Middeleeuwse vogeldrinkbakjes in Zeeland

door Henk Hendrikse

Dankzij de metaaldetector worden regelmatig zogenaamde ‘vogeldrinkbakjes’ uit de late Middeleeuwen gevonden, gemaakt van een lood/tin-legering. Het bovenaanzicht is D-vormig, de voorzijde rond, de achter- en onderkant plat. Ze zijn ook bekend in aardewerk en glas. In de literatuur worden ze ook maatbeker, vogelzaadbakje, dobbelbeker, hulpmiddel bij het aderlaten, pelgrimsteken, inktpotje en wijwaterbakje (voor de huiselijke kring) genoemd.

Versierd en onversierd

De bakjes kunnen versierd zijn met wapenschilden en geometrische motieven, maar er zijn ook eenvoudige en onversierde exemplaren bekend. In Nederland en België zijn er tot dusver zo’n 60 gevonden, in Frankrijk en Engeland enige tientallen. Uit Zeeland kennen we 35 exemplaren. Het formaat varieert tussen twee en ruim negen centimeter, de gemiddel­de inhoud is 20 milliliter.
In Middelburg zijn bakjes gevonden aan de Kousteensedijk; gezien de laag waarin ze voorkwamen, dateren ze van omstreeks 1550. Maar de eerste fabricage van dergelijke bakjes dateert vermoedelijk uit ongeveer 1325- 1350.

Loden vogeldrinkbakje uit Middelburg (opgraving Kousteensedijk, 1992; Zeeuws Archeologisch Depot).

Loden vogeldrinkbakje uit Middelburg (opgraving Kousteensedijk, 1992; Zeeuws Archeologisch Depot).

Getijdenboek Catharina van Kleef

Het enige duidelijke voorbeeld in de beeldende kunst is een miniatuur uit het getijdenboek van Catharina van Kleef, van rond 1440. Hierop zien we twee donkere bakjes, die qua vorm lijken op de bakjes uit archeologische vondsten. Ze hangen met een rood bandje aan de kooi.

Detail met vogelkooitjes uit het getijdenboek van Catharina van Kleef, circa 1440.

Detail met vogelkooitjes uit het getijdenboek van Catharina van Kleef, circa 1440.

Huisvesting voor slimme vogels

Welke vogels leefden in middeleeuwse kooien? Vogels die men bewonderde om hun zang zoals nachtegaal, distelvink of kneu. Of vogels die de menselijke stem imiteerden, zoals ekster en kauw. Ook waren er vogels met een bijzondere eigen­schap, bijvoorbeeld de putter. Het beestje kan worden aangeleerd om zelf zijn bakje met eten of drinken via een touwtje of kettinkje omhoog te hijsen, uiteraard tot hilariteit van de toeschouwers. Op genoemde miniatuur hijst de putter via een touwtje en een katrolletje zijn etensbakje omhoog. De bakjes op deze miniatuur zijn groot en lijken meerkantig te zijn. Ze zullen zeker niet zijn vervaar­digd uit metaal, omdat de putter nu eenmaal geen mannetjesputter was.