Luchtvaart in Zeeland

De eerste (motor)vliegdemonstraties in Zeeland vonden plaats in 1911 bij Goes en Vlissingen. In Vlissingen en Haamstede werden vliegvelden aangelegd en in de jaren dertig was er zelfs sprake van een heuse luchtlijn tussen deze twee plaatsen. In 1970 werd vliegveld Midden Zeeland geopend, nu voornamelijk in gebruik voor rondvluchten en als thuishaven voor zweefvliegers.

Dubbeldekker van vliegenier Verstraeten op het Scheldestrand nabij Bergen op Zoom, 11 september 1910 (ZB, Beeldbank Zeeland, collectie P.J. Jasperse, foto Magnee). Dit is de oudste Zeeuwse foto van een vliegenier. Fotograaf was Magnee. Hij legde de Belgische vliegenier Leon Verstraeten vast boven de Oosterschelde tijdens een demonstratie op 11 september 1910.

Dubbeldekker van vliegenier Verstraeten op het Scheldestrand nabij Bergen op Zoom, 11 september 1910 (ZB, Beeldbank Zeeland, collectie P.J. Jasperse, foto Magnee). Dit is de oudste Zeeuwse foto van een vliegenier. Fotograaf was Magnee. Hij legde de Belgische vliegenier Leon Verstraeten vast boven de Oosterschelde tijdens een demonstratie op 11 september 1910.

Eerste demonstraties

De eerste vliegdemonstraties in Zeeland vonden in 1911 plaats bij Goes en Vlissingen. Tien jaar later, in de laatste weken van augustus 1921, waren er opnieuw grote vliegdemonstraties. Ze werden gehouden nabij Wilhelminadorp en het vliegveld van Vlissingen.

Demonstratie van de Belgische vliegenier Verstraeten boven het Scheldestrand nabij Bergen op Zoom, 11 september 1910 (ZB, Beeldbank Zeeland, collectie P.J. Jasperse, foto Magnee). Vliegenier Leon Verstraeten (geboren op 9 november 1876 in het Belgische Mechelen) was leraar aan de vliegschool van de bekende Belgische vliegenier Roger Sommer, samensteller van de Sommer-tweedekker. Verstraeten (die in februari 1910 als passagier bij Sommer was begonnen) was vooral bekend "door zijn schoone vluchten, zijn gemakkelijk op en neder dalen en zijn vliegen met passagiers".

Demonstratie van de Belgische vliegenier Verstraeten boven het Scheldestrand nabij Bergen op Zoom, 11 september 1910 (ZB, Beeldbank Zeeland, collectie P.J. Jasperse, foto Magnee). Vliegenier Leon Verstraeten (geboren op 9 november 1876 in het Belgische Mechelen) was leraar aan de vliegschool van de bekende Belgische vliegenier Roger Sommer, samensteller van de Sommer-tweedekker. Verstraeten (die in februari 1910 als passagier bij Sommer was begonnen) was vooral bekend “door zijn schoone vluchten, zijn gemakkelijk op en neder dalen en zijn vliegen met passagiers”.

Noodlanding

Na het begin van de Eerste Wereldoorlog in 1914 vielen diverse Britse en Duitse vliegmachines in Nederlandse handen, toen ze op Zeeuws grondgebied een noodlanding moesten maken. De toestellen, waaronder Duitse Rumpler Taubes en Engelse Avro 504 K’s en Bristol F2B fighters werden geconfisqueerd en in dienst van de Nederlandse luchtmacht genomen.

Eerste vliegveld

Het eerste vliegveld in Zeeland was een militair vliegveld. Door de gunstige ligging van Vlissingen nabij de Westerschelde kwam er vlakbij de marinehaven een vliegveld op het voormalige exercitieterrein van de landmacht. Dit terrein bevond zich tussen Vlissingen en West-Souburg, waar tegenwoordig de wijk Westerzicht ligt. Het vliegveld werd nodig geacht tijdens de mobilisatie van 1914 en de Eerste Wereldoorlog. Na de oorlog gaf de noodlanding van een KLM-vliegtuig in 1922 aanleiding tot het treffen van verschillende voorzieningen.

