij Middelburg is gevoegd, is het archief van Arnemuiden naar de gemeente Middelburg overgebracht. Sinds 2000 maakt het archief Stad en Gemeente Arnemuiden (1431-1857), toegang 1200, deel uit van de archieven en collecties van het Zeeuws Archief. Het privilege, waarbij Willem van Oranje het stadsrecht verleent, kan online worden bekeken. Kijk voor meer informatie over de inhoud en verwijzingen naar gedrukte versies op de website van het Zeeuws Archief.

Bronnen

Archief
Zeeuws Archief, Archief Stad en Gemeente Arnemuiden (1431-1857), toegang 1200.
Inv.nr 339, Rekeningen van ontvangsten en uitgaven van de stadsrentmeester, 1588-1589.
Inv.nr 340, Rekeningen van ontvangsten en uitgaven van de stadsrentmeester, 1589-1590, summa Anderen uuytgeven de stad aengaende ende is extraordinaris alsvolcht, f.47.

Literatuur
L.J. Bol, Twee Oranje-portretten van Daniël van den Queecborne, in: Phoenix 3 (1948).
J. Dekker e.a., De Abdij van Middelburg, Utrecht 2006.
H.M. Kesteloo, Geschiedenis en plaatsbeschrijving van Arnemuiden, Middelburg 1875.
Chr. Kramm, De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters, van den vroegsten tot op onzen tijd, Amsterdam 1857-1864.
K. van Mander, Het schilder-boeck (facsimile van de eerste uitgave, Haarlem 1604), Utrecht 1969.
P.J.J. van Thiel, C.J. de Bruyn Kops, ‘Prijst de lijst’, Amsterdam 1984.

Dit verhaal werd eerder gepubliceerd op de website van het Zeeuws Archief.