Vliegveld Vlissingen

Op 30 juni 1926 werd het vliegveld officieel geopend. De luchthaven was inmiddels voor zowel burger- als militair luchtverkeer bedoeld. In datzelfde jaar kreeg de luchthaven een loods en werd zij tot ‘vliegveld Vlissingen’ gedoopt. Het stationsgebouw kwam pas in 1933 gereed. Op 1 januari 1927 droeg de Koninklijke Marine het vliegveld over aan de directie Zeeland van Rijkswaterstaat. Het beheer kwam in handen van de directeur van de luchtvaartdienst. Twee lichte bombardementen in de meidagen van 1940 maakten een einde aan het vliegveld.

Haamstede

Het tweede Zeeuwse vliegveld kwam tot stand door particulier initiatief. Het in 1925 in Zierikzee opgerichte comité tot bevordering van het luchtverkeer met Nederlands-Indië werkte zowel aan de langste als aan de kortste luchtverkeerslijn. Dit waren de lijnen Rotterdam – Schouwen en Schouwen – Nederlands-Indië. De laatste lijn is echter nooit van de grond gekomen. Nabij Haamstede werd in de Kop van Schouwen een geschikt terrein van 18 hectare gevonden waar noodlandingen konden worden uitgevoerd. Dit werd op 4 mei 1931 geopend. Kort hierna werd het terrein al met 12 hectare uitgebreid.

Een Douglas DC-2 met als naam 'Kievit' op vliegveld Haamstede, 2 september 1938 (ZB, Beeldbank Zeeland, collectie Ten Kate-Zandijk, foto H. ten Kate).

Een Douglas DC-2 met als naam ‘Kievit’ op vliegveld Haamstede, 2 september 1938 (ZB, Beeldbank Zeeland, collectie Ten Kate-Zandijk, foto H. ten Kate).

Duitsers

Het vliegveld Haamstede werd op 1 mei 1933 officieel geopend. Het jaar daarop kwam het stationsgebouw gereed en werd ook een radio mistbaken geplaatst. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikten de Duitsers het vliegveld voor verkenningsvluchten met Messerschmidts. Eind 1944 werd het onbruikbaar gemaakt door het graven van sloten. Na de watersnoodramp van 1953 deed het vliegveld nog korte tijd dienst als landingsbaan om zo een snelle verbinding met het grotendeels geïnundeerde eiland Schouwen mogelijk te maken. Toch heeft deze baan weinig dienst gedaan. In 1956 nam de zweefvliegtuigclub Haamstede het vliegveld in gebruik.

Lijnvluchten

In het voorjaar van 1921 nam de KLM een proef met een luchtvaartdienst tussen Amsterdam, Rotterdam en Vlissingen. Het duurde toen echter nog tien jaar voordat de eerste binnenlandse luchtlijn werkelijk werd geopend. Dat was de lijn Rotterdam – Haamstede. In 1932 werd de lijn doorgetrokken naar Vlissingen. En vanaf 1933 kon in de zomer ook naar Knokke-Zoute worden doorgevlogen. In 1934 werden bijna 10.000 passagiers en 54 ton vracht vervoerd.

Vrolijke gezichten vanuit een KLM-toestel in Oost-Souburg tijdens de opening van de lijn Vlissingen-Haamstede, 1932 (ZB, Beeldbank Zeeland).

Vrolijke gezichten vanuit een KLM-toestel in Oost-Souburg tijdens de opening van de lijn Vlissingen-Haamstede, 1932 (ZB, Beeldbank Zeeland).

Succes

Het succes van de lijn is hoofdzakelijk toe te schrijven aan het toeristenverkeer naar de badplaatsen. De afstand Rotterdam-Schouwen, die anders 5 1/2 tot 7 uur duurde, kon nu in 25 minuten worden afgelegd. De KLM maakte tijdens de lijnvluchten gebruik van Fokker F VIIa en F VIII toestellen en enige tijd later de DC-2 en DC-3, die respectievelijk aan 8, 12, 14 en 21 passagiers zitplaats boden.

Oorlog

Na diverse ongelukken met KLM-toestellen werd de luchtlijn op 1 oktober 1936 stopgezet. Op aandringen van vaste passagiers werd de luchtlijn in december van datzelfde jaar weer driemaal per week hervat. In verband met de oorlogsdreiging werd het binnenlands luchtverkeer op 22 augustus 1939 gestaakt. Het uitbreken van de oorlog maakte meteen een einde aan de Zeeuwse luchtlijn.

Helikopter boven Schouwen-Duiveland na de watersnoodramp in 1953 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto Aviodrome Luchtfotografie).

Helikopter boven Schouwen-Duiveland na de watersnoodramp in 1953 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto Aviodrome Luchtfotografie).

Watersnoodramp

De watersnoodramp van 1953 bleek een vreemde katalysator voor het nieuwe vliegverkeer in Nederland. Doordat mensen uit het water moesten worden gered en gebieden (ook per schip) volstrekt onbereikbaar waren, bood alleen de helikopter uitkomst. Dit nieuwe luchtvoertuig kon in de lucht stil hangen. Veel mensen die gered werden, bleken zelfs bang van het hefschroefvliegtuig. Zoveel mogelijk helikopters uit de Benelux landen – en dat waren er op dat moment nog slechts enkele – werden ingezet bij het redden van slachtoffers.

Midden Zeeland

In 1963 werd de Werkgroep Vliegveld Midden Zeeland opgericht. In 1968 werd 24 hectare (schorren)grond aangekocht, die vervolgens geschikt werd gemaakt om als vliegveld te dienen. Op 13 juni 1970 werd het vliegveld geopend. Het stationsgebouw kwam in april 1971 gereed. Op werkdagen werd viermaal de route Schiphol – Zestienhoven – Noord-Sloe gevlogen. Tweemaal per dag was er een vlucht naar Lille met de tweemotorige Dornier Skyservant (tien passagiers).

Een Lockheed F-104G Starfighter op vliegveld Midden Zeeland, september 2005 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto J. Wolterbeek). Dit toestel was geen Nederlands toestel, maar maakte deel uit van de Belgische luchtmacht (FX-45). Het werd later beschilderd als KLU D-8030. Sinds herfst 2005 staat het op een heuveltje opgesteld als blikvanger bij een autosloperij in Oosterland.

Een Lockheed F-104G Starfighter op vliegveld Midden Zeeland, september 2005 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto J. Wolterbeek). Dit toestel was geen Nederlands toestel, maar maakte deel uit van de Belgische luchtmacht (FX-45). Het werd later beschilderd als KLU D-8030. Sinds herfst 2005 staat het op een heuveltje opgesteld als blikvanger bij een autosloperij in Oosterland.

Rondvluchten

De luchtlijn werd op 1 juli 1970 geopend en op 1 oktober 1971 alweer stopgezet omdat het vervoer beneden verwachting bleef. In het weekeinde werden rondvluchten georganiseerd. Tijdens een van deze rondvluchten stortte eind augustus 1970 een vliegtuig neer op een plaat in het Veerse Meer. Hierbij vielen drie doden en zeven gewonden.

Zweefvliegen

Het vliegveld was bestemd voor internationaal burgerluchtverkeer tot 5 ton. Toch was het vliegveld vooral de thuishaven van vliegclub Midden Zeeland en vele zweefvliegers. Hiervan was de toenmalige commissaris van de koningin Wim van Gelder in de jaren negentig de bekendste.

Colofon

Deze tekst is een bewerkte versie van dit onderwerp zoals gepresenteerd op het weblog van ZB| Bibliotheek van Zeeland (van 13 december 2010).